De Blauwe Envelop: het bekendste (en beruchtste) poststuk van Nederland
De blauwe envelop: bij menig Nederlands belastingbetaler breekt het zweet uit als er een op hun deurmat valt. De blauwe envelop is misschien wel het bekendste poststuk van Nederland en is ondanks de toenemende digitalisering amper weg te denken uit de Nederlandse postbezorging. Maar sinds wanneer hebben we eigenlijk te maken met deze blauwe boosdoener en wat leidde tot de invoering ervan?
Belastinginning door de eeuwen heen
In Nederland betalen we al sinds de middeleeuwen een vorm van belasting. Eeuwenlang was het innen van belasting een persoonlijke zaak, belastinginners gingen letterlijk naar belastingplichtigen toe om het geld te innen. Tijdens de middeleeuwen waren de Nederlanden verdeeld in graafschappen. Wanneer de vorst geld nodig had, ging hij langs alle graven die hij had aangesteld om simpelweg te vragen om geld. Er was toen nog geen sprake van een ware belastingplicht, maar meer van een onderlinge afspraak tussen vorst en graaf. Langzaam maar zeker werden dit structurele inningen en ontstonden er verschillende soorten belasting, zoals verponding (grondbelasting) en tol. Met de opkomst van steden in de late middeleeuwen kwamen hier ook accijnzen bij, belasting op levensmiddelen. Deze belastingen werden geïnd bij de stadswaag: het gebouw waar goederen die verhandeld werden gewogen werden, om vervolgens op basis van het gewicht van de goederen een bedrag vast te stellen dat de burgers moesten afstaan. Voor het innen van andere belastingen werden omstreeks 1300 belastingpachters ingezet. Het beroep van belastingpachter werd uitgeoefend door onafhankelijke particulieren die het recht hadden om belasting te innen, waarvan een afgesproken deel aan de lokale en later nationale overheid werd betaald. Wat overbleef mocht de pachter houden, als vorm van inkomen.
In de eeuwen die volgden werden veel nieuwe soorten belastingen ingevoerd, zoals in- en uitvoerrechten en belastingen op luxeproducten. Het systeem van belastingpachters bleef echter tot ver in de 18e eeuw grotendeels onveranderd. De reden voor de teloorgang van het systeem was dat belastingpachters, die altijd al verre van populair waren, in de loop van deze eeuw steeds meer in opspraak kwamen omdat ze een groot deel van de geïnde belasting in hun eigen broekzak staken. De onvrede liep uit op het Pachtersoproer van 1748, een golf van opstanden tegen de pachters, waarbij door het hele land lokale opstanden plaatsvonden.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Tijdens de Franse bezetting van de Nederlanden, aan het einde van de 18e en het begin van de 19e eeuw, werd er definitief een einde gemaakt aan het belastingpachterssysteem: in 1806 werd een nationaal belastingstelsel ingevoerd. Sindsdien hadden particulieren niet langer het recht om belastingen te innen, maar de overheid. Om de belastinginning te regelen werd een ambtenarenapparaat ingevoerd. Hiermee was de Belastingdienst een feit. Belasting innen bleef nog steeds een persoonlijke verrichting: ambtenaren kwamen bij de belastingplichtigen langs om de belasting te innen. Een aantal jaar na de nederlaag van Napoleon in 1815 werd het Franse systeem vervangen door een Nederlands systeem. Het Nederlandse stelsel leek veel op het Franse, maar was nu onderverdeeld in vijf categorieën: directe belastingen, indirecte belastingen, accijnzen, in- en uitvoerrechten en belastingen op goud- en zilverwerk.
Het belastingsysteem werd met de uitbreiding van het overheidsapparaat steeds complexer. Aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw nam de overheid steeds meer taken op zich, waaronder onderwijs, gezondheidszorg en volkshuisvesting. Ook werden verschillende vormen van sociale zekerheid ingevoerd. Om dit te financieren moesten nieuwe belastingen ingevoerd worden. Door het steeds complexer worden van de overheid werd het persoonlijk innen van belasting steeds ingewikkelder.
De modernisering van de post
Een andere 19e-eeuwse ontwikkeling was de modernisering van de post. Post werd steeds makkelijker en sneller verzonden door postschepen en -treinen. Voor centraliserende overheden werd post een steeds belangrijker middel om hun uitbreidende functies uit te voeren. De Nederlandse staat kreeg al in 1810 het monopolie op postbezorging. Vanaf 1850 werden in grote steden brievenbussen geplaatst, wat in de jaren daarna uitgebreid werd met brievenbussen door heel Nederland. Hierdoor werd post versturen toegankelijk voor de hele bevolking. De toegankelijkheid nam nog verder toe met de uitvinding van de moderne postzegel in 1840 in Groot-Brittannië. Deze uitvinding maakte het postsysteem makkelijker en goedkoper en de postzegel werd kort daarna, in 1852, dan ook in Nederland ingevoerd.
De eerste blauwe envelop
Door de bovengenoemde ontwikkelingen en de toegenomen toegankelijkheid van de post, werd het een logisch middel voor de overheid om belastingzaken te vergemakkelijken. In 1914 werd met de Wet op de Inkomstenbelasting de eerste algemene inkomstenbelasting ingevoerd voor inkomen uit arbeid, bedrijf en vermogen. Hierbij werden ook het aanslagbiljet en de blauwe belastingenvelop geïntroduceerd, die in 1915 voor het eerst verstuurd werden naar alle belastingplichtigen. Op het aangiftebiljet diende iedereen bij de start van een nieuw belastingjaar de bestaande en de te verwachten inkomsten op te schrijven. De bedoeling van de blauwe kleur van de envelop was dat belastingpost dan makkelijk te onderscheiden zou zijn van andere post. Sindsdien is de blauwe belastingenvelop niet meer weg te denken uit de Nederlandse post. Gedurende lange tijd was de Belastingdienst niet de enige die enveloppen in een blauwe kleur mochten versturen. Sommige reclamebureaus gebruikten ook blauwe enveloppen, zodat deze sneller opvielen en geopend zouden worden. Om dit te verhelpen kreeg de belastingdienst in 1993 hier het alleenrecht op.
In 2015 werd de Wet Elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst aangenomen, met als doel om de communicatie tussen de Belastingdienst en belastingplichtigen te digitaliseren. Belastingaangiftes kunnen hierdoor tegenwoordig ook online en via een app gedaan worden. Hiermee neemt het gebruik van blauwe enveloppen steeds meer af. Er kwam veel kritiek op de wet van mensen die stelden dat de wet moeilijkheden veroorzaakte voor mensen die digitaal minder vaardig waren. Daarom heeft de overheid in 2016 besloten dat mensen zelf mogen kiezen of ze hun belastingzaken online of op papier regelen. De iconische blauwe envelop blijft hiermee nog in omloop, al is het de vraag hoe lang dit nog zal duren.
Bronnen:
- Belasting en Douanemuseum: Digitale reis door de geschiedenis van belastingen in Nederland
- InfoNu: Post in de negentiende eeuw
- Mr. Online: De geschiedenis van belastingen in vogelvlucht: waar komt die blauwe envelop eigenlijk vandaan?