Het gebedenboek van Maria van Gelre
Een van de belangrijkste boeken uit de middeleeuwse Noordelijke Nederlanden is het gebedenboek van Maria van Gelre. Wat maakt dit boek zo’n bijzonder werk?
Gebedenboeken vervulden een belangrijke rol in het middeleeuwse geloofsleven. De boeken bevatten een uitgebreid schema van jaarlijkse en dagelijkse gebeden, die de gelovigen moesten volgen. Edelen hadden zulke –vaak rijk versierde- boeken in hun bibliotheek, om vanuit huis en in de kerk hun dagelijkse gebeden mee te volbrengen.
Een gebedenboek voor een hertogin
In het begin van de vijftiende eeuw liet hertogin Maria van Gelre zo’n boek maken. Het werk, van maar liefst twaalfhonderd pagina’s, of liever gezegd zeshonderd folia, zou een hoogtepunt worden in de vijftiende-eeuwse boekproductie in de Noordelijke Nederlanden. De monnik die dit omvangrijke werk kopieerde was broeder Helmich die Lewe. Naast de bekende teksten en gebeden leverde Helmich die Lewe ook maatwerk, waardoor het gebedenboek van Maria van Gelre in veel opzichten een uniek werk is geworden.
Ongebruikelijk gebedenboek
Het gebedenboek is niet in het Latijn of in het Frans opgesteld, maar in het Nederrijns, de volkstaal en in ieder geval de taal van het gebied waar ze als hertogin kwam te wonen. Dat moet voor Helmich een aanzienlijke klus zijn geweest, omdat lang niet alle gebeden al in deze taal bestonden. In het boek zijn ook verschillende religieuze invloeden te herkennen, van de Moderne Devotie, maar ook invloed uit Frankrijk. Daarnaast stonden er ook gebeden ‘op maat’ in het gebedenboek. Het beste voorbeeld is een gebed waarmee Maria voor het welzijn van haar echtgenoot kon bidden. Helmich handelde in opdracht van Maria van Gelre zoals te lezen is in het ‘colofon’ van het boek: daar wordt haar naam genoemd, hoogst ongebruikelijk voor dit type boeken.
Portret ten voeten uit
Helmich die Lewe voltooide de tekst van het boek in 1415, op Sint Matthiasavond. Precies op tijd voor Maria’s 35e verjaardag en ook nog op tijd voor het tienjarig huwelijksfeest van de hertogin. Het boek was toen nog niet af: in de tijd daarna zijn de honderden miniaturen, sierinitialen en andere versieringen aangebracht. Een opvallende miniatuur is de afbeelding van Maria van Gelre. Op dat portret staat zij, ten voeten uit en in het blauw gekleed afgebeeld, bijna alsof ze zelf in de huid van de heilige Maria wilde kruipen. Na het overlijden van haar man liet Maria het boek verder uitbreiden.
Het boek is vandaag de dag niet meer volledig. Door een combinatie van schenkingen en overervingen is een klein deel van het boek in Wenen terechtgekomen; het overgrote deel, via het hof van de Pruisische koning, in Berlijn. Daar wordt het tegenwoordig bewaard in de Staatsbibliothek zu Berlin – Preußischer Kulturbesitz. In de loop der eeuwen zijn er elf miniaturen uit het boek gesneden.
Blader zelf door het gebedenboek
In 2015 begon de Radboud Universiteit in Nijmegen een crowdfundingcampagne om geld in te zamelen voor een groot onderzoek naar het gebedenboek van Maria van Gelre. In de jaren 70 van de vorige eeuw werd het boek uit de band gehaald. De afgelopen jaren onderzochten letterkundigen, kunsthistorici en historici van de Radboud Universiteit in samenwerking met de Staatsbibliothek zu Berlin het boek. Het hele boek is gescand en getranscribeerd. Het Berlijnse deel van het handschrift , is digitaal door te bladeren op de site van de Radboud Universiteit. De Radboud Universiteit heeft ook een website over Maria van Gelre.