De langstzittende ‘generaal’
Helemaal vergeten is Lodewijk Franciscus Duymaer van Twist nog niet, fier prijkt zijn naam nog altijd bovenaan de lijst van langstzittende Kamerleden. De kans lijkt klein, dat iemand zijn record, 44 jaar en negen maanden, zal breken. Wat deed Duymaer van Twist, bijgenaamd ‘Duympie’, in die lange periode tussen 1901 en 1946 in de Kamer?
Duymaer werd op 9 november 1865 geboren. Na de hbs in Den Haag startte de apothekerszoon zijn militaire loopbaan als aspirant-onderofficier bij het 4e Regiment Infanterie. Hij bezocht regelmatig politieke bijeenkomsten in Gouda, waar zijn garnizoen vlakbij lag, en ging daar graag met liberale woordvoerders in debat. Zijn welsprekendheid viel de plaatselijke antirevolutionaire kiesvereniging op en daarom werd hij gevraagd zich kandidaat te stellen voor het kiesdistrict Gouda voor de Tweede Kamerverkiezingen van 1897. Het lukte de antirevolutionair echter niet zijn liberale tegenstander C.J.E. baron van Bylandt te verslaan. Vier jaar later won Duymaer wel, dit keer als afgevaardigde voor het district Steenwijk.
Duymaer viel op in de Tweede Kamer. Door zijn robuuste gestalte en martiale snor, zijn diepe stemgeluid en zijn vrijmoedige interrupties kon zijn aanwezigheid niet onopgemerkt blijven. Meestal voerde hij het woord over militaire zaken, maar ook visserij en schipperszaken konden op zijn belangstelling rekenen. Hoewel hij als militair buiten dienst was, maakte hij toch promotie. In 1924 werd hij kolonel en zes jaar later zelfs luitenant-generaal-titulair der infanterie, wat hem naast Duympie en ‘de trombone van Steenwijk’ de bijnaam ‘de Generaal’ opleverde. In 1910 leidde een motie van zijn hand tot het aftreden van minister van Oorlog W. Cool. Met 36 tegen 31 stemmen nam de Kamer het besluit niet alleen de officierstraktementen, maar ook de pensioenen van officieren te verhogen. Een ander persoonlijk succes was zijn inbreng voor een regeling die steun bood aan vissers die door de afsluiting van de Zuiderzee werden getroffen.
Wellicht het bekendst is Duymaer geworden als oprichter van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm, een gewapende macht die uit dienstplichtigen en reservisten bestond. De Landstorm moest optreden bij binnenlandse onlusten die mogelijk zouden ontstaan door de revolutionaire dreigingen die Nederland van alle kanten omringden. Op 12 november 1918 stak de leider van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, P.J. Troelstra, in de Tweede Kamer een lange, dreigende redevoering af in dezelfde geest als hij de avond ervoor in Rotterdam had gehouden. Daar had hij de verwachting uitgesproken, dat de revolutie die in Duitsland was begonnen, niet bij de grens van Zevenaar zou halthouden. Duymaer had in de Kamer voorzorgsmaatregelen getroffen. Op de publieke tribune had hij, na overleg met de luitenant-kolonel van de veldartillerie, een groep van tien gewapende mannen neergezet. Ze konden rustig blijven zitten.
In mei 1919 werd de Landstorm officieel opgericht. Duymaer werd voorzitter van de Nationale Landstorm Commissie die daaraan leiding gaf. Hij maakte er geen geheim van dat hij de sociaaldemocraten na deze revolutiepoging voor geen cent meer vertrouwde. Het was dan ook Duymaer die op 11 juli 1919 het Wilhelmus aanhief, bijgevallen door de rechterzijde van de Kamer, nadat de sociaaldemocraten de ‘Achturenmars’ hadden gezongen, na aanvaarding van de achturige werkdag.
Zijn liefde voor koningin en vaderland mocht hij jarenlang op Prinsjesdag met veel genoegen demonstreren. Omdat Duymaer lange tijd het oudste Kamerlid was, kreeg hij de eer om na het uitspreken van de troonrede het ‘Lang leve de koningin!’ uit te roepen. Hij nam het stokje over van J.H. Donner die deze traditie in 1897 had ingezet. Zo blijft Duymaer toch vooral door zijn ceremoniële daden in de herinnering. Of, zoals Kamervoorzitter Kortenhorst hem bij zijn overlijden in de zomer van 1961 herdacht: een ‘legendarisch monument uit de vorige eeuw’.
Anne Bos en Charlotte BrandDrs. A.S. Bos en drs. C.J.M. Brand, Centrum voor ParlementaireGeschiedenis, Radboud Universiteit Nijmegen.
<h3>Artikel afkomstig van</h3>
<p>De portretten in de Curiositeitenkamer zijn geschreven door medewerkers van het <a href="http://www.ru.nl/cpg/blogs-rubrieken/curiositeitenkamer/curiositeiten-ka... target="_blank">Centrum voor Parlementaire Geschiedenis</a> (CPG).</p>
<p> </p>
<p><a href="http://www.ru.nl/cpg" target="_blank"><img class="alignleft" alt="" src="http://www.isgeschiedenis.nl/wp-content/uploads/2012/09/CPG-logo-150x112... width="88" height="65" /></a></p>
<p>Het CPG, gevestigd te Nijmegen, is een samenwerkingsverband van de Radboud Universiteit en de Stichting Parlementaire Geschiedenis te Den Haag. Het Centrum doet wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de parlementaire geschiedenis van Nederland na de Tweede Wereldoorlog.</p>
<p> </p>
<p>In de Curiositeiten Kamer wordt tweewekelijks een kleurrijk Kamerlid geportretteerd. De rubriek verschijnt zowel op de website van het <a href="http://www.ru.nl/cpg/blogs-rubrieken/curiositeitenkamer/curiositeiten-ka... target="_blank">CPG</a> als op <a href="http://WWW.ISGESCHIEDENIS.NL">IsGeschiedenis.nl</a> en dit artikel verscheen eerder in <em><a href="http://www.openbaarbestuur.nl/" target="_blank">Openbaar Bestuur</a> </em>(4-2009). <a href="http://www.ru.nl/cpg" target="_blank">Meer informatie over het CPG</a>. </p>