De historische ontwikkeling van de Nederlandse steden
De Nederlandse steden groeien hard. Volgens de prognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek zal bijna drie kwart van de verwachte Nederlandse bevolkingsgroei in 2035 terecht komen in de stedelijke regio’s van het land. Steden vormen daarmee de belangrijkste demografische groeiregio’s van Nederland. Dat is niet zo gek: Nederland is immers een van de meest verstedelijkte landen ter wereld. De steden van ons land hebben daarom een rijke geschiedenis. Hoe ziet de historische ontwikkeling van deze stadskernen eruit?
Het waren de Romeinen die de basis legden voor een aantal Nederlandse steden. Hoewel verschillende Nederlandse steden strijden om de eer de oudste stad van Nederand te zijn, is duidelijk dat de Romeinse forten en nederzettingen de grondslag vormen van steden als Heerlen, Utrecht en Nijmegen. Maar ondanks dat heeft de Romeinse bouwdrift in de ogen van velen niet bijgedragen aan de status van een ‘stad’.
Opkomst moderne steden
De meeste moderne steden van Nederland zijn tussen 1100 en 1400 ontstaan. Als beginpunt van de stedelijke geschiedenis wordt vaak uitgegaan van het jaartal waarin zogenaamde “stadsrechten” werden verleend. In de Middeleeuwen gaf het stadsrecht de inwoners van een bepaalde plaats de mogelijkheid om vastgestelde privileges uit te oefenen. Hierbij kan worden gedacht aan lokale voorrechten die werden losgepeuterd bij de landsheer, zoals het hebben van een eigen rechtspraak, het houden van een markt, het bouwen van een stadsmuur, en het heffen van tol. In de praktijk betekende de verlening van stadsrechten dat burgers van een plaats de mogelijkheid kregen om vergaand zelfbestuur in te stellen.
Overigens was het ook mogelijk voor een plaats om meerdere keren stadsrechten te krijgen. Zo kreeg Meppel, nadat het in 1604 voor het eerst haar privileges had ontvangen, in 1809 voor de tweede maal stadsrechten toebedeeld door Napoleon.
Natuurlijke mogelijkheden
De locaties van de eerste Nederlandse stadskernen hing vaak samen met de mogelijkheden die werden geboden door de natuurlijke infrastructuur. Zo ontstonden steden als Utrecht (1122), Deventer (1123), de praktische stadsstaat Brugge (1128), Middelburg (1217), Zwolle (1230), Kampen (1236), Haarlem (1245), Gent (1241), en Leiden (1266) allemaal langs de oevers van rivieren, en begon Amsterdam (1306) als havenplaats waar de Amstel in het IJ uitmondde.
Opvallend is dat de stratenpatronen die in deze vroege periodes ontstonden, veelal tot op de dag van vandaag zichtbaar zijn op moderne stadskaarten. Door de ingewikkelde situatie rondom eigendomsrechten binnen steden, werden er namelijk weinig veranderingen doorgevoerd in de oorspronkelijke stratenplannen - het stadsbestuur kon immers niet zomaar een huis afbreken om een nieuwe straat aan te leggen.
Verschuivingen in het stedelijke landschap
Na 1500 vond een belangrijke verschuiving plaats binnen de verhoudingen tussen de Nederlandse steden. Door de blokkade van de Westerschelde bij Antwerpen en de daaropvolgende opkomst van het gewest Holland, verschoof het economische zwaartepunt van de zuidelijke Nederlanden naar de noordelijke Nederlanden.
Binnen de noordelijke Nederlanden - waar de onafhankelijke Republiek der Verenigde Nederlanden rond 1580 was ontstaan - vond tegelijkertijd ook een verandering plaats. Waar relatief oostelijke steden als Deventer en Utrecht voor lange tijd een leidende economische rol speelden, moesten deze stadskernen hun toonaangevende positie vanaf de zestiende eeuw geleidelijk afstaan aan westelijke steden als Leiden, Haarlem en Middelburg. Het relatief jonge Amsterdam groeide tijdens de zeventiende eeuw zelfs uit tot het belangrijkste handelscentrum ter wereld. Voor de kleine elite die kon profiteren van deze economische groei in Holland en Zeeland, was de zeventiende eeuw dan ook een Gouden Eeuw.
Waar de Hollandse en Zeeuwse steden in de zeventiende eeuw nog een enorme boom beleefden, was de achttiende eeuw vooral een periode van ineenstorting. Zo raakte Haarlem, dat in de zeventiende eeuw Utrecht nog had overvleugeld als florerende nijverheidsstad, na 1700 bijna de helft van haar inwoners kwijt. Waar de Spaarnsestad in 1732 nog 40.000 inwoners had, was dit aantal in 1795 gekelderd tot minder dan 22.000. En ook in Leiden was de bevolkingskrimp in dezelfde periode enorm: van 70.000 Leidenaars in 1732, naar minder dan 31.000 in 1795.
Het ontstaan van de Randstad
Het zou tot de negentiende eeuw duren voordat de Nederlandse steden andermaal een periode van grote bloei doormaakten. Door de transformaties van de industriële revolutie ontpopten steden als Eindhoven, Tilburg en Enschede zich tot bloeiende industriecentra. Ook de introductie van moderne vervoersmiddelen als de stoomboot en de trein hadden grote gevolgen: zo kon Rotterdam, dat tot dan toe in de schaduw had gestaan van oude havensteden als Hoorn, Middelburg, en Amsterdam, zich dankzij haar ligging aan de monding van de Maas ontwikkelen tot de meest vooraanstaande havenplaats van Europa. Hiernaast bracht het nieuwe spoornetwerk andere grote veranderingen op gang, waardoor een relatief weggezakte stadskern als Haarlem weer op kon krabbelen, en Utrecht zich kon vestigen als het logistieke centrum van Nederland.
Als gevolg van de sterk verbeterde infrastructuur, ontstond in de loop van de negentiende en twintigste eeuw een nieuw fenomeen: de Randstad. Waar het in de zeventiende eeuw nog een grote opgave was om te reizen tussen steden als Leiden en Utrecht, werd het door de aanleg van spoor- en snelwegen steeds makkelijker om relatief grote afstanden te overbruggen. Als gevolg namen de contacten tussen de vele stadskernen in het sterk geürbaniseerde westelijke deel van Nederland sterk toe, waardoor de steden in deze gebieden van ons land het sociale netwerk van de Randstad gingen vormen. De regio van de Randstad - die door wetenschappers werd omschreven als een zogenaamde conurbatie - vormt tot op de dag van vandaag het stedelijke hart van Nederland, en biedt onderdak aan bijna de helft van alle inwoners van het land.
Bronnen:
- "Sterke groei in steden en randgemeenten verwacht". Centraal Bureau voor de Statistiek.
- "De groei van de Nederlandse stad". De Dagelijkste Standaard.
- "De opkomst van de stad: 1000 – 1500". Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
- "Veranderende verhoudingen: 1500 – 1850". Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
- "Aantal inwoners diverse steden". Geschiedenislokaal023.
Afbeeldingen:
- Historisch stadsgezicht op Deventer. Bron - AnonymousUnknown author [Public domain] via Wikimedia.
- Schilderij van Meppel. Bron - Johannes Christiaan Karel Klinkenberg [Public domain] via Wikimedia.
- Historische stadskaart van Middelburg. Bron - Bron - F de Wit; J Janssonius [Public domain] via Wikimedia.