De moord op McKinley. Een schilderij van T. Dart Walker, 1901.

De eerste terroristische golf: anarchisme

Drie zwaarbewapende gemaskerde mannen drongen woensdagochtend 7 januari 2015 in Parijs de redactie van het satirische weekblad Charlie Hebdo binnen en doodden daar zeker 12 mensen. Volgens getuigen riepen de daders ‘Allahu Akbar’ (God is groot) en noemden ze redacteuren bij naam voor ze hen doodden, wat er op wijst dat het gaat om een gerichte aanslag. Terrorisme is geen nieuw fenomeen. Aan het einde van de negentiende eeuw had het westen voor het eerst te maken met een golf van terroristische aanslagen.


Anarchisme


De laatste decennia zijn terroristische aanslagen doorgaans het werk van fundamentalistische moslims. Eind negentiende en begin twintigste eeuw lag politieke overtuiging ten grondslag aan terroristisch geweld. De Industriële Revolutie en de opkomst van het kapitalisme aan het einde van de negentiende eeuw zorgden voor onrust. Velen zagen de overheid en rijke zakenmannen als tirannen die bestreden moesten worden. Sommige van deze ontevredenen werden anarchist (afgeleid van het Griekse woord ‘anarchos’, dat zoveel betekent als: ‘geen heerser’). Anarchisten wezen elke vorm van centraal gezag af. Gezag leidde immers tot onderdrukking.


Propaganda van de daad


Hoewel de anarchistische beweging op zichzelf niet gewelddadig kan worden genoemd, was er een kleine groep die geloofde dat terreurdaden bij de massa’s de geest van opstand zouden aanwakkeren. Aanslagen op leiders (of rijke burgers) zouden de onmacht van de staat aantonen. Het doel van deze terroristen was het zaaien van chaos, angst en wantrouwen en – uiteindelijk – het ontketenen van een revolutie.


Moordaanslagen op politici


De anarchistische terroristen waren uiterst succesvol in het plegen van aanslagen op hooggeplaatste personen. Zo doodden ze een Russische tsaar, een Amerikaanse en een Franse president, de koning van Italië en een Spaanse premier. Maar misschien wel het bekendste slachtoffer was de Oostenrijkse keizerin Elisabeth (Sissi). Deze aanslag werd uitgevoerd door Italiaan Lugi Lugeni, die eigenlijk de hertog van Orléans wilde vermoorden, maar toen deze zijn reis naar Genève annuleerde verlegde Lugeni zijn aandacht naar de keizerin, die hij op 10 september 1898 met een nagelvijl doodstak.


Een onvolledige lijst van moorden gepleegd door anarchisten:
• De Russische prins Dmitri Kropotkin wordt in februari 1879 doodgeschoten door de anarchist Grigori Goldenberg.
• Tsaar Alexander II van Rusland wordt gedood bij een bomaanslag op 1 maart 1881.
• De vierde president van de Derde Franse Republiek, Sadi Carnot, wordt op 25 juni 1894 in Lyon met een dolk om het leven gebracht door anarchist Cesare Giovanni Santo.
• Keizerin Elisabeth van Oostenrijk wordt op 10 juli 1898 doodgestoken door de Italiaanse anarchist Lugi Lugeni.
• Koning Umberto I van Italië wordt op 29 juli 1900 met een pistool doodgeschoten door de Italiaanse anarchist Gaetano Bresci.
• William McKinley, de 25e president van de Verenigde Staten, wordt op 26 september 1901 neergeschoten door Leon Czolgosz. Acht dagen later overlijdt McKinley aan de gevolgen van zijn verwondingen.
• De Russische minister-president Pyotr Stolypin wordt (in het bijzijn van tsaar Nicholaas II) neergeschoten op 14 september 1911 door anarchist Dmitri Bogrov. Vier dagen later overlijdt hij.
• Koning George I van Griekenland wordt op 18 maart 1913 doodgeschoten door anarchist Alexandros Schinas.
• De Spaanse minister-president Eduardo Dato Iradier wordt op 8 maart 1921 door drie anarchisten (die hem passeren op een motor) doodgeschoten.


Ook burgers slachtoffer anarchistisch terrorisme


Niet alleen machthebbers werden slachtoffer van het geweld, ook de burgerij was doelwit. Zo liet de anarchist Emile Henry op 12 februari 1894 een bom afgaan in het chique Parijse Café Terminus. Er raakten 20 mensen gewond. Henry betreurde de burgerdoden niet, volgens hem bestond er geen ‘onschuldige bourgeois’. Ruim drie maanden eerder, op 8 november 1893, had één van de grootste anarchistische aanslagen plaatsgevonden, in het Liceu Opera Huis in Barcelona, waar 72 doden vielen. Twee bommen werden die avond vanaf de galerij in het publiek geworpen, dat was samengekomen om Rossini’s Willem Tell te zien.


De eerste ‘war on terror’


De anarchist was een onzichtbare vijand die overal toe kon slaan. De angst was dan ook groot. Er werden grootscheepse klopjachten georganiseerd en inlichtingendiensten kregen steeds meer bevoegdheden. Aan het einde van de jaren twintig nam de dreiging af. Of dit te danken was aan de eerste succesvolle ‘war on terror’, of aan de opkomst van doctrines zoals het communisme en fascisme, blijft speculeren.

Ook interessant: 

Landen: 

Tijdperken: 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt