Alcoholgebruik in Nederland vanaf de 19e eeuw
Ze drinken niet bewust door totdat ze omvallen
Aldus Nico van der Lely, kinderarts in Delft en oprichter van de eerste alcoholpolikliniek in Nederland. Dit zei hij naar aanleiding van het bericht dat het aantal jongeren dat met een acute alcoholvergiftiging in het ziekenhuis wordt opgenomen, weer is gestegen. Alcoholmisbruik is al meer dan een eeuw een probleem in Nederland.
Rond 1830 bereikte het alcoholmisbruik in Nederland haar hoogtepunt. Gemiddeld werd er toen zo’n 8 tot 10 liter pure alcohol per hoofd van de bevolking gedronken. Overmatig alcoholgebruik werd in deze tijd dan ook een groot maatschappelijk probleem. Door de industriële revoluties en de groei van de steden en de arbeidersklasse, waren de leefomstandigheden van veel arbeiders erg slecht geworden. Hierdoor grepen veel mensen, voornamelijk mannen, naar de fles. Het welbekende beeld van de man die zijn loon in de kroeg krijgt uitbetaald en het hier vervolgens ook meteen weer uitgeeft, is hier een voorbeeld van.
Het scala aan maatschappelijke problemen uit deze tijd werd omschreven als de ‘Sociale Kwestie’ en alcoholmisbruik werd als onderdeel hiervan gezien. Daarom werd in 1842 de 'Nederlandse Vereniging tot Afschaffing van het Gebruik van Sterken Drank' opgericht, de geheelonthoudersbeweging. Het merkteken van de vereniging was een blauwe knoop op de jas, wat het de bijnaam ‘de Blauwe Knoop’ opleverde.
De Nederlandse samenleving was aan het einde van de 19e eeuw al sterk verzuild, en de geheelonthoudersbeweging dus ook. In sommige socialistische kringen was alcohol nuttigen sowieso een taboe, maar ook de liberalen, rooms-katholieken en protestanten hadden hun eigen anti-drank beweging. In 1897 kwam er echter een algemeen, landelijk initiatief op: de ‘Algemeene Nederlandsche Geheelonthouders Bond’, die samen met de Blauwe Knoop voor alcoholvrije koffiehuizen en cafés streed. Er werd echter al eerder actie ondernomen, want in 1881 werd de Drankwet ingevoerd, die het aantal verkooppunten van alcohol beperkte. Het gevolg was dat er in de jaren ’20 in heel Nederland nog maar weinig alcohol werd gedronken.
Na de jaren ’60 veranderde dit beeld echter. Er werd meer gedronken dan ooit en het niveau van 1830 is inmiddels weer bereikt. Toch blijft de Nederlander één van de matigste drinkers van Europa. De Luxemburgers, Ieren en Duitsers spannen de kroon. De term comazuipen heeft ook een Duitse oorsprong. Het is afgeleid van het Duitse Komasaufen.