
De nacht van Wiegel: het correctief referendum sneuvelt
Op 21 januari 2025 is een grote stap gezet om een bindend correctief referendum in te voeren. Voor het invoeren van dit referendum is een verandering van de grondwet nodig. Dit betekent dat de wet niet gelijk ingevoerd kan worden, als er een meerderheid voor het wetsvoorstel is in de Eerste en Tweede Kamer. Er moet dan eerst nieuwe Tweede Kamerverkiezingen komen voordat er een nieuwe stemming kan komen over de wet. Dan moet er weer een tweederde meerderheid zijn in de Tweede Kamer en Eerste Kamer.
Het wetsvoorstel was al een keer aangenomen door de Eerste en Tweede Kamer in 2023. Er moet nu dus alleen een tweederde meerderheid komen in de Eerste Kamer, voordat het correctief referendum in leven kan geroepen. Hierdoor lijkt de vervolgstap eigenlijk een formaliteit, maar dit kan echter ook fout gaan, zoals we zagen in 19 mei 1999. Toen leek alles goed te gaan voor het correctief referendum, maar sneuvelde op het nippertje.
Wat speelde er?
Tussen 1994 en 1998 was het kabinet Paars I aan de macht, bestaande uit coalitiepartijen D66, VVD en PvdA. In 1996 werd door Minister-President Wim Kok en minister van Binnenlandse Zaken Hans Dijkstal een wetsvoorstel gedaan voor het correctief referendum. Door middel van zo’n correctief referendum zou het volk wetgeving waar de Eerste en Tweede Kamer mee in hadden gestemd, nog kunnen tegenhouden. Het wetsvoorstel werd in de Eerste en Tweede Kamer aangenomen door een meerderheid. Maar in de Eerste kamer gebeurde wel iets opvallends, vijf VVD’ers stemden tegen het wetsvoorstel van hun eigen minister: Wiegel, Van Eekelen, Van Graafeiland, Heijne Makreel en Verbeek. Na de verkiezingen in 1998 kwam het kabinet Paars II, met weer D66, PvdA en VVD. Weer stemde de Tweede Kamer in met een wetsvoorstel voor het correctief referendum, met alleen tegenstand van de christelijke partijen.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Het voorstel was vooral belangrijk voor D66. Dit referendum was al jaren speerpunt van de partij en werd gezien als één van hun kroonjuwelen van dit kabinet. Als het referendum er niet zou komen, zei D66 dat ze het kabinet zouden opblazen. Het was hierom ook van belang voor het kabinet Paars II, dat deze grondwetswijziging erdoorheen zou komen.
De coalitie had echter een probleem. Een tweederde meerderheid in de Eerste Kamer, 50 zetels, was allesbehalve zeker. Het was namelijk niet zeker of de Eerste Kamerleden van de VVD die vorige keer tegen stemden dit keer wel voor zouden stemmen. Ze werden ook wel de bende van vijf genoemd. Omdat het ook niet zeker was hoe het de eenmansfractie Batenburg zou stemmen, was het nodig dat alle VVD’ers voorstemden.
Verschillende ‘bendeleden’ vertelden tegen Andere Tijden in 2019 dat ze tegen het correctief referendum waren, omdat ze het tegen de representatieve democratie in vonden gaan. Dat een wet tegengehouden zou kunnen worden als die al door de Eerste en Tweede Kamer heen was werd door Hans Wiegel, als “uitholling van het parlement” bestempeld.
Wim van Eekelen gaf tegen Andere Tijden een andere eigen reden om tegen te zijn: toen hij hoorde dat het correctief referendum ook voor verdragen zou gelden, was hij pas tegen. Hij vond dat dit diplomatie onmogelijk zou maken, omdat Nederland niet meer te vertrouwen was als ze een verdrag ondertekende. Dit verdrag kon namelijk door de kiezer alsnog ingetrokken worden. Dit argument doet denken aan het ongemak van het kabinet Rutte II toen bij het raadgevend referendum over de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne tegen werd gestemd.
Het debat
Het debat kreeg in tegenstelling tot de meeste Eerste Kamerdebatten erg veel aandacht met 440.000 kijkers tijdens een live-uitzending op televisie. Het debat duurde 16 uur en stopte om half twee. Hierdoor stonden de Eerste Kamerleden vol in de schijnwerpers, wat ze niet gewend waren. Eerste Kamerlid Schoondergang-Horikx sneerde dat bij het debat over een andere grondwetswijziging de media afwezig was.
Peper probeerde tijdens het debat de VVD-Kamerleden gerust te stellen door te benadrukken dat de drempel om een correctief referendum uit te voeren erg hoog was. Om een correctief referendum aan te vragen was er eerst een inleidingsverzoek nodig, waar 40.000 handtekeningen van kiesgerechtigden verzameld moest worden. Daarna moest binnen zes weken 600.000 handtekeningen verzameld worden. Dan kon het correctief referendum pas uitgeschreven worden. Als het referendum niet de drempel van 30% van de kiezers overschreed, werd er niks gedaan met het referendum. Verder vond Peper het correctief referendum een belangrijk gereedschap om de interesse in de politiek bij de burger aan te wakkeren. Wiegel vond dat Kamerleden juist beter moesten gaan spreken, om de politieke interesse te verhogen. Peper wist door zijn argumenten Eerste Kamerlid Bierman van GroenLinks te overtuigen. Wiegel beschuldigde hem na deze bekering van opportunisme.
VVD’ers onder druk gezet
In het debat werden er naast de kracht van Bram Pepers redevoering, ook nog andere middelen ingezet om de bende van vijf te overtuigen. Minister-president Wim Kok werd opgetrommeld om namens het kabinet een beroep te doen op de VVD’ers om voor de wet te stemmen. Hij zei echter niet dat het onaanvaardbaar zou zijn, om de wet niet aan te nemen. Hier was Hans Wiegel erg dankbaar voor. Hij gaf na zijn monoloog, Kok een hand en zei: “Bedankt voor het gesprokene”. Dit interpreteerde Wim Kok als teken van Wiegel dat hij voor zou stemmen. Toen Wiegel tegenstemde voelde Kok zich hierdoor verraden. Kok zei in het tv-programma NOVA hierover: “Dat was niet fair, kwestieus en niet straight. Dat vond ik echt beneden de maat, dat is mij diep tegengevallen.’’
Wiegel houdt voet bij stuk
Verschillende VVD-prominenten probeerden in de achterkamertjes druk uit te oefenen op de bende van vijf. Heijne Makkreel gaf aan tegen Andere Tijden dat de fractievoorzitter Hans Dijkstal het volgende tegen hem zei: “Heb je nu genoeg toezeggingen of moet ik de minister-president uit zijn kamertje laten komen?”
Door deze druk werden vier van de vijf toch nog overtuigd om voor te stemmen. Maar Wiegel hield voet bij stuk. Hierdoor moest om 01:30 uur de VVD-fractievoorzitter in de Eerste Kamer mededelen dat voor één lid het voorstel onacceptabel was. 49 zetels voor, 26 tegen. Dit was één zetel te weinig voor een tweederde meerderheid. Het correctief referendum was gesneuveld. Hans Wiegel dichtte dat hij niet bezweek toe aan zijn grote politieke ervaring in de Tweede Kamer. Dat de andere vier zich wel lieten overtuigen lag volgens Wiegel eraan dat zij hiervoor nooit in de nationale politiek hadden gezeten.
Deze nacht was een klap in het gezicht in het kabinet, maar met name voor D66. Het doel waarvoor ze opgericht waren, democratische vernieuwing, was op het laatste moment gesaboteerd door Hans Wiegel. Het leek erop dat D66 niet meer verder kon in dit kabinet, omdat ze hier zoveel op ingezet hadden. Het gezichtsverlies om na deze blamage door te gaan leek te groot. De stemming was: het kabinet paars II is over. Het liep echter anders.
Herstel kabinet
Op 19 mei dienden alle bewindslieden van Paars II hun ontslag in. De dag erna gaven de PvdA en de VVD aan dat ze willen onderzoeken of het kabinet hersteld kon worden. D66 zag hier in eerste instantie niets in. Thom de Graaf, fractievoorzitter van D66, vond de gebeurtenissen van de dag ervoor onherstelbare consequenties had. Dit standpunt hielden ze echter niet lang vol. Hans Dijkstal was voorstander van een kabinet zonder D66 als het niet lukte om te lijmen, maar PvdA-prominent Ad Melkert zag hier niets in. Op 21 mei was D66 bereid om te praten over een herstel van het kabinet. Koningin Beatrix wees PvdA’ers Herman Tjeenk Willink aan om de verhoudingen in de coalitie te herstellen. Op 1 juni was er een doorbraak. Er was een consensus ontstaan voor een nieuw voorstel voor een referendum, dit keer niet-bindend. Met dit compromis kon D66 weer verder in het kabinet. Op 8 juni was de crisis officieel opgelost en kon Paars II verder.
Na de nacht van Wiegel werd gedacht dat dit het einde van het kabinet zou zijn. Dit was echter niet het geval. De grootste consequentie bleek dat het correctief referendum afgeschoten werd. 26 jaar later krijgt het correctief referendum weer een kans. Als alle partijen die in Tweede Kamer voor hebben gestemd in de Eerste Kamer ook voor stemmen, gaat het wetsvoorstel het redden. Zal het correctief referendum het dit keer wel redden of zullen dit keer een paar koppige Kamerleden er weer een stokje voor steken?
Bronnen:
- Tweede Kamer: Initiatiefvoorstel van de SP-leden Marijnissen en Temmink. Opnemen in de Grondwet van een bepaling betreffende het correctief referendum
- Eerste Kamer: Grondwetsherziening, procedure
- De Nederlandse Grondwet: Correctief Referendum(1996-1999)
- Parlement.com: Kabinetscrisis 1999: de Nacht van Wiegel
- Johan van Merriënboer (jaarboek Parlementaire geschiedenis 1999): Carambole! de nacht van Wiegel in de parlementaire geschiedenis
- Andere Tijden: De Nacht van Wiegel
- Eerste Kamer: Kabinetscrisis 1999
- NRC handelsblad: Kabinet valt, D66 tegen verzoening
- NRC handelsblad: D66 praat mee over herstel coalitie
- NRC handelsblad: Tjeenk Willink doet lijmpoging
- Gijsbert van Es en Kees van der Malen (NRC handelsblad): Doorbraak in lijmpoging perfect getimed
- Eerste Kamer: Initiatiefvoorstel-Marijnissen en Temmink Opneming in de Grondwet van bepalingen inzake het correctief referendum