Residenzschloss Dresden: een koninklijke herinnering aan het verleden
De wortels van het Residenzschloss Dresden gaan terug tot in de middeleeuwen. Toen behoorde dit koninklijke slot toe aan de adellijke familie Wettin. In de Tweede Wereldoorlog is het paleis in Dresden zwaar beschadigd door bombardementen. Daarna is het slot gerestaureerd en archeologisch onderzocht. Vandaag de dag biedt het onderdak aan diverse musea die de geschiedenis ervan laten zien.
Restauratie en archeologie
Na de beschadigingen door de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog, moest het Residenzschloss Dresden gerestaureerd worden. De leeftijd van het slot in acht nemende, verwachtten de restaurateurs al dat de kans op archeologische vondsten groot was en daarom werden er archeologen ingeschakeld. Een archeologische vondst is namelijk niet beperkt tot het opgraven van versteende botten, of het vinden van een mummie. Een archeologische vondst kan natuurlijk ook een oude muur zijn, of kleine scherven van een vaas. Al die kleine archeologische hints zijn nodig voor archeologen om beter te kunnen begrijpen hoe men vroeger leefde.
Archeologische vondsten
En inderdaad, de afgelopen 25 jaar hebben archeologen tal van vondsten gedaan bij het Residenzschloss Dresden. Deze vondsten laten ons zien dat er onder het Renaissance-bouwwerk een middeleeuws kasteelcomplex lag, met talrijke renovaties en uitbreidingen. Dit complex bleek uit de late middeleeuwen (1250-1500) te stammen. Daarnaast brachten de opgravingen aan het licht dat er hier sinds ongeveer 1175 een kleine nederzetting had gestaan. Deze nederzetting ging daarmee dus verder terug dan de traditionele stichtingsdatum van Dresden, die zo’n 800 jaar geleden zou hebben plaatsgevonden. Ook stuitten de archeologen op resten van stenen kelders, die bewezen dat grote delen van het oudste deel van Dresden ten prooi waren gevallen aan een grote stadsbrand, tussen 1200 en 1250. Daarna pas ontstond het kasteelcomplex, dat tegen de bestaande stadsmuur aan werd gebouwd.
Adellijke residentie
Rond 1550 verloor het slot haar status als beveiligingsbouwwerk, en werd het meer de adellijke residentie, zoals we die nu kennen. Het slot werd druk bewoond. Dat concluderen de archeologen uit de vondsten van het grote aantal putten, latrines en afvalkuilen uit de 15e en 16e eeuw. Ook vonden de onderzoekers er runderhoorns en fragmenten van botkammen. Dit wijst erop dat er botbewerkers actief waren in de buurt van het slot. Ook is de toegang tot een kelder goed bewaard gebleven. De verdiepingen daarboven waren toegankelijk via een buitentrap, zoals we die ook kennen van huizen uit Saksen of Zuidwest-Duitsland uit die tijd.
Vandaag de dag
Nu huizen er verschillende musea in het Residenzschloss Dresden. Eén daarvan is het Groene Gewelf. Dit is een van de rijkste schatkamers van Europa. Je kunt er een deel van de mooiste sieraden die door het slot hebben “gewandeld” bewonderen. De schatten zijn achter speciaal glas neergelegd zodat de details goed zichtbaar zijn. Dit Groene Gewelf was de afgelopen jaren het onderwerp van een nieuwsfeit: in 2019 werd er ingebroken, en hebben dieven kunstschatten geroofd. Een aantal van deze dieven staat dit jaar terecht, maar een deel van de sieraden is tot op heden niet boven water gekomen.
Ook het Prentenkabinet vind je bij het Residenzschloss. Hier vind je historische tekeningen, etsen, gravures en fotografie. Ze etaleren er afbeeldingen van onder andere Van Eyck, Dürer, Michelangelo en Rembrandt. Muntenliefhebbers kunnen zich tegoed doen bij het Muntenkabinet. Met zo’n 200.000 stukken is dit de grootste muntenverzameling van Duitsland!