Geen afbeelding beschikbaar

23 april jarig: Maarten Harpertszoon Tromp

Maarten Harpertszoon Tromp werd op 23 april 1598 gedoopt in Den Briel. Op 26-jarige leeftijd kreeg hij zijn eerste eigen schip, een handelsschip. Piet Hein ‘spotte’ de nog jonge Tromp en zag in hem een betrouwbaar kapitein. Sindsdien ging Tromp dienen in de vloot van Hein en werd hij een militaire zeevaarder. Tromp richtte zich gedurende zijn carrière veelvuldig op de bestrijding van de Duinkerker Kapers en won belangrijke zeeslagen.

Zijn vader Harpert was marineofficier. In 1607 maakte Maarten als scheepsjongen op het schip van zijn vader zijn eerste zeeslag mee: de Slag bij Gibraltar. Drie jaar later, in 1610, verlieten vader en zoon Trom de marine. Harpert werd koopman. Maar in datzelfde jaar werd zijn schip aangevallen door zeerovers. Hij sneuvelde en Maarten werd tot slaaf gemaakt. Twee jaar later kwam hij vrij

Begin van zijn carrière

In 1617 nam Maarten weer dienst bij de marine en maakte onder andere een expeditie mee naar Algiers en Tunis. Na terugkomst zocht hij opnieuw zijn geluk in de koopvaart, maar werd in 1621 wederom door piraten gevangen genomen. Deze keer duurde zijn gevangenschap één jaar.

Na zijn vrijlating in 1622 voer Tromp als luitenant onder kapitein Cornelis Cornelissen de Bagijn. Het Twaalfjarig Bestand was net afgelopen en de Nederlandse marine voerde regelmatig aanvallen uit op de Spaanse kust. In 1624 werd Tromp overgeplaatst om dienst te doen bij de blokkade van Duinkerken. De Duinkerker Kapers vormden namelijk een belangrijk gevaar voor de Nederlandse handels- en vissersvloot. Tromp zou in zijn carrière nog regelmatig met hen te maken krijgen. Op 6 juni werd Tromp benoemd tot kapitein. De eerste jaren vervulde hij vooral konvooidiensten. In 1627 wist hij een aanval van vijf Duinkerker Kapers af te slaan. Een prestatie van formaat.

Onderscheidingen

In 1629 werd Trom benoemd tot luitenant-admiraal. Hij diende onder Piet Hein, die veel bewondering voor hem had. In juni van dat jaar raakte de vloot van Hein slaags met Oostender Kapers. Hein sneuvelde bij dit gevecht, maar Tromp wist het gevecht te winnen en drie vijandelijke schepen te veroveren. Hij werd hiervoor beloond met een gouden ereketen. In de periode daarna was Tromp zeer succesvol. Hij veroverde verschillende Duinkerker kaperschepen en werd nog drie keer onderscheiden met een gouden ereketen. Ondertussen rommelde het echter in de marinetop. Verschillende hoge officieren streden met elkaar om de beste commando's en schepen. Voor Tromp bleef promotie uit. In 1634 verliet hij de marine.

Luitenant-admiraal

Een jaar later brak een crisis uit, toen de Duinkerker Kapers de blokkade wisten te doorbreken en 89 vissersschuiten veroverden. Tromp werd op 27 september letterlijk van zijn bed gelicht en gesmeekt om terug te komen. De Staten van Holland boden hem de rang van viceadmiraal. Tromp weigerde. Zelfs toen ze hem de rang van luitenant-admiraal aanboden. Wel nam hij een functie aan als Directeur van 's Lants Equipagie, waardoor hij verantwoordelijk werd voor de bemanning en bevoorrading van marineschepen. Het jaar daarop namen de admiraals Liefhebber en Van Dorp ontslag. Opnieuw werd aan Tromp de functie van luitenant-admiraal aangeboden, die hij na herhaald aandringen in 1637 accepteerde.

Zeeheld

In 1639 boekte Tromp een grote overwinning op de Duinkerker Kapers. Zijn eerste grote succes als vlootvoogd. In datzelfde jaar vocht hij met slechts 17 schepen tegen de Tweede Spaanse Armada. Hij slaagde er in zoveel schade toe te brengen dat de Spaanse vloot moest uitwijken naar Engeland. Tromp wachtte af tot hij voldoende versterkingen had en vernietigde daarna de Spaanse vloot in de Slag bij Duins op 21 oktober. Hiermee was Tromps naam als zeeheld zowel nationaal als internationaal gevestigd. In 1645 was Tromp betrokken bij de val van Duinkerken, waardoor het gevaar van de kapers voorgoed werd afgewend.

Eerste Engelse oorlog

Tromp had in zijn jaren als vlootcommandant voortdurend te kampen met bezuinigingen op de vloot. De admiraal waarschuwde dat verwaarlozing van de vloot zou leiden tot problemen. Het uitbreken van de Eerste Engelse Oorlog in 1652 bewees zijn gelijk. In allerijl moest de vloot versterkt worden om de Engelsen het hoofd te kunnen bieden. Admiraal Witte de With werd verslagen bij de Slag bij de Hoofden in oktober 1652. In december nam Trom revanche door de Engelsen in de Slag bij de Singels te verslaan. Volgens de overlevering hees de admiraal na de overwinning een bezem in de mast om te laten zien dat hij de zee had schoongeveegd. Maar de zee bleef niet schoon, en Tromp moest ook nederlagen incasseren, tijdens de Driedaagse Zeeslag. van 28 februari tot en met 2 maart, en op 12 en 13 juni bij de Zeeslag bij Nieuwpoort, waarbij zeventien Nederlandse schepen verloren gingen en Tromp zelf ternauwernood ontsnapte.

Sterven in het harnas

Aangemoedigd door deze overwinning begonnen de Engelsen met een blokkade van de Nederlandse kust. Op 10 augustus voer Tromp uit om deze blokkade te breken. Vlak bij de kust raakten de vloten slaags. In deze Slag bij Terheijde werd Tromp gedood door een musketkogel. Zijn vlaggenkapitein Kortenaer nam het bevel over, zonder de dood van Tromp bekend te maken. De slag eindigde met een tactische nederlaag van de Republiek: zij verloren meer schepen dan de Engelsen. Maar de slag leidde er wel toe dat de Britten met vredesvoorstellen kwamen.

Praalgraf

Tromp werd in de Oude Kerk van Delft begraven, net als Piet Hein. Hij kreeg een monumentaal praalgraf. Het praalgraf zelf is leeg. Het stoffelijk overschot van de grote admiraal ligt namelijk begraven onder de kerk.

Personen: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt