De langstlopende obligatielening in de geschiedenis
Een lening kan – afhankelijk van de hoogte – vaak jarenlang openstaan. Vooral obligatieleningen kunnen een lange looptijd hebben, soms tot wel 99 jaar. Maar een looptijd van bijna 400 jaar? Dat lijkt bijna niet meer geloofwaardig. Toch is het zo dat het Nederlandse waterschap de Stichtse Rijnlanden door een obligatie uit het jaar 1648 elk jaar een bedrag van €11,35 verschuldigd is aan de Amerikaanse universiteit Yale. Om de magere inkomsten van de lening te innen reist de archivaris van Yale dan ook om de paar jaar persoonlijk af naar Nederland: een onderneming die financieel gezien allesbehalve winstgevend is.
Eeuwigdurende obligaties
Een obligatie is een verhandelbaar schuldbewijs voor een lening die door een overheid, een onderneming of een instelling is aangegaan. Hoewel obligaties vaak geassocieerd worden met de effectenbeurs waar aandelen en obligaties verhandeld worden, bestaan obligaties al veel langer dan de eerste effectenbeurs, die in de 17e eeuw met de oprichting van de VOC ontwikkeld werd. Reeds in de oudheid bestonden al vormen van obligaties. Waar obligaties tegenwoordig een van tevoren bepaalde looptijd hebben, waren de meeste middeleeuwse obligaties “eeuwigdurend”, oftewel zonder vastgestelde einddatum. Bij eeuwigdurende obligaties wordt er jaarlijks een vast bedrag betaald over het oorspronkelijke bedrag van de obligatie, zonder dat deze ooit hoeft te worden afgelost. De meeste eeuwigdurende obligaties verdwenen automatisch na het faillissement van de organisatie die de obligaties uitgaf. Door de eeuwen heen zijn de meeste eeuwigdurende obligaties op die manier geleidelijk verdwenen of vervangen door obligaties met een bepaalde looptijd.
Hoogheemraadschap van de Lekdijk Bovendams
De Nederlanden worden al sinds mensenheugenis geplaagd door overstromingen. Om dit probleem en andere waterhuishoudingszaken aan te pakken, werden waterschappen opgericht. Deze waterschappen bestonden in de middeleeuwen al en behoren daarmee tot de oudste instituties van het Nederlands staatsbestel. In 1323 richtte de bisschop van Utrecht, Jan van Diest, het waterschap of ook wel het ‘hoogheemraadschap’ van de Lekdijk Bovendams op. Het doel van het waterschap was om de omliggende gebieden van de rivier de Lek te beschermen tegen overstromingen, nadat een aantal overstromingen aan het begin van de 14e eeuw schade hadden aangericht in de gebieden. De Lekdijk, die al een eeuw eerder gebouwd was, bleek niet sterk genoeg. Jan van Diest stelde daarom een reglement op voor het onderhoud van en toezicht op de Lekdijk. De eerste obligatie voor de financiering van het onderhoud werd in 1593 door het waterschap uitgegeven. Net als de middeleeuwse obligaties was dit een eeuwigdurende. In de eerste helft van de 17e eeuw werden daar een aantal nieuwe obligaties aan toegevoegd. In totaal kwam het bedrag aan obligaties neer op zo’n 300.000 gulden.
Van Lekdijk Bovendams naar Stichtse Rijnlanden
De eeuwigdurende obligaties liepen tot een bedrijf of instantie faillissement aan vroeg. Maar wat als de instantie niet failliet ging? Het 14e-eeuwse hoogheemraadschap van de Lekdijk Bovendams bestond tot 1971. Het werd toen niet opgeheven, maar het ging op in het Waterschap Kromme Rijn. Dit waterschap ging op zijn beurt weer op in het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Tot op de dag van vandaag houdt deze instantie zich bezig met de waterhuishouding in delen van Utrecht en Zuid-Holland. Ook het onderhoud van de dijken rondom de rivier de Lek vallen hieronder.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
De oudste obligatie die nog steeds rente oplevert
Eeuwigdurend betekent in dit geval dus echt eeuwigdurend. Jaarlijks betaalt waterschap de Stichtse Rijnlanden nog steeds rente over zeven eeuwenoude obligaties en rentebrieven. Hieronder valt ook de oudst bekende obligatie ter wereld waarover nog steeds rente betaald wordt, die stamt uit 1624. De lening bedroeg destijds 1200 Carolusguldens en was bedoeld om het herstel van de dijk na een dijkdoorbraak bij het dorpje Tull en ’t Waal te financieren. Hierover wordt jaarlijks nog €15 rente uitgekeerd.
De obligatie uit 1648
Een obligatie die nog bekender is, is er een uit 1648. De obligatie werd opgesteld op een stuk geitenhuid en bedroeg 1000 Carolusguldens, waarover ieder jaar 25 gulden rente moest worden betaald. Oorspronkelijk was de afspraak dat er 5% rente over werd betaald, maar door de eeuwen heen werd dit teruggebracht naar 2,5%. De obligatie werd uitgegeven voor de financiering van de aanleg van een aantal kribben in de rivier bij het dorpje Honswijk. De kribben moesten ervoor zorgen dat de oevers van de Lek niet verder uitgediept werden. Op het stuk geitenhuid werd jaarlijks de betaalde rente bijgehouden, tot er geen noteringen meer bij pasten. Om de volgende inningen bij te houden, werd er een nieuw stuk papier aan toegevoegd waar de administratie tot op de dag van vandaag op bij wordt gehouden. In 2015 haalde de eeuwenoude obligatie het internationale nieuws toen Timothy Young, de archivaris van Yale University in de Verenigde Staten, naar Amsterdam afreisde om twaalf jaar aan rente te innen. Het waterschap betaalde hem de verschuldigde €126,20. Hoe Yale aan de obligatie kwam? De universiteit kocht de obligatie op een veiling in 2003. Winst maakte Yale er niet echt op, voor de obligatie die omgerekend nog maar €453 waard was betaalde de universiteit maar liefst €24.000. De kosten van de reis die de archivaris iedere paar jaar maakt om de verschuldigde bedragen te innen zijn vaak al hoger dan de op z’n zachtst gezegd bescheiden inkomsten van de obligatie.
Hoe konden de obligaties blijven bestaan?
Volgens onderzoekers Geert Rouwenhorst en William N. Goetzmann hadden Nederlandse waterschappen in de 17e eeuw relatief veel financiële autonomie, wat ervoor zorgde dat ze weinig risico liepen om onder controle te komen van de overheid. Waar veel andere organisaties kopje onder gingen door risicovolle investeringen of slachtoffer werden van oorlogen en andere conflicten, wisten de waterschappen een stabiele koers te varen en te overleven tot in de 20e eeuw. De Stichtse Rijnlanden zouden de obligatie wel op kunnen heffen, maar daarmee zou een buitengewoon stukje ‘levende’ geschiedenis ophouden te bestaan.
Bronnen:
- RHC Rijnstreek en Lopikerwaard: Hoogheemraadschap van de Lekdijk Bovendams
- RTL Nieuws: Nederlandse obligatie uit 1648 levert rente op
- Tom Scott: The Centuries-Old Debt That's Still Paying Interest
- Yale News: A living artifact from the Dutch Golden Age: Yale’s 367-year-old water bond still pays interest
- William N. Goetzmann en K. Geert Rouwenhorst, The origins of value: the financial innovations that created modern capital markets (Oxford 2005).