Bio-terrorisme: Antrax
Door het niet volgen van de veiligheidsprotocollen zijn er mogelijk tientallen Amerikaanse onderzoekers van het CDC besmet met de gevaarlijk antraxbacterie. De zeer besmettelijke infectieziekte is ook wel bekend onder de naam miltvuur en is in veel gevallen dodelijk. Antrax bestaat al eeuwen, maar kreeg aan het begin van het millennium opnieuw aandacht toen het werd gebruikt als bio-terroristisch wapen in poederbrieven.
Oorsprong antrax
Er wordt gedacht dat antrax oorspronkelijk in het oude Egypte ontstond. De vijfde plaag van Mozes in het oude testament was een veepest waardoor alle dieren van de Egyptenaren stierven. Men denkt dat de oorzaak van deze veepest mogelijk antrax is geweest, omdat de ziekte omschreef hoe paarden, runderen, schapen, kamelen en ossen ziek werden. Ook in geschriften uit het Oude Griekenland en Rome zijn beschrijvingen gevonden die aan antrax doen denken. Enkele wetenschappers gaan zelfs zo ver om te zeggen dat de dodelijke ziekte bij zou hebben gedragen aan de val van Rome. Door de eeuwen heen heeft antrax honderdduizenden slachtoffers gemaakt in verschillende continenten.
Vaccin tegen antraxbacterie
De eerste medische omschrijving van antrax werd door Maret gegeven in 1752 en later in 1769 door Fournier. Omdat het in deze tijd niet duidelijk was hoe de ziekte ontstond, maar er een verband werd gezien tussen besmettingen en dierenhaar werd het bekend als de wool sorters disease. In 1870 bestudeerde Robert Koch de antraxbacterie Bacillus anthracis en kwam er achter dat de ziekte zich door sporen verspreid en zeer lang kan overleven onder verschillende omstandigheden. In 1881 maakte de bekende wetenschapper Louis Pasteur het eerste vaccin tegen antrax voor dieren, door een kudde schapen te injecteren met een verzwakte vorm van de bacterie. Pas in de jaren 1950 werd er een vaccin voor mensen ontwikkeld, daarvoor werd antrax bestreden door middel van penicilline.
Antrax als biologisch wapen
Door Kochs ontdekking werd er steeds meer onderzoek gedaan naar het kweken van bacteriën. Deze kennis leidde uiteindelijk tot het gebruik van antrax als een biologisch wapen. De eerste keer dat antrax gebruikt werd als wapen was tijdens de Eerste Wereldoorlog. Toen gebruikten Scandinavische rebellen in Finland de bacterie tegen het Russische leger in 1916. Ook zijn er bewijzen dat de Duitsers antrax gebruikten om het vee van de vijand te infecteren. Dergelijke biologische oorlogvoering werd na de oorlog in het Genève Protocol aan banden gelegd, maar dit verdrag werd niet nageleefd.
Experimenten VS en Groot-Brittannië
In de jaren dertig en veertig werd er vol op geëxperimenteerd met biologische wapens. Japan testte diverse dodelijke ziekten, waaronder antrax, uit op gevangenen. Na deze ‘testfase’ gingen ze over tot het aanvallen van elf Chinese steden, bij deze aanval sprayden ze verschillende ziekten vanuit een vliegtuig over de huizen. Na de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog begonnen ook de Verenigde Staten en Groot-Brittannië op grote schaal te experimenteren met biologische wapens. De Verenigde Staten vulden ruim 5.000 bommen met antrax ‘voor het geval dat’. Groot-Brittannië hield oefeningen met antraxbommen op kuddes schapen op het Gruinard Island. Een belangrijke uitkomst van de experimenten van Groot-Brittannië was dat antrax zeer lang in de omgeving bleef. Het Gruinard Island was tot 1986 onbegaanbaar, tot dat de overheid besloot het gehele eiland te desinfecteren.
Verbod op biologische wapens
In de loop van de jaren zestig nam de internationale druk steeds meer toe om een verbod op biologische wapens te bewerkstelligen. In 1968 deed Groot-Brittannië een voorstel om de ontwapening te tekenen en ook de leden van het Warschaupact voerden de druk op. In 1969 besloot Nixon het biologische wapenprogramma te stoppen en de voorraad te vernietigen. Het enige waar de Verenigde Staten zich nog mee bezig hield vanaf die tijd was de preventie en bestrijding van dergelijke infectieziekten.
Poederbrieven
In de loop van de twintigste eeuw kwam antrax steeds minder vaak voor in de westerse wereld. De angst dook echter weer op toen er in 2001 in de nasleep van de terroristische aanslagen van 11 september poederbrieven ontdekt werden. Op 18 september en 9 oktober 2001 werden vier brieven met daarin wit poeder aangetroffen, twee naar Amerikaanse senatoren en twee naar persbureaus. Het poeder bleek antraxsporen te bevatten, en door opening van de brief zouden de sporen zich in de lucht verspreiden en ingeademd kunnen worden.
Resultaten FBI onderzoek
Pas enige tijd later werd deze poederbrievenaanval gemeld, omdat er na een aantal dagen duidelijk werd dat mensen geïnfecteerd waren. De aanval werd bekend als Amerithrax. Elf mensen werden besmet door inhalatie en elf door aanraking met de huid. Vijf mensen stierven, alle slachtoffers vielen onder degene die het poeder hadden geïnhaleerd. Na deze aanval werd de bewaking en controle op dergelijke brieven opgevoerd en begon de FBI met een grondig onderzoek naar de afzender van de brieven. Na een zevenjarig onderzoek wees de FBI in augustus 2008 de laborant Bruce Edwards Ivins aan als dader, zonder dat ze zijn rol in de affaire konden bewijzen. Ivins was een aantal dagen voor het FBI rapport gestorven aan een overdosis.