Geschiedenis van de energievoorziening
Reclames, advertentiebanners en van deur tot deur verkopers; de laatste tien jaar strijden energieleveranciers om klanten. Met alle huidige aanbieders van energie vergelijk je je al gauw een ongeluk. De concurrentie is het gevolg van de splitsingswet uit 2006. Voor die tijd werd energie lokaal afgenomen en vaak door nutsbedrijven beheerd.
Langs de deur
Oude beroepen als lantaarnopsteker, olieman en kolenboer verwijzen naar een tijd waarin mensen voor licht en energie afhankelijk waren van verkopers die langs de deur kwamen. Nog tot in de jaren ‘60 voorzag de kolenboer mensen van kolen en petroleum. Doordat steeds meer huishoudens werden aangesloten op aardgas, verdween hij langzaam uit het straatbeeld. De laatste lantaarnopsteker in Nederland ging in 1957 in Haarlem met pensioen. Veel steden gingen in eerste instantie over op gasverlichting en later op elektriciteit.
Splitsingswet
De overheid was meestal nauw betrokken of initiatiefnemer bij de aanleg van gasleidingen en elektriciteitslijnen. Lange tijd kende Nederland geïntegreerde nutsbedrijven, waarbij productie, transmissie en distributie allemaal door één instantie geregeld werden. Met de splitsingswet uit 2006 is de markt opengegooid voor commerciële spelers, die stroom inkopen bij producenten en doorverkopen aan de consument.
Veilig stellen van distributie
Wat betreft de transmissie is er echter geen vrije markt. Vanwege het grote belang van toegankelijkheid tot aardolie, aardgas en elektriciteit, verzorgt de Nederlandse Gasunie (sinds 1963) de aanleg van pijpleidingen en TenneT (sinds 1998, daarvoor SEP) het hoogspanningsnet. Beide bedrijven zijn in handen van de staat.
Bronnen:
- Tennet.eu.nl
- gasunie.nl
- vemw.nl
Afbeelding:
- By Varistor60 (Own work) [CC BY-SA 4.0 ], via Wikimedia Commons