De geschiedenis van de gordijnen
Tegenwoordig hangen er in vrijwel alle Nederlandse huizen gordijnen voor de ramen. Deze interieurstukken houden zonlicht buiten, zorgen voor privacy of dienen simpelweg als decoratie. Hierdoor zou je misschien denken dat er altijd al gordijnen voor ramen hingen. Toch is dit niet zo. Een paar eeuwen geleden gebruikten we weliswaar al gordijnen, maar deze hingen op een heel andere plek in het huis.
Grieken en Romeinen hingen gordijnen in de kamer
Uit archeologische opgravingen blijkt dat de Oude Grieken en de Romeinen al gordijnen kenden. Zo zijn er resten van gordijnen gevonden in onder meer Olynthos, Pompeii en Herculaneum. Deze gordijnen hingen echter niet voor de ramen, maar dwars door de kamers. De Grieken en Romeinen gebruikten deze stukken stof namelijk om kamers op te delen. Veel huizen bestonden in deze tijd namelijk uit één groot vertrek, waardoor de bewoners maar weinig privacy hadden. Door gordijnen op te hangen kon men toch een soort ‘eigen kamer’ creëren.
Privacy in de middeleeuwen
Ook tijdens de middeleeuwen gebruikte men gordijnen, maar niet voor de ramen. Nu hingen ze namelijk vooral in de deuropeningen en voor de bedden. In het laatste geval speelde mee dat veel huizen ook nu uit een vertrek bestonden, waarbij hele families soms hetzelfde gebouw deelden. Hierbij wilden koppels ’s nachts soms wat privacy, waarvoor ze dan de gordijnen konden dichttrekken. Ramen bedekte men in deze periode vooral met houten luiken. Dit moest ook de kou tegenhouden, aangezien alleen de allerrijksten zich in de middeleeuwen glazen vensters konden veroorloven.
Opkomst gordijn
Pas vanaf de zeventiende eeuw begon men in Nederland ook gordijnen voor de vensters te hangen. In deze periode nam de welvaart hier namelijk enorm toe, waardoor steeds meer rijke kooplieden huizen met glazen vensters konden betalen. Hierbij hingen ze ook gordijnen voor de ramen, waarschijnlijk om de koude tocht tegen te houden en het nachtelijk duister aan het oog te onttrekken. Fabrieken bestonden er toen nog niet, dus de meeste kooplieden bediende zich van gordijnen op maat. Tegelijk met de venstergordijnen, kwamen ook vitragegordijnen op: gordijnen van doorzichtige stof die het raam permanent bedekten.
Populariteit schiet omhoog
In de negentiende eeuw werden gordijnen steeds populairder. Door de industriële revolutie daalden de prijs van textiel namelijk enorm, waardoor gordijnen een stuk goedkoper werden. Er verschenen dan ook steeds meer soorten gordijnen op de markt, van deurgordijnen tot raamdecoraties met patronen. Hierbij hingen er soms wel drie verschillende gordijnen voor een venster: een vitrage, een gordijn en een overgordijn.
Tegenwoordig
Vanaf de jaren ’60 van de twintigste eeuw raakte dit soort uitgebreide gordijnen grotendeels in onbruik. Gordijnen moesten nu vooral functioneel en praktisch zijn. Daarom ontwikkelde men ook mechanische systemen om de gordijnen eenvoudig open en dicht te kunnen doen, zoals rolgordijnen. Inmiddels zijn gordijnen vooral praktische voorwerpen, om de privacy te bewaken. Al speelt het decoratieve element natuurlijk nog steeds een rol.
Bronnen:
Afbeeldingen:
- Foto: flo21 from Montreal / CC BY-SA, via Wikimedia Commons