Bierkellerputsch van Adolf Hitler
De economie van de Duitse Weimarrepubliek lag in puin en de ontevredenheid onder de bevolking was groot. Hitler zag zijn kans schoon en verklaarde op 8 november 1923 vanuit een bierkelder dat de Duitse revolutie was begonnen. Zijn staatsgreep mislukte en bij een vuurgevecht ontkwam Hitler zelf slechts ternauwernood aan de dood.
In de jaren ’20 waren de economische problemen van de Duitse Weimar republiek (1918-1933) vrijwel onhoudbaar. Volgens de bepalingen van het Verdrag van Versailles moest het land grote herstelbetalingen voldoen aan de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog, maar de fragiele Duitse economie kon dit niet opbrengen. Het gevolg was een gigantische inflatie, waardoor één Amerikaanse dollar uiteindelijk evenveel waard was als een miljoen Duitse Mark. In september 1923 zag de regering van de Weimar republiek zich genoodzaakt de noodtoestand uit te roepen.
Ondertussen zag de 34-jarige Adolf Hitler, leider van de arbeiderspartij NSDAP, zijn kans schoon. Geïnspireerd door de Mars op Rome van de Italiaanse dictator Mussolini wilde ook Hitler van de omstandigheden gebruik maken om met een coup de macht te grijpen. Hij probeerde het ontevreden volk te mobiliseren en vanuit de Beierse hoofdstad München een opstand te ontketenen die de Weimarrepubbliek omver zou werpen. Op de avond van 8 november waren de belangrijkste leden van de Beierse regering voor een toespraak bijeen gekomen in de Bürgerbräukeller. Samen met zijn aanhangers stormde Hitler de bierkelder binnen, schoot in het plafond en verklaarde dat de revolutie was begonnen. Ondertussen werden onder andere het Ministerie van Oorlog en het politiebureau in de stad bezet door de Sturmabteilung (SA) troepen van Ernst Röhm. Hitler riep zichzelf uit tot de nieuwe leider van Duitsland en dwong Gustav von Kahr, premier van Beieren, een eed van trouw aan hem af te leggen. Nog diezelfde nacht wist Kahr echter te ontsnappen en waarschuwde hij verscheidene politie- en legereenheden.
De volgende dag besloot Hitler tot een mars door München, maar slechts een klein deel van de bevolking sloot zich aan bij zijn revolutie. De optocht stuitte uiteindelijk op een blokkade van de politie, en een vuurgevecht brak uit. Veertien nazi’s en vier agenten kwamen om het leven. De belangrijkste coupplegers, waaronder Hitler en Röhm, werden gevangengenomen en schuldig bevonden aan hoogverraad. De rechters waren echter mild en veroordeelden de leider van het complot slechts tot 5 jaar gevangenisstraf. Op 20 december 1924, slechts 13 maanden na zijn veroordeling, werd Hitler alweer vrijgelaten.
In Geschiedenis Magazine 8 van 2023 gaat Ivo van de Wijdeven na wat er gebeurde in München en welke les Hitler daaruit trok.