Zittingsduur vier jaar

Waarom stemmen we elke vier jaar?

In Nederland mag elke Nederlander van achttien jaar of ouder elke vier jaar naar de stembussen om te stemmen voor de Tweede Kamer. Dat betekent ook dat een regering maximaal vier jaar mag regeren, tenminste als er niet eerder een kabinetscrisis uitbreekt. Dan kan de regeerperiode korter zijn. Maar waarom is een regeerpodiode eigenlijk vier jaar? En is dat altijd zo geweest?

Geschiedenis van de zittingsduur

De zittingsduur van een kabinet is niet altijd vier jaar geweest. Tussen 1815 en 1848 was de zittingsduur maar drie jaar. Dit betekende echter niet dat er elke drie jaar gestemd kon worden, verkiezingen werden namelijk jaarlijks gehouden. Elk jaar trad een derde deel van de leden van de Tweede Kamer af, waarna voor dat deel van de Tweede Kamer verkiezingen werden gehouden. Tussen 1848 en 1888 trad elke twee jaar de helft van de gekozen politici af. Pas vanaf 1888 worden alle Tweede Kamerleden tegelijkertijd iedere vier jaar gekozen. Dat stemmen gebeurde nog lang niet op dezelfde manier als nu. In die tijd mochten alleen mannen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden stemmen, pas in 1919 werd in Nederland het algemeen kiesrecht ingevoerd.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


Kabinetscrises en formaties

Ondanks dat sinds 1888 het doel is dat verkiezingen elke vier jaar worden uitgeschreven, kan de zittingsduur van een kabinet nog steeds sterk uiteenlopen. Dat de stemmer soms langer, of korter, moet wachten met het uitbrengen van zijn stem heeft met twee factoren te maken. Ten eerste kunnen kabinetscrises een rol spelen. Normaliter wordt na een kabinetscrisis, die bijvoorbeeld kan ontstaan uit een conflict over een belangrijke maatregel of wetsvoorstel die in behandeling is, besloten worden de Tweede Kamer te ontbinden en vervroegde verkiezingen uit te schrijven. Zodoende zijn er een aantal zeer kort zittende kabinetten geweest. Het kortst zittende kabinet van voor de Tweede Wereldoorlog was het kabinet-Colijn V, dat twee weken na de formatie alweer viel. Het kortst zittende kabinet van na de Tweede Wereldoorlog was het Kabinet-Balkenende, wat het maar 86 dagen volhield. In januari 2021, trad het Kabinet-Rutte III af vanwege de toeslagenaffaire. Omdat het aftreden halverwege januari zo dicht op de verkiezingen van 17 maart van datzelfde jaar zat, werden ditmaal echter niet meteen nieuwe verkiezingen uitgeschreven, maar werd er gewacht tot de geplande datum.

Een kabinet kan ook langer regeren. Volgens de kieswet moeten verkiezingen georganiseerd worden in maart of in mei. Als een kabinet dan na de verkiezingen ook nog lang doet over zijn formatie, betekent dat, mits een kabinet in de tussentijd niet valt, dat er een langere zittingsduur mogelijk is. Het langstzittende naoorlogse kabinet is het Kabinet-Rutte II. Dit kabinet regeerde van 5 november 2012 tot 26 oktober 2017, in totaal 1750 dagen. Vanwege de corona-crisis werd overwogen om de verkiezingen van 2021 uit te stellen. Omdat uitstel van de verkiezingen werd gezien als een te erge inbreuk op de Grondwet, werd hiervan afgezien. Minister van Financiën Wopke Hoekstra stelde in januari 2021 dat “Je wil die verkiezingen ten koste van bijna alles laten doorgaan.”

Hierbij is het wel belangrijk dat zodra verkiezingen zijn gehouden, of een kabinetscrisis tot een ontslag heeft geleid, het kabinet 'demissionair' is. De demissionaire status van het kabinet houdt in dat het kabinet zijn ontslag al heeft aangevraagd bij de Koning(in), maar dat dit ontslag nog niet is verleend. Een kabinet is direct demissionair op de dag van de verkiezingen, omdat de kiezers dan mogen bepalen wie er de Tweede Kamer in mogen, waarna een nieuw kabinet gevormd dient te worden. Een demissionair kabinet houdt zich alleen bezig met ‘lopende zaken’. Controversiële kwesties laat het demissionaire kabinet over aan het volgende, volwaardige, kabinet. Zodoende kan bijvoorbeeld het kabinet-Rutte III, ondanks zijn demissionaire status, nog wel maatregelen rondom de corona-crisis nemen.

Waarom vier jaar?

zittingsduur vier jaarZelfs tijdens een pandemie wordt er dus alles aan gedaan om elke vier jaar te kunnen stemmen. Maar waarom dan die vier jaar? Met een zittingsduur van vier jaar hebben de Nederlandse kiezers enerzijds regelmatig de kans om zichzelf te laten horen. Aan de andere kant heeft een regering genoeg tijd om koerswijzigingen door te brengen en voorkomt men zo een gebrek aan continuïteit. In de Opregte Haarlemsche Courant werd bijvoorbeeld in 1877 geschreven hoe “parlementaire onvruchtbaarheid” het gevolg was van de tweejarige aftreding van de helft van de leden van de Tweede Kamer. Op de vraag of een zesjarig termijn dan niet beter is dan een vierjarig termijn, antwoordde de schrijver dat: “Zes jaren zijn een te lang tijdvak, omdat de natie daardoor te lang verstoken is van haar regt om uitspraak te doen over hare Vertegenwoordigers.”

Omdat de Tweede Kamer in 2003, 2006, 2010 en 2012 vroegtijdig ontbonden werd, stelde toenmalig Kamervoorzitter Gerdi Verbeet in 2012 voor om een vaste zittingstermijn aan te stellen. Het vaak houden van verkiezingen zou leiden tot onrust en zou de continuïteit van het beleid tegenwerken. Met de nieuwe wet zou een kabinet als het valt geen nieuwe verkiezingen kunnen uitschrijven, maar dient het een nieuwe coalitie te vormen en de zittingstermijn van vier jaar uit te zitten. Het voorstel van Verbeet werd niet omgezet tot een wet, maar het idee dat het veelvuldig houden van Tweede Kamerverkiezingen tot onrust leidt, werd ook gedragen door bijvoorbeeld lijsttrekkers Arie Slob van de ChristenUnie en Kees van der Staaij van de SGP.

Om een balans te vinden tussen het vinden van voldoende mogelijkheden om te stemmen, maar ook een kabinet de kans te geven echte wijzigingen en plannen door te voeren, is voor een zittingsduur van vier jaar gekozen. Dat er aan deze zittingsduur van vier jaar veel waarde wordt gehecht blijkt tijdens de verkiezingen van 2021. Zelfs tijdens een pandemie is het uitstellen van de verkiezingen niet aan de orde.

Bronnen:

Afbeeldingen:

  • Zitting in de Oude Zaal 1796-1797. George Kockers, 1797. [Public Domain] via Wikimedia Commons
  • Stemmen in een stemhokje bij de verkiezingen van 1918, Nederland. Cornelis Johan Hofker. [Public Domain] via Wikimedia Commons

Ook interessant: 

Rubrieken: 

Ideologieën: 

Landen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt