Aanslag op Willem van Oranje
Aanvankelijk is hij een vertrouweling van de Spaanse koning Filips II, maar als Willem van Oranje besluit de Nederlandse edelen te steunen in hun opstand wordt ook hij een vijand van het Spaanse hof. Op 15 maart 1580 tekent Filips de vogelvrijverklaring van Willem, wat resulteert in een reeks aanslagen op zijn leven.
Willem van Oranje werd geboren op 24 april 1533 als de zoon van Willem de Rijke, graaf van Nassau. Toen hij elf jaar oud was erfde hij het Franse prinsdom Oranje na het overlijden van zijn neef, René van Chalon. De keizer van het Heilige Roomse Rijk Karel V ging akkoord met de benoeming, op voorwaarde dat Willem naar het keizerlijke hof in Brussel werd gestuurd, waar hij een katholieke opvoeding zou krijgen. Binnen een aantal jaar groeide Willem uit tot een vertrouweling van de keizer, die tevens koning van Spanje (1517-1556) en de Spaanse Nederlanden was.
Filips II
Op 25 oktober 1555 trad Karel terug als koning van Spanje en werd hij opgevolgd door zijn zoon, Filips II. Evenals zijn vader was Filips een overtuigd aanhanger van het rooms-katholicisme en had hij een grote afkeer van de protestanten. Al snel resulteerde dit in een conflict met de in meerderheid Calvinistische edelen uit de Spaanse Nederlanden. Aanvankelijk beschouwde Filips Willem als een belangrijke bondgenoot in deze strijd, maar Willem had zelf meer sympathie voor de edelen. Op 31 december 1564 zei hij tijdens een toespraak: “Ik kan niet goedkeuren dat vorsten over het geweten van hun onderdanen willen heersen en hun de vrijheid van geloof en godsdienst ontnemen”. Zijn oppositie tegen de plannen van Filips leidde tot een breuk tussen de twee, en in april 1567 zag Willem zich genoodzaakt te vluchten naar Duitsland.
Vogelvrij
Vijf jaar later vond vervolgens de eerste aanslag op zijn leven plaats. Spaanse soldaten beslopen in 1572 zijn legertent terwijl hij sliep, maar Willem’s hond Pompey zag de mannen naderen en begon te blaffen. Toen Willem hier niet wakker van werd krabde de hond hem in zijn gezicht, waarna de prins alsnog ontwaakte en de aanslag voorkomen kon worden. In 1582, twee jaar nadat Willem vogelvrij was verklaard door Filips, volgde de tweede aanslag. Terwijl hij de eetzaal van het kasteel van Antwerpen verliet, werd hij door Jean Jaureguy door zijn keel geschoten met een pistool. De Franse knecht was hiertoe aangezet door de Spaanse koopman Gaspar de Añastro, die hoopte een beloning van Filips te ontvangen. Willem van Oranje overleefde de aanslag echter omdat de kogel geen vitale organen raakte. Jaureguy werd direct na het schot neergestoken door een ridder uit Willem’s gevolg.
Balthasar Gerards
In 1584 trok de Fransman Balthasar Gerards naar Delft, waar hij zich voordeed als een gevluchte edelman onder de naam François Guyon. In die hoedanigheid slaagde hij er op 10 juli 1584 in om zichzelf toegang te verschaffen tot het Prinsenhof in Delft, waar ook Willem van Oranje verbleef. Toen Balthasar de prins zag lopen, schoot hij hem van dichtbij in de borst en in de zij. Willem zakte ineen en sprak volgens de overlevering zijn beroemde laatste woorden ‘Heere Godt weest mijn siele, ende dit arme volck ghenadich’.
Balthasar maakte zich meteen uit de voeten, maar werd na een korte achtervolging alsnog in de kraag gevat. Op 14 juli 1584 werd hij publiekelijk geëxecuteerd. Men kneep met een gloeiende tang zijn schiethand af, liet hem vierendelen, sneed zijn hart eruit en besloot hem vervolgens ook nog eens te onthoofden, waarna zijn losse lichaamsdelen tentoongesteld werden.