De oorsprong van de drie Wijzen
In de kerststal mogen ze niet ontbreken: de Wijzen uit het Oosten. Melchior, Caspar en Balthasar brachten goud, mirre en wierook naar het kindeke Jezus. Maar wie waren deze mannen nou precies?
Onbekend aantal
Elk jaar op 6 januari wordt hun reis herdacht, maar eigenlijk zijn we er niet zeker van dat het überhaupt een drietal was. In het evangelie staat weliswaar dat ze uit het Oosten kwamen en drie geschenken brachten, maar in andere bijbelse verhalen kwamen er soms wel twaalf wijzen voor. Het is dus maar een gok, gezien de drie geschenken. Ook hun namen worden niet vermeld; die kregen ze later pas.
Melchior, Caspar en Balthasar
De Europese, oude koning Melchior, de Ethiopische, jonge koning Caspar en de Aziatische koning Balthasar danken hun namen aan een Grieks verhaal uit ongeveer 500 n. Chr. Ze brachten goud, mirre en wierook met zich mee; wat kostbaar was voor die tijd.
Een opdracht van God
Het Bijbelse verhaal is te lezen in het evangelie van Mattheüs. Hierin staat beschreven hoe de drie wijzen een ster aan de hemel zagen, die zou leiden naar de Koning der Joden. Koning Herodes hoorde het verhaal ook en werd nieuwsgierig. Hij verzocht de wijzen om naar Bethlehem te gaan en te vertellen wat ze daar aan zouden treffen. Op plaats van bestemming, kregen de wijzen die nacht een opdracht van God om Herodes te negeren. Dit voerden ze uit, waar de koning op antwoordde door alle kinderen in Bethlehem - jonger dan drie - te vermoorden. Jezus en zijn ouders waren echter al vertrokken naar Egypte, nadat Jozef hierover droomde.
Taak van de drie Wijzen
Zo droegen de drie Wijzen dus niet enkel bij aan het verhaal door het meebrengen van hun geschenken, ze hielpen voornamelijk door het kindeke Jezus niet te verraden. Wat ook kenmerkend is voor de drie Wijzen, is dat ze de drie bijbelse mensenrassen zouden vertegenwoordigen.