Aanslag op Publius Clodius Pulcher
Publius Clodius Pulcher was een Romeinse senator, die regelmatig geweld gebruikte om zijn politieke doeleinden te bereiken. Hij vormde een klein leger van criminelen, dat hij inzette om andere politici en stemmers te intimideren. Daarop vormde de senator Titus Annius Milo ook een bende van gewapende schurken. Deze groep lokte Clodius op 18 januari 52 voor Christus in een hinderlaag en vermoordde hem.
Ondanks het feit dat hij een zeer hooggeboren patriciër was, omringde Publius Clodius ‘Pulcher’ (Latijn voor ‘de mooie’) zich doorgaans met laaggeborenen en slaven. Hij wierp zich in de politiek op als een behartiger van de belangen van de minder bedeelden in Rome. Zo liet hij zich adopteren door een familie van de lagere klasse, om zo het politieke ambt ‘volkstribuun’ te kunnen bekleden. Die positie was namelijk voorbehouden aan Romeinen van de lagere klasse en uitgesloten voor patriciërs. Clodius werd door deze adoptie wettelijk lid van de lagere klasse en kon dus meedoen aan de verkiezingen voor volkstribunen. Hij werd verkozen en nam het op voor de rechten van de lagere klasse.
Bende van Clodius
Clodius had echter het gevoel dat hij als volkstribuun niet genoeg kon doen om zijn politieke doeleinden behalen. Hij wilde bijvoorbeeld persoonlijke vetes met andere politici uitvechten. Bovendien moest hij bewijzen dat hij de situatie kon verbeteren voor het volk. Om zijn doelstellingen te verwezenlijken vormde hij een gewapende bende. De leden van dit privéleger waren politieke bondgenoten van Clodius, slaven en gladiatoren die hun vrijheid hadden gewonnen in de arena. Ze waren meestal bewapend met knuppels, maar droegen soms ookmessen en zwaarden. Met deze bende intimideerde Clodius politieke tegenstanders en dwong hij politici om hem te steunen.
Titus Annius Milo
Hierdoor maakte Clodius veel vijanden. De machtige politicus en oud-generaal Gnaeus Pompeius Magnus besloot dat Clodius bestreden moest worden. Hij was in het geheim betrokken bij de oprichting van een soortgelijke gewapende bende, onder leiding van senator Titus Annius Milo. Deze bende begon het geweld van Clodius te bestrijden met nog meer geweld. De straten van Rome werden zo onveilig, dat senatoren niet meer naar de Senaat durfden te gaan.
Moord op Clodius
Op 18 januari 52 voor Christus kwam aan de tweestrijd een einde. Clodius reisde op die dag met zijn gevolg naar het plaatsje Lanuvium op het Italiaanse platteland, waar hij een landhuis had. Hij had een aantal gladiatoren bij zich ter bescherming. Zijn aartsrivaal Milo legde een hinderlaag op de Via Appia, de weg die leidde naar Lanuvium. Met dertig gewapende gladiatoren stortte hij zich op het gevolg van Clodius. Die werd daarbij verwond, maar zijn bedienden sleepten hem mee naar een nabije herberg. De gladiatoren van Milo trokken hem weer naar buiten waar ze hem doodsloegen. Door de dood van Clodius werd Rome nog onrustiger. Tijdens zijn openbare crematie braken rellen uit en werd het Senaatsgebouw in brand gestoken.