Home » Reportage
Geschiedenis van de elektrische auto

De geschiedenis van de elektrische auto

De laatste jaren zien we steeds vaker elektrische auto’s op de Nederlandse wegen. Niet zo vreemd, aangezien ons land wereldwijd een van de koplopers op het gebied van elektrisch rijden is. Sinds 2012 neemt het aantal oplaadbare auto’s dan ook elk jaar weer toe. Bovendien laten steeds meer mensen een laadpaal thuis zetten, waardoor het straatbeeld nog verder veranderd. Door deze stormachtige opkomst, zou je misschien denken dat de elektrische auto nog niet zo lang rondrijdt. Niets is echter minder waar, 120 jaar geleden waren ze zelf populairder dan auto’s op benzine.

Je zou het misschien niet verwachten, maar de eerste voorlopers van de elektrische auto’s zagen al het levenslicht in de vroege negentiende eeuw. Deze wagens verschilde echter sterk van de elektrische auto’s die wij nu kennen. Een laadpaal specialist zou toen dan ook weinig met deze modellen hebben gekund.

Sibrandus Stratingh

In deze periode experimenteerde diverse uitvinders met het idee van een elektrisch voertuig, onder andere in Hongarije, de Verenigde Staten en Nederland. Zo bouwde de Groningse hoogleraar Sibrandus Stratingh in 1835 een schaalmodel. Dit miniatuurwagentje kon 20 minuten rijden, woog drie kilo en kon ‘slechts’ 1,5 kilo aan gewicht dragen. Dit lijkt nu misschien niet zo indrukwekkend, maar met de technologie van toen was het een hele prestatie. Een ‘volwaardig’ elektrisch voertuig was echter nog ver weg.

Populairder dan benzineauto’s

Vanaf de jaren 1880 kwam er meer schot in de ontwikkeling van de elektrische auto. Dit kwam voor een belangrijk deel omdat men in Frankrijk bruikbare elektrische batterijen had ontwikkeld. Hierdoor werd het ook mogelijk om grotere voertuigen om stroom te laten rijden. In de jaren daarop ontwikkelde diverse Franse, Duitse en Amerikaanse fabrikanten hun eigen elektrische automobiel. Deze sloegen met name in de Verenigde Staten goed aan, waar ze zelf populairder werden dan auto’s op benzine. In 1900 reed daar namelijk 38% van de auto’s op elektriciteit, versus 22% op benzine. De overige 40% reed op stoom.

Luxe vervoermiddel voor in de stad

De reden hiervoor was dat elektrische auto’s begin twintigste eeuw een stuk comfortabelere waren dan auto’s op benzine. Benzinemotoren hadden in deze periode namelijk een aantal grote nadelen. Ze maakten een hoop lawaai, gingen voortduren kapot en er kwam tijdens het rijden een hoop uitlaatgassen vrij. Vergeleken hiermee waren elektrisch auto’s een stuk betrouwbaarder en stiller. Bovendien kostte moest men benzineauto’s met een slinger starten, waar een hoop spierkracht voor nodig was. Hierdoor ontwikkelde de elektrische auto zich tot een soort luxe-vervoermiddel, dat vooral voor transport binnen de grote steden werd gebruikt.

Taxibedrijven

In Nederland verschenen er begin twintigste eeuw diverse taxibedrijven die met elektrische auto’s reden. Zo richtte de Amsterdamse Rijtuigmaatschappij in 1908 de ATAX (Amsterdamsche Taxameter Automobielen Maatschappij) op. Dit bedrijf schafte elektrische auto’s uit Duitsland aan en liet oplaadstations aanleggen aan Keizersgracht en de Beursstraat. De ATAX bleek al snel een succes en beschikte in 1914 al over 60 elektrische taxi’s.

Overvleugeld door benzineauto

Rond deze periode begon de elektrische auto het echter geleidelijk aan af te leggen tegen de benzineauto’s. In 1912 had het Amerikaanse General Motors namelijk de elektrische startmotor uitgevonden. Hierdoor was er geen slinger meer nodig om deze auto’s te starten. In de jaren daarop voerde fabrikanten diverse verbeteringen door aan deze wagen, waardoor ze steeds meer voordelen kregen ten opzichte van de elektrische auto’s. Zo werden ze een stuk sneller dan hun elektrische tegenhangers, die met hun zware accu’s een beperkte topsnelheid en actieradius hadden.

Toen Henry Ford bovendien begon met de massaproductie van benzineauto’s werden deze ook nog eens een stuk goedkoper. Hiermee had de elektrische auto de concurrentiestrijd definitief verloren. Vanaf de jaren ‘20 raakten deze wagens dan ook in onbruik. Tijdens de Tweede Wereldoorlog beleefde ze nog een korte opleving vanwege de brandstofschaarste, maar na 1945 verdwenen ze weer grotendeels uit het straatbeeld.

Opnieuw in de belangstelling

Pas in de jaren ’70 nam de belangstelling voor elektrische auto’s weer toe, grotendeels dankzij de Oliecrisis van 1973. Hoewel de auto’s weer naar de achtergrond raakte toen de olieschaarste voorbij was, werkte men achter de schermen volop door aan deze modellen. Dankzij deze inspanningen ging de snelheid van auto’s omhoog en konden ze langere aftanden afleggen.

Elektrische auto maakt een comeback

Het zou echter nog tot het einde van de jaren ’90 duren voordat de elektrische auto weer bij het grote publiek doorbrak. In deze periode namen de zorgen over de klimaatverandering namelijk toe, waardoor bij een steeds groter deel van de bevolking de behoefte ontstond om de uitstoot van broeikasgassen omlaag te brengen. Voor veel mensen was de elektrische auto hier een geschikte oplossing voor. Grote merken als Ford en Toyota introduceerde in 1997 de Hybride auto’s, waarin een elektrische en verbrandingsmotor werden gecombineerd. Met name de Prius van laatstgenoemde bleek een enorm succes.

De laatste jaren verschijnen er ook steeds meer volledige elektrische auto’s op de markt. Met name vanaf 2014 zien we in Nederland steeds meer van deze modellen op de markt. Hoewel benzineauto’s nog steeds in de meerderheid zijn, is het niet ondenkbaar dat ze ooit opnieuw zullen worden overvleugeld door elektrische auto’s.

Bronnen:

Afbeelding:

Partners: 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.