Noord-Korea's geheime wapen: kunst
Wie denkt dat Noord-Korea in een isolement verkeert, heeft het mis. De communistische staat kent een kunstzinnige kant en exporteert architecten, beeldhouwers en ingenieurs. Zo bouwden Noord-Koreaanse ambachtslieden onder meer het Hero’s Acre standbeeld in Namibië en het Agostinho Neto Mausoleum in Angola. Ook buiten Afrika timmerden Noord-Koreaanse kunstenaars aan de weg. Verrijkten zij in 2013 al de collectie van mode-icoon Louis Benetton met een geborduurde tulp, in 2015 openden de Noord-Koreanen de deuren van het Angkor panoramamuseum in Cambodja. Pronkstuk van de tentoonstelling: een tafereel van 13 meter hoog en 123 meter lang, het grootste panorama van Zuid-Oost Azië.
Groter dan het Vrijheidsbeeld
Het grootste standbeeld van Afrika verrees ook al aan de hand van Noord-Koreaanse werklieden. In april 2010 voltooiden zij in Dakar de werkzaamheden aan het African Renaissance Monument, dat met een hoogte van 49 meter groter was dan het Vrijheidsbeeld. Afgebeeld stond een atletisch figuur, zijn nobel gelaat naar de hemel gericht. In zijn ene hand omarmde hij een baby, in zijn andere hand omhelsde hij een jonkvrouw, die zich liefdevol aan zijn zijde vlijde. Zij keek eveneens naar boven, strijdbaar en vooruitziend naar een hoopvolle toekomst. De bouwwerken symboliseerden de wederopstanding van de onderdrukte volken van Afrika. Een revolutionair thema dat in bekwame handen was van het Mansudae kunstcollectief in Pyongyang.
’s Werelds grootste kunststudio
De Mansudae groeide inmiddels uit tot een van de grootste kunststudio’s ter wereld. 4000 werknemers, van wie 900 kunstenaars, werkten er sinds 1959 aan schilderijen, bouwprojecten en standbeelden in socialistisch-realistisch stijl. Niet alleen namen zij de creatie van monumenten in eigen land voor hun rekening, ook creëerden zij vanaf de jaren 1970 kunstwerken voor de export.
Noord-Koreaanse kunstenaars in Afrika
Met name de relatief jonge staten van Afrika toonden interesse. Zij zochten naar nationale monumenten die goedkoop waren en vooruitstrevendheid uitstraalden. Dergelijke kunstprojecten werden voorheen geproduceerd door Russische en Chinese architecten, maar in het midden van de jaren 1990 veranderde de kunstzinnige voorliefde in de wereld. Groots en iconisch getuigden voor de meeste kunstliefhebbers van dubieuze smaak. Behalve dan voor de Noord-Koreanen, die voor tientallen miljoenen dollars de Afrikaanse landen nog steeds voorzagen van gigantische bouwwerken. Een hiervan is een monument ter ere van Samora Moisés , de eerste president van het eens communistische Mozambique. Zijn standbeeld prijkt sinds 2011 in het centrum van de hoofdstad Maputo, op enkele minuten rijden van de Kim Il Sung avenue.
Veto van de VN
De VN, die Pyongyangs artistieke ruilhandel beschouwde als een poging tot diplomatieke beïnvloeding, stelde in 2016 een verbod in op de import van Noord-Koreaanse kunst. Het is afwachten wat de gevolgen zullen zijn van de VN-sancties. Voor de Mansudae kunststudio staat het volgende project namelijk al in de steigers: Zimbabwe bestelde eind 2017 twee standbeelden van Robert Mugabe.
Bronnen:
- Publicdelivery.North Korea leaves it's mark on Africa with giant statues.
- BBC.com. North Korea's biggest export: giant statues
- Aljazeera.com. North Korea's multimilion-dollar museum in Cambodia.
- Washingtonpost.com North Korea's surprsing, lucrative relationship with Africa.
- Reuters.com U.N. decapitates North Korea's statue export business.
Afbeeldingen
- Samora Moisés door Fritz Joubert [CC BY-SA 4.0], via Wikimedia Commons
- African Renaissance Monument door JB Dodane [CC BY 2.0)],via Wikimedia Commons