De geschiedenis van het horloge
Tijd is in zekere zin ook een uitvinding. De eerste hulpmiddelen om te bepalen hoe laat het was, kwamen waarschijnlijk voort uit de religieuze noodzaak het juiste tijdstip voor het gebed te bepalen en om te navigeren op open water. Vaak waren die instrumenten nog weinig nauwkeurig. Tegenwoordig kunnen horloges veel meer dan alleen nauwkeurig de tijd bepalen en zijn het meer stijlaccessoires dan klokken.
Het idee van een draagbaar apparaat waarmee men de tijd bij kon houden is niet zomaar ontstaan. Er waren al staande klokken maar deze waren te groot om mee te nemen als je op pad ging. Zodoende kwam er behoefte aan een draagbare versie die overal mee naartoe kon. Vooral voor de zeevaart was zoiets nodig om nauwkeurig te kunnen navigeren.
Grote verbeteringen
In de Middeleeuwen werd de quadrans ontworpen. Het was een schijf waarmee door middel van gradenbogen en de zon kon worden bepaald hoe laat het was. Draagbare klokken met uurwerk kwamen pas later, waarbij de uitvinding van het veermechanisme cruciaal was. Peter Henlein was aan het begin van de 16e eeuw de eerste die volop aan de slag ging met het maken van horloges met een veermechanisme. Heel nauwkeurig waren ze nog niet.
Ontwikkelingen van het horloge na de Middeleeuwen
Een grote uitdaging voor horlogemakers was om de horloges gelijk te laten lopen. In 1525 bedacht men hier een oplossing voor. De Zwitser Jacob Zech vond de snek uit, een mechanisme dat ervoor zorgde dat de krachten die uitgeoefend werden op het tijdmechanisme gelijk bleven. In 1675 kwam de volgende grote ontwikkeling. Robert Hooke en Christiaan Huygens bedachten allebei hetzelfde. Ze ontwierpen een systeem waarbij de veer een balanswiel heen en weer liet draaien. Vervolgens kwam Nicholas Facio in 1704 op het idee om edelstenen te gebruiken in horloges. Deze verminderden de wrijving en vergrootten daarmee de duurzaamheid.
Nauwkeurig horloge voor de navigatie
Na al deze ontwikkelingen was er echter nog steeds geen draagbaar horloge dat nauwkeurig genoeg was voor navigatie op zee, dus besloot het Engelse parlement een wedstrijd te organiseren. De persoon die een nog nauwkeuriger horloge kon ontwikkelen ontving 20.000 pond. In 1762 won John Harrison deze wedstrijd. Zijn uurwerk week tijdens een reis van vijf maanden op zee maar 1 minuut en 4 seconden af.
Introductie van het Polshorloge
Het was altijd gebruikelijk geweest om zakhorloges te gebruiken maar daar kwam dankzij Patek Philippe eind 19e eeuw verandering in. Hij vond het polshorloge uit. Dit polshorloge was lange tijd niet populair en werd gezien als vrouwensieraad. Na de Eerste Wereldoorlog werd het ook bij mannen populair. De laatste grote ontwikkeling kwam in 1957 toen er horloges op de markt kwamen waarbij er, in plaats van een veer, gebruik werd gemaakt van een batterij. Zowel mechanische als kwartshorloges bevatten vaak complicaties, dat wil zeggen functies als datumaanduiding en stopwatch of zelfs spelletjes en internet.