Citaat van de dag: Cartografie
De uitdaging was om de identiteit van Nederland te beschrijven vanuit de geschiedenis.
Aldus uitgever Pieter de Vroege bij de presentatie van de Bosatlas van de Nederlandse geschiedenis. Het boekwerk bevat ruim 1500 landkaarten die samen meer dan 250 verhalen uit de Nederlandse geschiedenis bevatten. Onder andere de veldtochten van Napoleon, de Tweede Wereldoorlog en de Watersnoodramp komen aan bod.
De cartografische traditie in Nederland begon al in de Middeleeuwen. Met de toename van de scheepvaart nam ook de vraag naar goede kaarten sterk toe. Uiteindelijk bereikte de ontwikkeling haar hoogtepunt in de Gouden Eeuw. De Nederlanders Joan Blaeu en Jan Janssonius behoorden tot de beste cartografen van hun tijd. De winkels van de twee uitgevers stonden naast elkaar op het Damrak in Amsterdam en er was dan ook sprake van een hevige concurrentiestrijd. Blaeu beschuldigde Janssonius ervan zijn kaarten te kopiëren, maar Blaeu was zelf eveneens schuldig aan plagiaat.
Toen Janssonius in 1660 zijn tiendelige Atlas Maior publiceerde, besloot Blaeu deze te overtreffen. Twee jaar later presenteerde hij zijn eigen Atlas Maior, die uit elf delen bestond. Het boekwerk bevatte bijna 600 kaarten en kostte maar liefst 450 gulden (tegenwoordig €3600). De Atlas Maior van Blaeu vormde uiteindelijk het hoogtepunt van de Nederlandse cartografie in de Gouden Eeuw. In 2006 werd het boekwerk dan ook opgenomen in de Canon van Nederland.