13 maart jarig: Willem Lodewijk van Nassau

In de 80-jarige oorlog is Willem Lodewijk van Nassau samen met zijn neef Maurits van Oranje opperbevelhebber in het Staatse Leger en trekt hij ten strijde tegen de Spanjaarden. Van Nassau voerde belangrijke hervormingen in het leger door, die hij grotendeels baseerde op Romeinse militaire geschriften. Willem Lodewijk van Nassau werd geboren op 13 maart 1560 in Dillenburg.

Willem Lodewijk was de oudste zoon van Jan VI van Naussau-Dillenburg (Jan de Oude) en zijn eerste echtgenote Elisabeth van Leuchtenberg. Hij werd opgeleid aan de hofschool die gevestigd was bij het stamslot van de Van Nassaus, de Dillenburg. Zijn vader bemoeide zich ook met de opleiding van zijn zoon en bracht hem naast militaire vaardigheden ook een dienstbare houding en religieuze kennis bij. Vanaf jonge leeftijd was Van Nassau bevriend met zijn neef Maurits van Oranje, de zoon van Willem van Oranje, die ook in de Dillenburg woonde. In 1587 werden de vrienden ook elkaars zwager, toen Van Nassau trouwde met zijn nichtje (de zus van Maurtis), Anna van Oranje.

Toen Willem van Oranje, destijds onder andere stadhouder van Friesland, in februari 1584 op zoek ging naar een plaatsvervanger koos hij hiervoor zijn neef Willem Lodewijk van Nassau. Na de moord op Van Oranje in oktober 1584 werd Van Nassau officieel tot stadhouder benoemd door de Staten van Friesland. Deze functie bekleedde hij 36 jaar, waar hij de bijnaam Us Heit (Onze Vader) aan te danken heeft. Zijn vrouw, Anna van Oranje, werd tijdens haar eerste zwangerschap in 1588 ziek en kwam te overlijden. Van Nassau kwam deze klap nooit te boven en hertrouwde niet, naar eigen zeggen omdat ‘de oude liefde te groot was’.

Samen met Maurits van Oranje zette hij Romeinse militaire technieken in bij de strijd tegen de Spanjaarden. In 1594 werd ook het Noorden van de Nederlanden veroverd, door de stad Groningen te herwinnen van de Spaanse overheersing. Hierdoor werd Van Nassau ook Stadhouder van Groningen. Op 31 mei 1620 kreeg Willem Lodewijk van Nassau op 60-jarige leeftijd een beroerte en stierf hij. Zijn lichaam werd bijgezet in de grafkelder van de Friesche Nassau’s, naast het lichaam van zijn in 1588 overleden vrouw Anna.