De Schat van Springendal
De goudschat van Springendal is één van de belangrijkste vroegmiddeleeuwse archeologische vondsten van Nederland. De schat bestaat uit ruim honderd gouden munten (soms kleine stukjes), zes zilveren munten en een aantal sieraden. Alle voorwerpen komen uit de 6de-7de eeuw na Chr., de Merovingische tijd. Een deel van de schat was in 2022 gepresenteerd in Rijksmuseum Twente. In december 2022-maart 2023 waren alle vondsten samen te zien in het Rijksmuseum van Oudheden.
Offerplaats
Het Springendal is een natuurgebied van Staatsbosbeheer in Twente, bij het buurtschap Hezingen in de gemeente Tubbergen. De gouden en zilveren munten en sieraden zijn vanaf de 6de eeuw achtergelaten bij houten palen die een kruispunt van wegen markeren. Op die herkenbare plek in het landschap hebben lang verschillende (groepen) mensen een eeuw waardevolle bezittingen achtergelaten. Dit duidt erop dat dit mogelijk een offerplaats is geweest.
Goud en zilver
Bij de palen lag op diverse plaatsen goud en zilver begraven. Soms sieraden van edelmetaal, zoals hangertjes die aan kralenkettingen werden gedragen, maar vooral munten. Veel daarvan vermelden ‘Dorestad’, maar er zijn ook Zuid-Franse munten bij, zelfs één van een nog ongeïdentificeerde muntplaats. Er zijn ook riemonderdelen gevonden. Die zijn ouder dan het goud: een aanwijzing dat het kruispunt al langer in gebruik was.
Vondst van nationaal belang
Het offeren van schatten op belangrijke plekken in het landschap is een bekend ritueel uit de Vroege Middeleeuwen. Hier is dat uitgevoerd in een periode met christelijk gezag en op de achtergelaten munten zijn Merovingische koningen, muntplaatsen en duidelijke kruisen te zien. Uit de Vroege Middeleeuwen zijn vooral begraafplaatsen met grafgiften gevonden en afval bij woonplaatsen. De schat van Springendal is geen van beide en stamt bovendien uit een regio waaruit weinig over de Merovingische periode bekend is. De offerplaats werpt licht op het samen bestaan van natuurgodsdiensten en het christendom in deze tijd. De combinatie van de bijzondere objecten en de omgeving en staat waarin ze gevonden zijn, maakt deze schat tot de belangrijkste vroegmiddeleeuwse archeologische vondst van Nederland in de afgelopen vijftig jaar.
Detectorvondsten aangekocht voor Rijkscollectie
De eerste gouden munten en hangertjes zijn in 2019 gevonden door hobby-archeologen met metaaldetectoren. Ze meldden hun ontdekking bij de archeologische organisatie PAN (Portable Antiquities of the Netherlands), waarna in 2020-2021 archeologisch onderzoek is uitgevoerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Daarna bleven de ontdekkers het terrein in de gaten houden en werden nog meer gouden munten gevonden. Het Rijksmuseum van Oudheden kocht in 2022 alle vondsten uit privébezit aan voor de archeologische Rijkscollectie. De opgravingsvondsten blijven eigendom van de provincie Overijssel.