Atlas Maior: de beroemdste atlas van Nederland
In de zeventiende eeuw drukte het Amsterdamse bedrijf van de familie Blaeu kaarten en atlassen die wereldberoemd werden. Hun bekendste werk is de Atlas Maior uit 1662: een prachtig geïllustreerde atlas van de toen bekende wereld, vervaardigd door Willem Blaeu en samengesteld door zijn zoon Joan Blaeu. Deze atlas stond symbool voor rijkdom en kennis, en er was dan ook grote vraag naar.
Oprichting van het bedrijf
Het familiebedrijf werd opgericht door Willem Janszoon Blaeu (1571-1638), die de eerste kaarten in 1605 drukte. Hij was de zoon van een koopman, en in 1595 vertrok hij voor een half jaar naar Denemarken. Hier ging hij in de leer bij de beroemde astronoom Tycho Brahe, waar hij bovendien leerde hoe hij globes kon maken. Eenmaal terug in Nederland richtte hij rond 1600 een drukkerij op, die zich al snel in globes en kaarten begon te specialiseren.
De kwaliteit van de kaarten van Blaeu was onmiskenbaar, en bovendien werkte hij op een vernieuwende manier. In plaats van zelf op pad te gaan en informatie te verzamelen, gebruikte hij bestaande kaarten. Daarbij was hij in dienst bij de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), waardoor hij de mogelijkheid had om scheepsjournalen en reisverslagen in te zien en zo op de hoogte te blijven van geografische ontwikkelingen. Het bedrijf werd dan ook vrij snel in binnen- en buitenland bekend vanwege de kwaliteit van de kaarten.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Amsterdam in de Gouden Eeuw
De bekendheid van het bedrijf ging samen met de groei van Amsterdam als internationaal handelscentrum in de zestiende en zeventiende eeuw. Veel zeelieden en reizigers hadden natuurlijk behoefte aan navigatie, maar onder de hogere klassen in de stad bleek ook veel belangstelling te heersen voor de kaarten. Mede door de bloeiende internationale handel beleefde de Nederlandse Republiek destijds namelijk een periode van ongekende economische bloei, die we nu als de Gouden Eeuw kennen. Hierdoor ontstond er ook een klasse van welgestelde burgers. Deze elite had wel interesse in meer informatie over de onbekende ‘nieuwe wereld’, en had veel geld over voor overdadig uitgevoerde kaarten en atlassen. De familie Blaeu kon goed op deze vraag inspelen.
Atlassenwedloop
Na de dood van Willem Janszoon in 1638 nam zijn zoon Joan (ca. 1598-1673) de drukkerij over, waarna het bedrijf nog groter werd. Er werkten tijdens Joans eigenaarschap maar liefst tachtig mensen bij de vijftien drukpersen van het bedrijf, wat deze drukkerij destijds tot de grootste van de wereld maakte. Gezien de grote vraag naar atlassen en kaarten in het Amsterdam van de zeventiende eeuw, is het echter niet verrassend dat de familie Blaeu niet de enige aanbieder op de markt was. In de jaren 1630 ontstond er een grote concurrentiestrijd tussen het bedrijf van Blaeu en de uitgever Johannes Janssonius (1588-1664), die bovendien buren van elkaar waren.
Voorheen specialiseerde Willem Blaeu zich met name in de productie van globes en maritieme cartografie, maar de vraag naar dit soort uitgaven daalde in de jaren 1630. Hij begon zich daarom te verdiepen in de atlassen, en vond dat hij de wereldatlas van Janssonius makkelijk kon verbeteren. In 1630 publiceerde hij de Atlantis appendix sive pars altera met zestig kaarten. Dit gaf het startsein voor een ware atlassenwedloop. Hierbij bracht de ene drukkerij steeds een nog omvangrijkere atlas dan die van zijn concurrent uit, waarna de ander poogde deze weer te overtreffen. De atlassen werden zo steeds uitgebreider, en de twee uitgevers kopieerden elkaar bovendien regelmatig. Na de dood van zijn vader nam Joan de strijdbijl over, en de concurrentiestrijd duurde nog tientallen jaren voort. De Atlas Maior, uitgegeven in 1662, was - gelukkig voor Blaeu - een groot succes. De typografie van Blaeu overtrof namelijk die van Janssonius, waardoor de atlas een statussymbool voor de elite werd.
Atlas Maior
Deze concurrentiestrijd bereikte zijn hoogtepunt in 1662, toen Blaeu de Atlas Maior uitbracht in reactie op de Duitse Novus Atlas absolutissimus van Janssonius. Eigenlijk wilde Joan – in plaats van ‘slechts’ een wereldatlas – een kosmografie produceren: een complete beschrijving van de toen bekende hemel, aarde en zeeën. Hoewel dit plan uiteindelijk te ambitieus bleek, kon hij wel een prachtige meerdelige wereldatlas creëren met bijna zeshonderd kaarten en duizenden pagina’s aan beschrijvingen, verspreid over negen tot twaalf delen (afhankelijk van de uitgave). De kaarten waren echter voor het grootste deel niet origineel: velen waren verouderd of al eerder uitgegeven. Toch bleef de atlas enorm hoog gewaardeerd, met name vanwege de prachtige uitvoering van kaarten en illustraties. Dit was ook terug te zien in de prijs: de ongekleurde versie kostte 350 gulden (meer dan het jaarinkomen van een ambachtsman destijds), en ingekleurd was de koper maar liefst 450 gulden kwijt. Er werden waarschijnlijk tussen de 200 en 650 van deze atlassen verkocht.
Dit werk zou het hoogtepunt in de Nederlandse atlasproductie worden (en ook meteen het duurste meerdelige boek uit de zeventiende eeuw), en de Atlas Maior werd direct uitgegeven in meerdere talen. Het laat (ondanks de af en toe verouderde informatie) zien hoeveel kennis is vergaard door ontdekkingsreizen en handelscontacten.
Omslagpunt in atlasproductie
De Atlas Maior was het hoogtepunt van de Nederlandse atlasproductie, maar vrij snel na de publicatie stortte deze ook weer ineen. In 1664 overleed Janssonius en viel zijn drukkerij stil. In 1672 vond er vervolgens een grote brand plaats in een van de panden waar de atlassen van Blaeu werden gedrukt. Hierbij gingen veel van de koperplaten waarmee de kaarten werden gedrukt verloren. Kort hierna stierf Joan, waarna zijn beide zoons tot het einde van de zeventiende eeuw de drukkerij probeerden voort te zetten. Hun pogingen hadden echter geen succes. Daar kwam nog bij kijken dat drie verschillende landen vrijwel gelijktijdig de oorlog verklaarden aan de welvarende Republiek in 1672: Frankrijk, Engeland en de Duitse bisdommen. De Republiek verloor hiermee haar leidende economische positie in Europa, waardoor ook het epicentrum van de cartografie naar elders verschoof. Met name in Engeland en Frankrijk verschenen in deze periode steeds meer atlassen. Dit betekende het einde van de leidende positie van Nederlandse atlassen.
BRONNEN
AFBEELDINGEN
- Wereldkaart bovenaan: Joannes Blaeu, Public domain, via Wikimedia Commons
- Kaart kasteel Tycho Brahe: Joan Blaeu, Public domain, via Wikimedia Commons
- Kaart Nederland: Joan Blaeu, Public domain, via Wikimedia Commons