Revolutie in contactlenzen door koppige scheikundige
Het concept van de contactlens is al bijna vijf eeuwen oud. Grote denkers als Leonardo da Vinci en René Descartes tekenden al ontwerpen voor deze uitvinding. Pas eind negentiende eeuw was de technologie ver genoeg om de eerste glazen lenzen te introduceren. De contactlens werd in de twintigste eeuw verder doorontwikkeld, tot het product dat wij vandaag de dag kennen. Een van de belangrijkste stappen hierin was de introductie van de zachte lens. Dit is grotendeels het werk van de Tsjechische scheikundige Otto Wichterle, aan wiens koppigheid deze uitvinding te danken is.
Otto Wichterle
Wichterle was de zoon van een Tsjechische fabriekseigenaar, wiens intellect en belangstelling voor scheikunde hem als snel deden opklimmen in de academische wereld. Hij was echter ook zeer uitgesproken en aarzelde niet om zijn mening te geven. Na de communistische machtsovername in Tsjecho-Slowakije in 1948, bracht dit hem regelmatig in de problemen. Vanwege zijn achtergrond en openlijke kritiek op de communistische partij, stond hij continu onder toezicht van de Tsjechische geheime dienst.
HEMA
Ze stonden hem voorlopig wel toe om zijn werk te blijven voortzetten. Wichterle raakte begin jaren 50 in de trein in gesprek met een oogarts, die hem wees op de ongemakken van zijn patiënten. Wichterle was meteen gefascineerd en bedacht dat scheikunde wellicht de oplossing kon bieden. Daarom sloeg hij aan het experimenteren. Met zijn assistent Drahoslav Lím ontwikkelde hij halverwege de jaren 50 Hydroxyethylmethacrylaat (HEMA), een zacht water-absorberend plastic. Tot dat moment hadden lenzen als nadeel dat er bij langdurig gebruik te weinig zuurstof bij de ogen kwam en de ogen uitdroogden. Het materiaal van Wichterle verhielp deze problemen grotendeels. De enige moeilijkheid was nu nog om zijn materiaal in de juiste vorm te krijgen.
Improviseren
In 1958 gooide de politieke situatie in Tsjecho-Slowakije echter roet in het eten. Toen de partij de bezem door de universiteit van Praag haalde, was de kritische Wichterle een van de honderden die het veld moesten ruimen. Vanwege zijn expertise, stonden de autoriteiten hem wel toe een eigen instituut op te richten. Daar experimenteerde hij enkele jaren op eigen houtje verder. Op kerstavond 1961 was het zover. Met de speelgoedbouwdoos van zijn kinderen en de motor van een platendraaier wist Wichterle zijn zachte plastic tot een draagbare contactlens om te vormen. Na de nieuwe lens op zichzelf te hebben uitgetest, ging hij met zijn uitvinding naar de autoriteiten. Die liepen echter niet bepaald warm voor Wichterles ontdekking. Aangezien patenten via de Tsjecho-Slowaakse staat verliepen, verkochten zij het patent op Wichterles uitvinding voor een schijntje aan een Amerikaanse oogarts. Wichterle heeft daardoor geen cent gezien van de omvangrijke lensindustrie die als gevolg van zijn uitvinding ontstond.
In ongenade gevallen
Tijdens de Praagse Lente steunde Wichterle de hervormingen volop. Toen het Warschaupact Tsjecho-Slowakije binnenviel, kwam hem dit duur te staan. Hij werd met vervroegd pensioen gestuurd en mocht zich niet meer met onderzoek bezighouden. Pas na de val van het communistische regime kreeg Wichterle de erkenning die hij verdiende. Het is voor een belangrijk deel aan deze scheikundige te danken dat we beschikken over zachte lenzen met lenzenvloeistof, in plaats van glazen lenzen.