Geallieerde leiders negeerden waarheid omtrent Bloedbad van Katyn
De Geallieerde leiders kozen er in de Tweede Wereldoorlog voor om de werkelijke gebeurtenissen tijdens het bloedbad van Katyn bewust te negeren, zo blijkt uit onlangs vrijgegeven geheime documenten. In 1940 werden er in de omgeving van Katyn ruim 22.000 Polen op brute wijze geëxecuteerd. Zowel Roosevelt als Churchill hielden toen vol dat Duitsland verantwoordelijk was voor deze oorlogsmisdaad, terwijl zij wisten dat dit niet het geval was.
In maart en april 1940 executeerde de Russische geheime dienst NKVD - in opdracht van Lavrenty Beria en met goedkeuring van Josef Stalin - ruim 22.000 Poolse officieren en intellectuelen in een bos nabij het kleine dorpje Katyn. Vervolgens verspreidden de Russen het gerucht dat deze oorlogsmisdaad was uitgevoerd door de Duitsers.
Onderzoek van het Rode Kruis
In het voorjaar van 1943 verzocht de Poolse regering – die op dat moment in ballingschap in Londen verkeerde – het Rode Kruis om een onafhankelijk onderzoek naar het bloedbad in Katyn. Volgens de Poolse generaal Wladyslaw Sikorski was dit noodzakelijk om te achterhalen wat er werkelijk was gebeurd met de 22.000 omgekomen Polen. Dit resulteerde echter in grote woede bij de Russische leider Josef Stalin, die meteen dreigde alle banden met de Poolse regering te verbreken. De geallieerde leiders Roosevelt en Churchill waren bang dat een dergelijke diplomatieke rel ten koste zou gaan van de gezamenlijke strijd tegen nazi-Duitsland.
Geheime documenten
Zij besloten daarom tussenbeide te komen en de Russen uitdrukkelijk te steunen in hun verzet tegen een onderzoek, zo blijkt uit een duizendtal onlangs vrijgegeven geheime documenten van de US National Archives. Zo schreef Roosevelt in een brief aan Stalin: “Ik ben ervan overtuigd dat Churchill de Poolse regering wel duidelijk kan maken dat ze voortaan wat meer hun ‘gezonde verstand’ moeten gebruiken”. Daarnaast garandeerde Churchill de Sovjets persoonlijk dat hij zich altijd ‘fanatiek zou verzetten’ tegen een onderzoek van het Rode Kruis. Uiteindelijk kwam het onderzoek er inderdaad niet, waardoor het nog lange tijd onduidelijk bleef wat er in Katyn was gebeurd.
Bewijzen
Uit de vrijgegeven documenten blijkt echter dat de geallieerde leiders in het voorjaar van 1943 wel degelijk wisten wat er echt gebeurd was met de geëxecuteerde Polen. Zo hadden zij van de Poolse regering al meerdere gedetailleerde rapporten ontvangen over de oorlogsmisdaad van de Sovjets. Deze documenten werden bovendien ondersteund door een aantal Amerikaanse diplomaten, die verzekerden dat de Poolse studies betrouwbaar waren.
Verder hadden de geallieerde inlichtingendiensten ook nog de beschikking over de getuigenis van de Amerikaanse luitenant-kolonel John H. van Vliet, een krijgsgevangene van de Duitse Wehrmacht. Hij werd door de Duitsers verplicht om aanwezig te zijn bij de opgravingen van Katyn in 1943 en kon zo met eigen ogen de gevolgen van de Russische massa-executie aanschouwen. Later stuurde hij hierover in het geheim een gecodeerd bericht naar de Verenigde Staten, maar ook dit bewijs werd genegeerd.
Bewust genegeerd
Dat er sprake was van een bewust besluit van de geallieerden om de waarheid omtrent Katyn te negeren blijkt ten slotte uit een telegram van de Britse ambassadeur Owen O’Malley aan de Poolse regering in ballingschap. “We zijn gedwongen om (…) de Polen te verhinderen hun zaak publiekelijk aanhankelijk te maken en om alle pogingen van pers en publiek om dit smerige verhaal tot in de diepte uit te zoeken te ontmoedigen”, zo schreef O’Malley. “In feite gebruiken we de goede naam van Engeland om dit schandaal af te dekken, net als de moordenaars coniferen gebruikten om het massagraf te verbergen.”
Overigens was deze doofpotaffaire niet beperkt gebleven tot overheidskringen, zo blijkt uit een telegram van 28 mei 1943 van de Amerikaanse inlichtingendienst. Toen zij benaderd werden door iemand die beschikte over gevoelige informatie omtrent het bloedbad van Katyn, luidde het antwoord: “Als je de Katyn affaire bedoeld, dan zijn we alleen geïnteresseerd in informatie die aantoont dat de Duitsers betrokken waren”.
Nasleep
Na afloop van de oorlog werd echter al snel duidelijk dat de geallieerden niet overtuigd waren van de Russische versie. Zo weigerden de Amerikanen en de Britten in 1946 de zaak Katyn te laten behandelen als een Duitse oorlogsmisdaad tijdens de Neurenberg processen. “De Westerse Geallieerden wisten de exacte waarheid omtrent Katyn, maar onder oorlogsomstandigheden kwam die waarheid hen niet goed uit”, aldus Izabella Sariusz-Skapska, voorzitster van de Katyn Families Federation.
Bron: Reuters