Remonstrantie van Vlissingen

Op 27 december 1657 dient een aantal bewoners van Vlissingen, een nederzetting in Noord-Amerika, een bezwaarschrift in bij Peter Stuyvesant, gouverneur van Nieuw-Nederland. Hij wordt hierin verzocht om de Quakers meer religieuze vrijheid te geven.

Religieuze vrijheid in Nieuw-Nederland

In 1649 werd de Quakers, ook bekend als het Religieus Genootschap der Vrienden, opgericht door George Fox. In 1657 kwam een boot met Quaker-zendelingen aan in Nieuw-Nederland. De Quakers in Nieuw-Nederland waren populair, vooral Robert Hodgson trok met zijn preken veel bekijks. In de kolonie Nieuw-Nederland werd alleen de Hervormde Kerk erkend, de officiële kerk van de Republiek. Gouverneur Peter Stuyvesant trad hard op tegen andersdenkenden: hij liet Joden, Baptisten, Luthersen en Quakers oppakken en vervolgen. Zo liet hij ook Hodgson arresteren en martelen.

Remonstrantie van Vlissingen

In Nieuw-Nederland was een nederzetting genaamd Vlissingen, ook bekend als Flushings, waar een groep Engelse inwoners samenkwam op 27 december 1657 om een bezwaarschrift, een remonstrantie, op te stellen en in te dienen. Deze groep mensen, onder leiding van Edward Heart, bestond zelf niet uit Quakers. In 1645 werd de nederzetting Vlissingen gesticht door Willem Kieft, en in de charter die hij had opgesteld werd religieuze vrijheid gewaarborgd. De remonstrantie die werd opgesteld deed een beroep op de charter, waar onder andere instaat dat niet geoordeeld mag worden over andermans geloof, en werd ondertekend door dertig inwoners van Vlissingen. Stuyvesant liet vier van hen oppakken, waaronder Heart. Deze vier mannen zaten in het bestuur van Vlissingen, waardoor Stuyvesant besloot het hele bestuur te vervangen. Twee van de opgepakte mannen werden direct vrijgelaten. Heart werd vrijgelaten op verzoek van zijn familie, vanwege zijn leeftijd. Heart werd vrijgelaten maar moest van Stuyvesant de kolonie verlaten. De vierde persoon werd uiteindelijk ook vrijgelaten.

Veranderingen in de kolonie

Ondanks het harde optreden van Stuyvesant bleven de Quakers bijeenkomen. John Bowe organiseerde in 1662 een bijeenkomst, waarop Stuyvesant hem op liet pakken en naar Nederland stuurde. Daar zocht Bowe contact met de directeuren van de West-Indische Compagnie. Zij zagen in dat het optreden van Stuyvesant inging tegen de charter van Kieft. Zij gaven Stuyvesant de opdracht om de vervolgingen te staken. De remonstrantie van Vlissingen wordt gezien als de voorloper van het eerste amendement van de Amerikaanse Grondwet, waar onder andere de vrijheid van religie en meningsuiting is vastgelegd.