Hoe bewaarde men ijs voordat de koelkast werd uitgevonden?
IJs wordt al duizenden jaren gebruikt om voedsel te bewaren en vers te houden, en was daarmee van onschatbare waarde. In de winter was er meestal ijs in overvloed, maar hoe zorgde men ervoor dat ze ook ijs konden gebruiken als het weer ging dooien?
De eerste ijskelders
Om het ijs op een efficiënte manier te bewaren bouwde men zogeheten ijskelders. De eerste ijskelders werden vermoedelijk al gebouwd in China en Mesopotamië ver voor onze jaartelling. In Europa werden de meeste ijskelders rond de middeleeuwen gebouwd. Deze kelders werden vaak enkele meters onder de grond gebouwd, dicht bij natuurlijke bronnen van ijs, zoals zoetwatermeren of rivieren. Wanneer ’s winters het water bevroor, werd het ijs in grote blokken gezaagd of gehakt en naar de kelders gebracht. Door het ijs te isoleren met een laag stro en zaagsel smolt het minder snel. Door het vele ijs wat in de kelders opgeslagen lag, kwam de temperatuur in zo’n kelder vaak rond het vriespunt te liggen waardoor het ijs maandenlang bevroren bleef.
Renaissance
Tijdens de renaissance in Europa werden de ijskelders geavanceerder en vaak omgebouwd tot heuse ijshuizen. Deze ijshuizen werkten in principe hetzelfde als de ijskelders, alleen verschilden vooral in omvang met hun voorgangers. Deze grote gebouwen waren vaak half begraven in de grond om de koelte te bewaren, en hadden dikke stenen muren die geïsoleerd werden met hooi, stro en schapenwol. In Nederland en België zijn er nog veel ijshuizen en kelders overgebleven. Zo heeft paleis Soestdijk bijvoorbeeld nog een ijskelder en ook in kasteel De Haar is er nog een authentieke ijskelder te zien.
De ijshandel
Na de industriële revolutie in de 19de eeuw werden de mogelijkheden om ijs te bewaren geavanceerder en ook commerciëler. Het idee van ijskelders en ijshuizen verspreidde zich onder andere ook over de Verenigde Staten en Canada. Blokken ijs werden op grote industriële schaal uit bevroren meren en rivieren gehakt en opgeslagen in de steeds beter geïsoleerde ijskelders. Vanaf hier bestond een ware wereldhandel in ijs. Blokken ijs werden vanaf Noord-Amerika en ook Scandinavië tot over de hele wereld verscheept door middel van geïsoleerd schepen.
Het einde van de ijshuizen
Met de uitvinding van de elektrische koelkasten en vriezers in de 20ste eeuw verdween de behoefte aan ijskelders en ijshuizen geleidelijk. De mogelijkheid om voedsel thuis te koelen zonder afhankelijk te zijn van natuurlijk ijs markeerde een keerpunt in de geschiedenis van voedselbewaring. Tegenwoordig is het voor iedereen makkelijk om spullen te koelen. Zelfs op grote schaal is het geen uitdaging meer om veel producten koel te houden. Met de horeca koelkast kunnen bedrijven gemakkelijk al hun etenswaren koel houden en is derving makkelijk te voorkomen.
Het lijkt vanzelfsprekend dat de koelkast al snel gemeengoed werd in het huishouden, maar gek genoeg viel dat wel mee. Hoewel de elektrische koelkast in 1933 in Nederland werd geïntroduceerd, had in 1954 nog maar een paar procent van de Nederlandse huishoudens een koelkast. In de crisisjaren voor de Tweede Wereldoorlog en de jaren van de Wederopbouw kon een koelkast voor veel huishoudens een flinke verbetering betekenen, maar de aanschafprijs was simpelweg te hoog. Een grote marketingactie van een supermarktbedrijf zorgde ervoor dat de prijzen van koelkasten snel daalden, waardoor de koelkast voor een veel grotere groep betaalbaar werd. Het meest verkochte koelkastmodel is het kleine tafelmodel, dat onder een aanrecht past. Die zie je niet alleen in huishoudens, het compacte formaat zorgt er ook voor dat zo’n koelkast prima als kleine horeca koeling onder een bar kan fungeren.
IJskelders in de toekomst
Inmiddels is de koelkast niet meer weg te denken. Je zou denken dat de ijskelder daarmee verdwenen is, maar dat klopt niet. Het idee van de ijskelder lijkt een heuse comeback te maken. In veel wintersportgebieden wordt geëxperimenteerd met ‘snow farming’ Door de klimaatverandering zijn wintersportgebieden steeds minder zeker van voldoende sneeuw, vooral aan het begin van het winterseizoen. Daarom slaan veel skigebieden sneeuw aan het einde van de winter op, zodat ze die de volgende winter weer over De sneeuw wordt vaak opgeslagen in daarvoor ingerichte hallen, of onder verschillende lagen dekzeil en stro. Net als in de ijskelders dus.