Home » Reportage
Geschiedenis van tuinen

Van geurige zodenbank tot luxe tuinstoel

Tegenwoordig kan een grote, goed onderhouden tuin een flink verschil maken in de verkoopprijs van een huis. Hoe heeft de Nederlandse tuin zich door de eeuwen heen ontwikkeld?

Klooster- en kasteeltuinen

Tot en met de Middeleeuwen waren tuinen vooral te vinden bij kloosters, kastelen en paleizen. In verband met de veiligheid lagen deze tuinen meestal binnen de muren. Kloostertuinen moesten Gods schepping en het paradijs op aarde verbeelden, en er werden vaak geneeskrachtige kruiden in verbouwd. Andere tuinen bestonden alleen uit gras met wat bomen en waren bedoeld om in te mediteren. Een zodenbank met geurige kruiden bood daarbij zitplaats. Kasteeltuinen hadden deels dezelfde functies, maar hadden ook ruimte voor vermaak in de zogenaamde “lusthoven”. 

Groenten en fruitbomen werden buiten de muren op het land geteeld, en werden daarom niet tot de tuin gerekend.

Maat en verhouding in de Franse tuin

In de Renaissance kwam het humanisme op, waardoor men zich (her)oriënteerde op de klassieke oudheid. Boekwerken, onder andere over de natuur, werden als uitgangspunt in de tuinarchitectuur gebruikt. Zo speelden de klassieke theorieën over juiste verhoudingen en over symmetrie en harmonie een belangrijke rol. Tuinen op basis van de klassieke leer werden voor het eerst in Italië aangelegd. Tijdens Franse veldtochten in Italië kwamen de Fransen in contact met de nieuwe tuinen, die zij vervolgens op grote schaal in Frankrijk begonnen aan te leggen. In de rest van de wereld kwamen de tuinen in de stijl van de Renaissance dan ook bekend te staan als Franse tuinen. 

Planten in Franse tuinen hadden een vaste plaats in de tuinbedden en in potten, en onder sierplanten was er weinig variëteit. Alle paden liepen gelijkwaardig aan elkaar, hagen werden van hoog naar laag strak geschoren, en de gehele tuin werd gekenmerkt door een vierzijdige symmetrie met vierkante perken. De tuinen waren bedoeld om de idealen uit de Renaissance wat betreft maat en verhouding te illustreren. 

Tijdens de Renaissance werd ook de systematische bestudering van planten weer voortgezet, na een onderbreking van ruim duizend jaar. Vanaf 1544 werden zodoende meerdere universitaire plantentuinen of “botanische tuinen” aangelegd in West-Europa, waaronder in Pisa en Leiden. In deze tuinen werden planten verzameld en wetenschappelijk bestudeerd en beschreven. Anno 2018 kent Nederland nog minstens vijfentwintig botanische tuinen, die zijn aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Botanische Tuinen (NVBT). 

In Nederland vindt men de tuinen van het Prinsenhof in Groningen, van het Muiderslot en van het Huis ten Bosch als voorbeelden van Franse tuinen.

Baroktuinen

De periode 1600-1750 werd in Nederland gekenmerkt door economische bloei. De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) beheerste de handel met Azië. Amsterdam groeide uit tot het centrum van de internationale handel en de Nederlandse rijkdom, en breidde snel uit. Mensen stroomden in toenemende mate van het platteland naar de stad, waardoor er woningnood en ruimtegebrek ontstond. Dit zette rijke kooplieden ertoe aan om juist een omgekeerde beweging te maken: zij ontvluchtten de stad en lieten in het omringende platteland buitenhuizen bouwen, vaak met prachtige tuinen. 

“Barok” is afkomstig van het Portugese woord “barocco”, wat “onregelmatig gevormde parel” betekent. De barok wordt wel de stijl van absolutistische heersers genoemd, die over het land, het volk en de natuur regeerden. De baroktuin, waarin de natuur aan banden werd gelegd, weerspiegelde deze macht. Baroktuinen werden gekenmerkt door lange, strakke hagen, lanen van fijn grind, vijvers met hoog spuitende fonteinen en beelden van helden, goden en koningen, allemaal met geometrische vormen en tweezijdige symmetrie. Het hoofdgebouw stond altijd centraal en was verbonden met de tuin via een centrale as, die de tuin in tweeën deelde, en kruisende hulpassen. 

In baroktuinen werden vaak ook loofgangen en doolhoven aangelegd. Loofgangen waren overdekte wandelpaden, die gemaakt werden door loofbomen over een latwerk van hout of smeedijzer te leiden en zo te snoeien dat er een tunnel gevormd werd. Doolhoven of dwaaltuinen waren stelsels van paden met aan weerszijden een hoge afscheiding, bijvoorbeeld een haag of een muur. Hierbinnen kon men een middagje dwalen in aangenaam en soms belangrijk gezelschap. Het voormalige doolhof van Versailles (1675), waarvan ook kopieën in Nederland werden aangelegd, was op dit gebied trendsetter. Zowel de loofgang als het doolhof waren goede voorbeelden van de mens die de natuur haar wil oplegde. 

In Heemstede en bij de Menkemaborg en Paleis Het Loo zijn voorbeelden van baroktuinen te vinden.

Een romantische wandeling door een Engelse tuin

De strakke baroktuinen gingen in de loop van de achttiende eeuw op de schop door de introductie van de Engelse landschapsstijl, die gebaseerd was op de idealen van de romantiek. De romantiek was een westerse stroming die rond 1750 opkwam, aanvankelijk vooral in de kunst. Het was een reactie op het rationalistische gedachtegoed van destijds, waarbij alles door middel van het menselijke verstand verklaard werd. In de romantiek was meer plaats voor de emotie en fantasie. 

Onder invloed van landschapsschilders en dichters kregen mensen meer waardering voor de schoonheid van de natuur. Onder het motto van Rousseau, “terug naar de natuur”, maakten de strakke lijnen van de baroktuin, met veel in vorm gesnoeide beplantingen, plaats voor een natuurlijkere wijze van beplanten. Deze landschapsstijl doet als eerste zijn intrede in Engeland, waardoor tuinen in deze stijl ook wel Engelse tuinen worden genoemd. 

Engelse tuinen werden zo natuurgetrouw mogelijk aangelegd. Paden waren niet kaarsrecht maar kronkelend, vijvers werden aangelegd in de vorm van rivierarmen, weiden en akkers werden afgewisseld door loofhoutbossen en heuveltjes, en hekken en hagen waren uit den boze. De tuinen werden geaccentueerd met prieeltjes, grotten en ruïnes met een klassiek uiterlijk. Engelse tuinen moesten bezoekers beroeren, laten verzinken in gedachten en herinneren aan sprookjes. 

Voorbeelden van Engelse tuinen in Nederland zijn onder meer het Keukenhof en Park Sonsbeek te Arnhem.

Moderne tuinen met luxe tuinstoelen

In de moderne tijd maakten particuliere tuinen, naast stadsparken en beeldentuinen, een grote opmars. In alle eeuwen tot aan de Tweede Wereldoorlog waren de meeste particuliere tuinen nog vooral moestuintjes. Na de Tweede Wereldoorlog en door de toenemende welvaart maakten deze moestuinen plaats voor siertuinen. In de jaren ’60 van de vorige eeuw bestonden siertuinen nog uit grasvelden met een rand van bloemen en struiken of een schutting. Vanaf 1970 werden tuinen in Nederland zeer divers. 

In het dichtbevolkte Nederland is de natuur in veel dorpen en steden aanzienlijk teruggedrongen. Sommige tuinen bieden een plek waar de natuur weer kan gedijen. Deze tuinen geven de natuur vrij baan en bevatten wilde bloemen, vogelbosjes, poelen, muren met holtes voor hagedissen en klimplanten. Naast de tuinen voor de natuurliefhebber bestaan er ook designtuinen voor de levensgenieter. Hierin staan dure moderne materialen als glas en metaal op de voorgrond, aangevuld met sierplanten en wuivend gras. 

De meest voorkomende moderne tuinen zijn echter leeftuinen. Dit zijn, zoals de naam al doet vermoeden, tuinen waar een leefruimte van is gemaakt. Een veranda of een andere vorm van overkapping biedt beschutting tegen de regen, zon en wind, en er is ruime zitgelegenheid met luxe tuinstoelen of comfortabele loungesets, waarvan er veel geleverd worden door Hartman. Ook heeft men er toegang tot stroom, zodat verlichting en verwarming naar buiten verplaatst kunnen worden. Daarnaast is er vaak een barbecue aanwezig, zodat men er ook kan eten. In dit opzicht is de tuin in feite een extra kamer maar dan zonder muren.

BRONNEN

AFBEELDINGEN

Partners: 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Geschiedenis magazine 3 van 2024 nu in de winkel

Het derde nummer van 2024 is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Lees het eerste jaar Geschiedenis Magazine extra voordelig én kies een welkomstcadeau!

Jan van Schaffelaar

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Het ‘sterrenkamp’ in Bergen-Belsen

Lees het aankomende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Geschiedenis Magazine 4

Het komende nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 30 mei. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement om dit nummer zonder verzendkosten te ontvangen.