Amerika’s lange geschiedenis met vuurwapens

Studenten in de Amerikaanse staat Texas kunnen met ingang van 2 augustus 2016 vuurwapens meenemen naar hun schoolinstelling. Een nieuwe wet biedt studenten van 21 jaar of ouder de mogelijkheid om een wapen mee te nemen de collegezaal in. De Republikeinen uit Texas zien het dragen van een wapen als essentieel voor zelfverdediging. Amerika kent een lange geschiedenis met wapens en een grote wapenlobby. Waar komt de innige band van Amerikanen en wapens uit voort?

Machtige wapenlobby

De nieuwe wet komt precies 50 jaar na een grote massamoord op een universiteit in Texas. In 1966 werden er 14 mensen doodgeschoten door een oud-militair op de universiteit van Austin. Amerika komt regelmatig in het nieuws met schietpartijen of incidenten met vuurwapens, het bezit van vuurwapens is dan ook wijdverspreid en in veel staten toegestaan. Amerika heeft een lange en intense geschiedenis met vuurwapens, de wapenlobby is dan ook sterk en er zijn veel voorstanders van het recht op het dragen van vuurwapens te vinden . De NRA, de National Rifle Association, is een van de machtigste lobbyclubs van Amerika. Zij proberen ieder voorstel voor wetgeving die het recht om een wapen te dragen beperkt tegen te houden. De voorstanders van wapens argumenteren dat het dragen van een wapen belangrijk is voor de zelfverdediging. Zo zeggen ze dat schietpartijen vaak plaatsvinden op plaatsen waar mensen niet bewapend waren.

Wapenbezit geregeld in de grondwet

Volgens de Amerikaanse wet mogen staten zelf bepalen of burgers een wapen bij zich mogen dragen. In 1791 werd het Tweede Amendement aangenomen, deze wet verklaart het volgende: ‘’aangezien een goed geregelde militie nodig is voor de veiligheid van een vrije staat, zal geen inbreuk worden gemaakt op het recht van het volk om wapens te bezitten en te dragen.’’ Het Tweede Amendement volgde niet lang na de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783). In deze oorlog verkregen de Amerikaanse kolonies hun onafhankelijkheid. Bij het ontstaan van de Verenigde Staten van Amerika werd een nieuwe grondwet geschreven, waarvan het Tweede Amendement een onderdeel was. Deze werd naar Brits voorbeeld opgesteld. Voor de Britse kolonisten in Amerika was de wet van groot belang geweest omdat het zo mogelijk werd op legale wijze gewapende milities te vormen. Ook konden de Britse kolonisten wetten handhaven met behulp van wapens, zichzelf verdedigen tegenover Indianen, slavenopstanden neerslaan en daarnaast zichzelf verdedigen.

Constant oplaaiend wapendebat

Het bezit en dragen van wapens is ondanks de grote liefde van veel Amerikanen altijd een twistpunt gebleven in de Amerikaanse en internationale politiek. Met iedere grote schietpartij of ongeluk door wapenbezit laait de discussie opnieuw op. Zo ook na de moord op president J.F. Kennedy in 1963. Kennedy werd doodgeschoten met een geweer wat door de moordenaar Lee Harvey Oswald verkregen was voor minder dan $20. Hij had dit geweer besteld in het blad American Rifleman, het huisblad van de NRA, en thuis ontvangen over de post. De moord op Kennedy schokte heel Amerika en zelfs de wapenlobby was het er over eens dat het bestellen van wapens via postorderadvertenties verboden moest worden. Het Witte Huis wilde na de moord wapenvergunningen en registratie van alle wapenbezitters invoeren. Dit ging de wapenlobby te ver en ze kwamen in opstand. Het duurde nog enkele jaren voordat de Gun Control Act in 1968 tot stand kwam. Na de moord op Martin Luther King, april 1968, en de moord op senator Robert F. Kennedy, in juni 1968,  kwam het eindelijk tot een compromis. De Gun Control Act verbood de verkoop van vuurwapens via postorderbedrijven en de verkoop van wapens aan criminelen, drugsverslaafden en mentaal incompetente mensen. Het recht tot zelfverdediging, verkregen in 1791 en een van de grondbeginselen van de Verenigde Staten, is en blijft een van de grootste vrijheden van de Amerikanen. Een waarde die tot op de dag vandaag nog diep ingebakken is in de Amerikaanse maatschappij en cultuur.