Eerste partijcongres en de latere macht van de Chinese Communistische Partij
Elke vijf jaar vindt in China het Nationaal Congres van de Communistische Partij van China plaats. Tijdens het Congres wordt vaak de belangrijkste ideologische lijn van de Communistische Partij vastgesteld en worden er plannen voor de komende vijf jaar gepresenteerd. Het Congres geldt als het hoogste leidinggevende orgaan binnen de Chinese communistische partij. Het eerste partijcongres in China werd gehouden van 23 tot en met 31 juli 1921, in een periode van grote onrust.
In China vonden in de eerste twee decennia van de 20e eeuw veel politieke veranderingen plaats. In 1911 begon de Xinhai-revolutie tegen het regime van keizer Aisin-Gioro Puyi (1906-1967) waarna er in 1912 definitief een einde kwam aan het Keizerrijk onder leiding van de Qing-dynastie(1644-1912). Er heerste chaos in China. Sun Yat-sen riep als president op 12 februari 1912 de eerste republiek van China uit, maar hij droeg hetzelfde jaar de macht alweer over aan een machtige generaal uit het keizerrijk, Yuan Shikai. Deze generaal deed zich voor als een hervormer die de liberaal-democratische standpunten van Sun Yat-sens partij, de Tongmenghui, in de praktijk wilde brengen, maar bleek vooral uit op eigen macht. In 1915 probeerde hij het keizerrijk te herstellen en keizer te worden. Door zijn overlijden in 1916 kwam aan deze aspiraties abrupt een einde.
Warlords
In de periode hierna bestond de Republiek China nog wel, maar veel macht had de regering niet. Grote delen van het land werden bezet door warlords die, soms met succes, een greep deden naar de centrale macht in China. Andere delen van China werden bezet door Japan, omdat één van de warlords die tijdelijk de macht in handen had, Duan Qirui, veel geld van Japan had geleend. In ruil hiervoor had hij Japan toestemming gegeven om in grote delen van Oost-China soldaten te stationeren, waardoor de Japanners deze delen feitelijk bezetten. Bij de Vrede van Versailles in 1919 werd aan de aanwezigheid van het Japanse leger internationale goedkeuring gegeven, tot grote verontwaardiging van veel Chinezen.
De 4 meibeweging
Door gebrek aan centraal gezag ontstond er chaos in het land, waardoor het culturele denken van veel Chinezen veranderde. De invloed van het confucianisme verminderde en er kwam veel ruimte voor westerse denkbeelden. Vooral de ideeën van gelijkheid en nationalisme werden erg populair onder intellectuele jongeren. Op 4 mei 1919 brak een grote opstand uit tegen de Japanse aanwezigheid in China. Deze opstand had een sterk nationalistisch karakter en zorgde ook voor de eerste massale mobilisatie van de Chinese middenklasse. In het licht van dit groeiende bewustzijn en de massale mobilisatie van de Chinese bevolking vond de oprichting van de Chinese Communistische Partij plaats.
Oprichting Communistische Partij
In juli 1921 kwam een groep van 50 marxisten uit China bij elkaar in Sjanghai. Tijdens deze reeks bijeenkomsten werd de Chinese Communistische Partij officieel opgericht. Mao Zedong (1893-1976) was hierbij aanwezig, maar speelde in die tijd nog geen leidende rol. De leider op het eerste Partijcongres was Zhang Guotao (1897-1979), die zich later zou ontpoppen tot een groot rivaal van Mao Zedong. Tijdens deze eerste serie bijeenkomsten werd onder andere vastgelegd dat de Chinese arbeidersklasse en de boeren bekender moesten worden met de ideeën van het socialisme. Ook werd de gegoede burgerij, de bourgeoisie, als grootste vijand van de communisten aangemerkt.
Nationalisten en communisten
De Communistische Partij stelde in de eerste jaren na de oprichting nog weinig voor in China, de nationalisten waren sterker. Deze liberaal-democratische nationalisten die de warlords in 1925 definitief van hun plek stootten, werkten echter nauw samen met de socialisten. De nationalisten vroegen de Russische bolsjewieken namelijk om steun, maar de bolsjewieken wilden deze steun alleen verlenen wanneer de nationalisten ook de communisten betrokken bij de beweging. Ondanks de grote ideologische verschillen werd dus een samenwerkingsverband aangegaan tussen de nationalisten en de communisten. Toen de nationalisten eenmaal aan de macht waren werd echter snel overgegaan tot het vervolgen van de communisten.
Chinese Burgeroorlog
Een aantal prominente communisten wist te vluchten en zette een leger op. In 1927 kwam het tot een burgeroorlog tussen de nationalisten en de communisten, die in 1949 definitief gewonnen werd door de communisten onder leiding van Mao Zedong. De nationalisten vluchtten naar Taiwan, waar ze nog steeds aan de macht zijn, en Mao Zedong riep de Volksrepubliek China uit.
Het Partijcongres later
De Chinese Communistische Partij is nog steeds oppermachtig en houdt ongeveer elke vijf jaar een partijcongres. Bij dit partijcongres wordt het nieuwe beleid van de partij toegelicht. Ook wordt tijdens het congres de samenstelling van het Centrale Comité vastgesteld. Dit comité neemt in naam van het Congres de zaken waar in de periode tussen twee congressen. Omdat de samenstelling van het Centraal Comité volgens de statuten van de partij regelmatig moet wisselen, is het samenstellen van die commissie een van de belangrijkste agendapunten van het Congres. Enkele keren hebben prominente partijleden de ideologie van de partij aangepast of aangevuld met hun eigen ideeën. Zo werd tijdens het negentiende partijcongres, in 2019, het gedachtengoed zoals president Xi Jinping dat had opgesteld, toegevoegd aan de statuten van de partij.