Uitbarsting Vesuvius

Wat maakte de uitbarsting van de Vesuvius in het jaar 79 zo dodelijk?

In 2021 presenteerde het Departement Aard- en Geomilieukunde van de Universiteit van Bari een onderzoek naar de uitbarsting van de Vesuvius, die in het jaar 79 Pompeï verwoestte. Uit het onderzoek bleek dat de inwoners van het Romeinse stadje eigenlijk geen schijn van kans hadden. Wat maakte de uitbarsting van de Vesuvius zo dodelijk?


Het onderzoek, uitgevoerd door het Departement Aard- en Geomilieukunde van de Universiteit van Bari, in samenwerking met het Italiaanse Nationaal Instituut voor Geofysica en Vulkanologie en het Britse Geological Survey in Edinburgh, heeft de duur van de zogenaamde pyroclastische stromen achterhaald, die ontstonden na de uitbarsting van de Vesuvius in 79. Dit zijn wolken van brokken gestolde lava, vulkanische as en hete gassen die zich razendsnel verspreiden. Volgens hoofdonderzoeker Roberto Isaia was het doel om een model te ontwikkelen dat moest helpen bij het beter begrijpen en het kwantificeren van de impact van pyroclastische stromen op het bewoonde gebied van Pompeï, ongeveer 10 km van de Vesuvius.


Het onderzoek en het model van Isaia bevestigt dat de inwoners geen schijn van kans hadden om te ontsnappen. Naar schatting zorgden de gassen, het as en de vulkanische deeltjes in de stromen ervoor dat Pompeï na zo´n vijftien minuten al volledig verwoest was.



Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!



uitbarsting pompeï


De eerste tekenen


De verwoestende uitbarsting van de Vesuvius kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Al in de jaren voor de uitbarsting vonden er aardbevingen plaats. Voorbodes voor de ramp die komen kwam, maar de mensen in Pompeï hadden geen idee. De eerste grote aardbeving in de regio van Campanië sinds het jaar 217 v.Chr. vond plaats op 5 februari 62 n.Chr. Later kon worden vastgesteld dat deze aardbeving een magnitude moet hebben gehad van tussen de vijf en zes op de schaal van Richter. Het richtte grote schade aan rond de baai van Napels en in het bijzonder in Pompeï. Een deel van de schade was nog steeds niet hersteld toen de vulkaan in 79 n.Chr. uitbarstte. De aardbeving van 62 zorgde er wel voor dat de Romeinse filosoof en staatsman Seneca de Jongere het zesde boek van zijn Naturales quaestiones wijdde aan het onderwerp ´aardbevingen´, waarin hij de gebeurtenis van 5 februari beschrijft en mogelijke oorzaken van de aardbevingen noemt.


Twee jaar later, in 64 n.Chr., vond er nog een aardbeving plaats, maar die was een stuk minder destructief. Deze aardbeving is onder andere door Suetonius beschreven in zijn biografie van Nero en door Tacitus in zijn werk Annales, de aardbeving vond namelijk plaats op het moment dat Nero in Napels was en voor het eerst optrad in een openbaar theater. Suetonius schreef dat de keizer tijdens de aardbeving bleef zingen totdat hij zijn lied had beëindigd, terwijl Tacitus schreef dat het theater kort na de evacuatie instortte.


De aanloop naar de uitbarsting in 79 n.Chr.


Vijftien jaar lang was het relatief rustig in het gebied rond de Vesuvius, met uitzondering van kleine aardschokken. Pompeï en Herculaneum bloeiden op aan de voet van de Vesuvius. Op het moment dat de Vesuvius uitbarstte woonden er zo´n 20.000 mensen in Pompeï, waaronder kooplieden, ambachtslieden en boeren op die de rijke, vruchtbare vulkanische grond van de regio talrijke wijn- en boomgaarden konden laten groeien. Niemand wist toentertijd dat de zwarte, vruchtbare grond een overblijfsel was van eerdere uitbarstingen van de vulkaan.


In de vier dagen voor de fatale uitbarsting van de Vesuvius werden er kleine aardschokken gevoeld die elkaar steeds sneller op begonnen volgen. De inwoners van Pompeï trokken zich echter niets aan van deze aardschokken, die achteraf een voorbode van groter onheil bleken te zijn. Ze waren immers gewend aan dit soort kleine aardschokken. Wat ze niet wisten, is dat de aardebevingen dit keer veroorzaakt werden door toenemende druk van het gesmolten gesteente in de vulkaan. Een lange periode van inactiviteit gevolgd door een periode van snel toenemende seismische activiteit is een duidelijk teken van een naderende ramp, en dat was het in dit geval ook.


De fatale uitbarsting


Veel van het precieze verloop van de uitbarsting van de Vesuvius in 79 n.Chr. weten we door de getuigenissen van de destijds 17-jarige Plinius de Jongere, van wie een ooggetuigenverslag bewaard is gebleven. Volgens hem was de fatale dag in 79 n.Chr. een normale dag, net zoals elke andere dag. De winkels waren open, de markten waren druk en burgers verzamelden zich om politieke zaken te bespreken en over het bedrijfsleven te praten. Niemand had een vermoeden wat voor ramp er die dag zou voltrekken. Ook De Jongere niet, die op het moment van de uitbarsting aan de andere kant van de baai van Napels was, zo´n 29 kilometer van de vulkaan.


Uitbarsting Vesuvius


Om één uur ´s middags gebeurde het: de top van de Vesuvius explodeerde, met als gevolg een enorme zwarte wolk die een hoogte bereikte van zo´n zestien kilometer. Een grote hoeveelheid vulkanisch puimsteen, hete gassen en as werden de lucht ingeschoten. Naar verluidt kwam er elke seconde zo´n anderhalf miljoen ton vulkanisch puin uit de vulkaan. De lucht werd volledig gehuld in duisternis, als inkt dat zich over een vel papier verspreidde. De Jongere beschreef het als volgt: ´Het was nu daglicht elders in de wereld, maar daar (bij de Vesuvius) was de duisternis donkerder en dikker dan in welke nacht dan ook´.


Onderzoekers konden later vaststellen dat de Vesuvius op die dag uitbarstte met 100.000 keer meer thermische energie dan de twee atoombommen die tijdens de Tweede Wereldoorlog op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki zijn gevallen.


De verwoesting van Pompeï


Het duurde niet lang voordat de zwarte wolk met het vulkanische puin Pompeï op tien kilometer afstand bereikte. De stad werd volledig in duisternis gehuld en het gesmolten gesteende, het puimsteen en de hete as begonnen uit de lucht te vallen. Volgens de getuigenissen van Plinius de Jongere probeerden de inwoners van Pompeï wanhopig hun hoofden te beschermen met kussens. Sommige mensen probeerden richting de zee of het nabijgelegen platteland te vluchten, anderen vluchtten hun huizen in, in de hoop dat het ze tegen het vallende puin zou beschermen. De mensen die hun dood hadden geaccepteerd, begonnen op straat te bidden.


Het was op dit moment dat ook de eerste doden vielen in Pompeï. De gebouwen begonnen in te storen onder het gewicht van de groeiende laag puin en de mensen die binnen waren, werden bedolven. Pompeï werd uiteindelik bedolven onder een dikke laag puin van zo´n tien meter dik.


De pyroclastische stromen


Maar het ergste moest nog komen. Ergens in de nacht na het begin van de uitbarsting, of vroeg de volgende dag, ontstonden er pyroclastische stromen in de directe omgeving van de vulkaan. Er ontstond een vernietigende wolk die met grote snelheid langs de zijkanten van de vulkaan racete. Door het nieuwe onderzoek weten we nu dat het slechts een kwartier duurde voordat deze wolk Pompeï volledig had vernietigd.


Deze pyroclastische stromen, die een mix van hete as, gestolde lavastukken en schadelijke gassen met zich meedroegen, konden temperaturen bereiken van meer dan zevenhonderd graden en bewogen met een snelheid van zo´n 130 kilometer per uur. De stromen verwoestten alles wat ze tegenkwamen, zo ook in Pompeï. De stad werd bedolven onder de as en de mensen die nog in de stad waren, maakten geen schijn van kans, ze overleden naar alle waarschijnlijkheid op gruwelijke wijze. Ze konden geraakt worden door rondvliegend puin of stikten nadat ze te veel as of vulkanische gassen hadden ingeademd. Door de extreem hoge temperaturen kon een persoon ook onmiddellijk worden doodgekookt en in enkele gevallen zorgden de hoge temperaturen er zelfs voor dat de schedel kon exploderen.


Tegen de avond van de tweede dag kwam er eindelijk een einde aan de uitbarsting van de Vesuvius, nadat Pompeï en de inwoners volledig waren weggevaagd.


Herculaneum


Het andere stadje aan de rand van de Vesuvius, Herculaneum, werd ook zwaar getroffen door de ramp, maar niet zo hard als Pompeï. In de eerste fase van de uitbarsting werd Herculaneum slechts bedekt onder een paar centimeter as en werd er weinig schade aan de gebouwen aangericht. Veel inwoners konden hierdoor snel op tijd weg te komen uit de stad, voordat de pyroclastische stroom Herculaneum bereikte. Er vielen hier dus minder doden te betreuren dan in Pompeï.


 


Meer duidelijkheid


Door het nieuwe onderzoek en het model van het Departement Aard- en Geomilieukunde, het Nationaal Instituut voor Geofysica en Vulkanologie en Geological Survey is er weer wat meer duidelijk geworden over de verwoestende uitbarsting van de Vesuvius. Met maar een kwartier tijd om te vluchten hadden de inwoners van Pompeï geen enkele kans tegen de overweldigende kracht van de natuur.


 


Bronnen:




 

Ook interessant: 

Rubrieken: 

Beschavingen: 

Landen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt