Uitbarsting van de Vesuvius in 1631
Vesuvius 1631 – Het was al eeuwen lang stil rondom de Vesuvius en de meeste omwonenden wisten niet eens meer dat het een vulkaan was. Opeens explodeerde de top van berg en werden de omliggende dorpen bedolven onder as en lava. De uitbarsting van de Vesuvius op 16 december 1631 eiste minstens 3.000 levens en was de zwaarste sinds 79.
In het jaar 79 na Christus werd Zuid-Italië opgeschrikt door een grote explosie op de berg Vesuvius. De top van de vulkaan barstte uiteen en verscheidene omliggende dorpen, waaronder Pompeii en Herculaneum, werden bedolven onder een laag as, puimsteen en lava. Ondanks het feit dat Romeinse geleerden als Vitruvius en Virgilius op de hoogte waren van de vulkanische activiteit op Versuvius, kwam de uitbarsting voor de lokale bevolking als een complete verrassing. Vermoedelijk kwamen er in totaal meer dan 10.000 mensen om het leven.
In de eeuwen na 79 was er regelmatig sprake van kleinere explosies op Vesuvius. In 472 en 512 vonden er weer twee grote uitbarstingen plaats, maar omdat de vulkanische aard van de berg bekend was, bleef het aantal slachtoffers beperkt. Vanaf de twaalfde eeuw werd er echter, met uitzondering van een zeer kleine explosie in 1500, vrijwel geen activiteit meer waargenomen. In de loop van de tijd raakte de berg bedekt onder een laag bomen en waren er steeds minder mensen op de hoogte van de aanwezigheid van de vulkaan.
Toen er in 1631 rondom de Vesuvius een aantal aardbevingen plaatsvonden, brachten de lokale bevolking dit dan ook niet in verband met de vulkaan. De seismische activiteit rondom de berg hield enkele dagen aan, maar het gebied werd niet geëvacueerd. Toen de Vesuvius daarom in de nacht van 15 op 16 december uitbarstte werd de lokale bevolking wederom verrast. Enkele dorpen op de bergwand werden volledig weggevaagd en naar schatting kwamen tussen de 3.000 en de 6.000 mensen om het leven.