De ‘Arbeitseinsatz’: dwangarbeider in de Duitse oorlogsindustrie
Meer dan twintig miljoen burgers en oorlogsgevangenen werden tijdens de Tweede Wereldoorlog onder dwang tewerkgesteld in Duitsland. Het grootste deel van hen was afkomstig uit de verschillende bezette gebieden en concentratiekampen. Door de Arbeitseinsatz ontstond een enorm systeem van dwangarbeid.
Arbeiderstekort
Duitse mannen waren er nauwelijks meer, zij waren immers allemaal uitgezonden naar andere delen van Europa om daar de Tweede Wereldoorlog in Duits voordeel te beslechten. Dit zorgde tijdens de oorlog voor een nijpend tekort aan arbeidskracht in Duitsland zelf. Het naziregime probeerde letterlijk met man en macht de (oorlogs)economie draaiende te houden; mannelijke arbeiders werden uit alle bezette gebieden gehaald en in Duitsland tewerkgesteld.
Propaganda werkt niet
Ook in Nederland trachtten de Duitsers arbeiders te werven. In eerste instantie probeerde men nog door middel van propaganda burgers naar Duitsland te lokken. Er was immers veel werk te vinden in de groeiende Duitse economie. De opkomst was echter mager en al snel was het arbeiderstekort zo groot dat werken in Duitsland verplicht werd.
Verplichten tewerkstelling & razzia in Nederland
Zo werd in mei 1943 besloten dat alle Nederlandse mannen tussen de 18 en 35 jaar zich moesten melden voor de Arbeitseinsatz. Op deze manier hoopte het naziregime 170.000 arbeidskrachten uit Nederland te winnen. De nieuwe maatregel leverde echter maar 54.000 man op, waarna Duitsland de leeftijd verhoogde naar 40 en razzia’s ging uitvoeren om arbeidsontduikers op te pakken. Op deze manier werden op 10 november 50.000 Rotterdammers opgepakt en naar Duitse werkplaatsen in Nederland en Duitsland vervoerd.
Industrie profiteert
Alleen door buitenlandse mannen te gebruiken kon de Duitse bevolking bevoorraad blijven en kon de wapenindustrie gestaag blijven groeien. Vooral de industriële sector had baat bij deze nieuwe stroom aan arbeiders. De productie steeg enorm en op het hoogtepunt bestond zo’n 60% van alle arbeiders in deze sector uit buitenlandse mannen.
Erbarmelijke omstandigheden
Eenmaal op de werkplaats aangekomen stonden de mannen onder constante controle van de Wehrmacht, SS en Gestapo. Ze sliepen in overvolle barakken of gasthuizen en kregen nauwelijks eten en medische hulp. Bij luchtbombardementen waren zij weerloos, omdat zij niet de beschikking hadden over een schuilkelder of –plaats.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Raciale hiërarchie – OST-Arbeiter
Niet elke buitenlandse arbeider werd even hard aangepakt. Afkomst was belangrijk in het racistische systeem van dwangarbeid dat de Duitsers hadden gecreëerd. Vooral mannen uit de Sovjet-Unie en Polen – zogenaamde OST-Arbeiter – moesten het ontgelden. Zij waren weerloos tegen de harde en discriminerende aanpak van de Gestapo en SS. De anti-Slavische sentimenten die leefden onder de Duitse bevolking maakten het voor deze groep extra moeilijk. Zij mochten het kamp waar zij in gevangen gehouden werden alleen verlaten voor werk en moesten te alle tijden een teken dragen waaruit bleek dat zij uit het oosten kwamen.
Raciale hiërarchie – Joden & zigeuners
West-Europeanen kregen een iets betere behandeling, maar waren eveneens slachtoffer van vernedering, fysiek zware arbeid en slechte leefomstandigheden. De groepen die echter met afstand de meeste ontberingen moesten doorstaan waren de Joden en zigeuners. Zij moesten onder erbarmelijke omstandigheden arbeid verrichten die vaak zo zwaar was dat zij het einde van de dag niet haalden. Velen van hen overleden tijdens dit traject, dat door de Duitsers Vernichtung durch Arbeit (vernietiging door arbeid) werd genoemd.
Verzet tegen Arbeitseinsatz
Ondanks het harde optreden van de Duitsers bestond er ook verzet tegen de Arbeitseinsatz. Veel dwangarbeiders probeerden te vluchten en vertraagden of saboteerden het werk. Anderen doken onder voordat zij gepakt konden worden door de Duitsers of zorgden voor een vrijstelling. Keuringsartsen en ambtenaren hadden hierin een belangrijke rol. Zij verklaarden dat iemand ziek was of onmisbaar in het huishouden.
Verzet in Nederland
Ook bij de razzia in Rotterdam op 10 november ontstond veel verzet. Veel vrouwen weigerden hun man te verlaten en liepen het hele stuk naar de werkplaats mee. Het Haarlemse verzet bevrijdde veel gevangenen en bij elke treinstop werden etenspakketten de trein in gegooid. De Duitsers zagen dit laatste oogluikend toe, omdat zij op deze manier zelf niet meer voor eten hoefden te zorgen. Ondanks dit dappere verzet waren er op het hoogtepunt in 1944 alleen in Duitsland al zo’n zes miljoen buitenlandse burgers uit heel Europa aan het werk. Mannen, vrouwen en kinderen werden ingezet in de oorlogsindustrie en velen overleefden het werk niet. Onder die miljoenen dwangarbeiders die via de Arbeidseinsatz aan het werk werden gezet, waren bijna een half miljoen Nederlanders. Van hen kwamen 27.000 om.
Na de bevrijding
Na de bevrijding keerden de meeste slachtoffers van de Arbeitseinsatz meteen terug naar huis. Anderen bleven in de kampen wonen en wachtten op hun repatriëring. Vooral mensen uit de Sovjet-Unie hadden het moeilijk na de bevrijding. Zij werden in eigen land vaak gezien als collaborateurs en verdwenen in de Goelag-kampen van Jozef Stalin. Voor hen begon het hele verhaal weer opnieuw.
Bronnen
www.tweede-wereldoorlog.org: Razzia van Rotterdam
www.verzetsmuseum.org: Arbeidsinzet
www.zwangsarbeit-archiv.de: Zwangsarbeit
Afbeelding
Bundesarchiv, Bild 101I-134-0768-06 / Knobloch, Ludwig / CC-BY-SA [CC BY-SA 3.0 de (http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/de/deed.en)], via Wikimedia Commons