Geen afbeelding beschikbaar

De ‘saaie’18e eeuw in Nederland

De 18e eeuw wordt in de Nederlandse geschiedschrijving vaak afgedaan als saai en voorspelbaar. Vaak wordt deze periode afgezet tegen de eeuw ervoor, de Gouden Eeuw, om het contrast nog meer aan te tonen. Een contrast tussen beide tijdperken is er zeker, maar dit is minder negatief dan vaak wordt voorgesteld. Volgens historicus Wijnand W. Mijnhardt was Nederland in de 18e eeuw dan ook een stuk minder saai dan vaak gedacht wordt.

In het rampjaar 1672 werd de Republiek door vier verschillende landen de oorlog verklaard en verminderde de overzeese handel drastisch. De steden, die in de Gouden Eeuw de dienst hadden uitgemaakt, begonnen te krimpen en mensen trokken massaal naar het platteland. Dat de stedelijke bevolking met 30 procent afnam, had echter niet alleen maar negatieve gevolgen. Het zorgde er wel voor dat de plattelandseconomie sterk kon groeien. Deze trend was al eerder ingezet, doordat het platteland kon profiteren van de inpoldering die na 1750 op grote schaal plaatsvond en een groeiende vraag naar landbouwproducten was ontstaan in heel Europa.

De Nederlandse provincies speelden hier handig op in. Vooral Zeeland, Friesland, Overijssel en Gelderland konden flink profiteren van de ontwikkelingen. In plaats van voedselimporteur, werd de Republiek nu via de havens van Middelburg, Harlingen, Groningen en Rotterdam, een voedsel exporterende natie. Dit had te maken met de grote stijging van de arbeidsproductiviteit, door de trek naar het platteland en door nieuwe technieken en machines.

De verhouding tussen stad en platteland keerde dus volledig om. Dit betekende ook een verschuiving van de machtbalans van het westen van het land naar het noorden, oosten en zuiden. Wie hier vooral van profiteerde, was de adel. In Holland had deze groep in de Gouden Eeuw veel macht verloren door de opkomst van de koopmannen en handelaren, maar vooral in de noordelijke en oostelijke provincies was zij altijd invloedrijk gebleven. Zo overheerste de adel hier het parlement en kon het, met hulp van de monarchie, de Nederlandse samenleving vanaf 1750 bijna een eeuw lang domineren. Van de verhoogde productiviteit en winstgevendheid van de landbouw werd ook optimaal gebruik gemaakt. De pachtprijzen stegen in sommige gebieden soms met 200 procent.

Volgens Mijnhardt is het vanwege al deze redenen dat we afmoeten van het beeld dat Nederlanders zichzelf zien als erfgenamen van de 17e eeuw. Het zou goed zijn om te accepteren, zoals sociologen de laatste jaren al doen, dat er verschillende routes naar moderniteit zijn. De route van Nederland is er dus niet één van een stijgende lijn van verstedelijking, maar juist één met een agrarische periode die een cruciale rol heeft gespeeld bij het ontstaan van het huidige Nederland.

Bron: Wijnand W. Mijnhardt, De bloeiende 18e eeuw, in Geschiedenis Magazine, jaagang 2012 nummer 4.

Rubrieken: 

Partners: 

Landen: 

Tijdperken: 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt