Getrouwde vrouwen aan het werk aan lopende band bij Albert Heyn

De Motie-Tendeloo en de werkende getrouwde vrouw

Discussies over de gelijkheid en de loonkloof tussen man en vrouw en over het aantal vrouwen in topfuncties hadden zonder de Motie-Tendeloo in 1955 niet kunnen plaatsvinden. Tot die tijd was het gebruikelijk dat een vrouw niet meer werkte na haar huwelijk en daar maakte de motie van Corry Tendeloo een einde aan.

Volgens het Burgerlijk Wetboek, ingevoerd in 1838, waren vrouwen in juridische zin vanaf het moment dat ze trouwden handelingsonbekwaam. Dat betekende dat de man aan het hoofd van de echtvereniging stond, de vrouw gehoorzaamheid aan hem verschuldigd was en alleen rechtshandelingen kon verrichten met zijn toestemming. De getrouwde vrouw mocht bijvoorbeeld geen geld uitgeven zonder instemming van haar man of een overeenkomst sluiten door bijvoorbeeld een bankrekening te openen. Hoewel kamerlid voor de Vrijzinnig-Democratische Bond Betsy Bakker-Nort in de jaren ’20 verschillende wetsvoorstellen indiende, bleef de handelingsonbekwaamheid van de vrouw tot in de jaren ’60 van de twintigste eeuw onveranderd.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


Automatisch ontslag voor gehuwde vrouwen

Ook was het gebruikelijk dat vrouwen automatisch ontslagen werden op de dag na hun huwelijk, zodat ze huisvrouw konden worden. Dat gold sinds een Koninklijk Besluit (KB) uit 1924 voor alle vrouwen onder de leeftijd van 45 die in overheidsdienst waren, zoals ambtenaressen, secretaresses en onderwijzeressen. Vrouwen ouder dan 45 die al in dienst waren konden waarschijnlijk niet meer zwanger worden en werden daarom uitgezonderd van de regel.

De motieven voor het besluit van 1924 waren deels principieel en deels economisch. Ten eerste vond men dat de vrouw in haar gezin thuishoorde en haar moederschap belangrijker was dan arbeid. Daarnaast moest de overheid in 1924 sterk bezuinigen en leidde de maatregel tot het ontslag van duizenden vrouwen: een makkelijk geklaarde klus. Buiten de overheid was het overigens ook heel gebruikelijk de vrouw een ‘eervol ontslag’ aan te bieden na haar huwelijk.

Motie-Tendeloo

In 1955 debatteerde de Tweede Kamer naar aanleiding van een verdrag van de Internationale Arbeidsconferentie over de gelijke beloning bij arbeid van gelijke waarde. De kwestie of gehuwde vrouwen in dienst mochten blijven bij de overheid kwam daarin ook bovendrijven. Na de Tweede Wereldoorlog was men soepel omgesprongen met het besluit uit 1924: vrouwen kregen wel ontslag na hun huwelijk, maar konden soms direct terugkeren voor een tijdelijk contract. Steeds meer stemmen gingen op voor afschaffing van het besluit. PvdA-kamerlid Corry Tendeloo, zelf ongehuwd, diende na een vurig debat een motie in waarin zij zich keerde tegen het verbod op arbeid van de gehuwde vrouw. De tekst luidde:

‘De Kamer, gehoord de besprekingen over het KB van 13 september 1955, van oordeel, dat het hier niet op de weg van de Staat ligt de arbeid van de gehuwde vrouw te verbieden, nodigt de Regering uit de hiermee strijdende voorschriften te herzien.’

Emancipatie van de vrouw

Een zeer kleine meerderheid in de Tweede Kamer, 46 tegen 44, stemde vóór. Onder de instemmende parlementariërs waren ook alle vier de vrouwelijke Kamerleden. Vanaf dat moment werden vrouwen in overheidsdienst niet meer automatisch ontslagen na hun trouwen en veranderde ook de maatschappelijke houding ten opzichte van werkende getrouwde vrouwen snel. Een tweeverdienersgezin werd steeds vanzelfsprekender.

De Motie-Tendeloo van 1955 leidde in het jaar daarop tevens tot een parlementaire discussie over de handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw. Onder het Kabinet-Drees III werd in 1956 besloten dat de vrouw ook na haar trouwen wettelijk handelingsbekwaam was – een belangrijke stap in de emancipatie van vrouwen.

Bronnen

  • E. Kloek et. al., ‘Corry Tendeloo’ in 1001 Vrouwen uit de Nederlandse Geschiedenis (Nijmegen 2013) 1308 – 1309.
  • C. van Baalen, ‘De politiek en rechtsgelijkheid van vrouwen op het gebied van arbeid (1955)’ in Politiek(e) Opstellen 18, (1998) 99 – 115.
  • E. Kloek, Vrouw des Huizes. Een cultuurgeschiedenis van de Nederlandse Huisvrouw (Amsterdam 2009) 201.

Afbeelding

Ook interessant: 

Rubrieken: 

Partners: 

Ideologieën: 

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief.