Geschiedenis van de Geboortekerk van Jezus
In Bethlehem staat een kerk op de plek waar Jezus is geboren: de geboortekerk. In deze kerk hebben drie geloven hun eigen vleugel. Dat dit gedeelde beheer van de Geboortekerk van Jezus niet altijd vlekkeloos gaat, werd duidelijk op 28 december 2011. Ongeveer honderd Grieks-orthodoxe en Armeens-apostolische priesters bevochten elkaar in de kerk. Bij dergelijke ruzies blijkt het voornamelijk te gaan om een ‘grensgeschil’ tussen de verschillende vleugels binnen de kerkmuren.
In 325 liet de Romeinse Keizer Constantijn een kerk ter ere van Jezus bouwen op de vermeende plek van zijn geboorte in Bethlehem. De kerk viel onder Byzantijns bewind totdat Bethlehem in de zevende eeuw veroverd werd door de Islamitische Perzen. De moslims hadden veel respect voor de kerk. Zo schreef de Arabische geograaf al-Muqaddasi: ‘een kerk als deze valt in de verste verte niet te vinden’. In 1009 beval de kalief al-Hakim bi-Amr Allah om het gebouw te vernietigen, maar lokale moslims voorkwamen dit.
Kruistochten
De situatie in het Heilige Land gaf in de elfde eeuw aanleiding tot de kruistochten. Christelijke pelgrims werden namelijk steeds meer lastig gevallen in Jeruzalem. Van 1099 tot 1187 viel het Heilige Land in handen van de kruisvaarders en werd de kerk volledig gerepareerd en voorzien van uitbreidingen. In 1187 veroverden de legers van Saladin het Heilige Land en kwam Bethlehem weer onder Islamitisch bewind te staan.
Ottomanen
Na de middeleeuwen, in 1516, werden de Ottomaanse Turken meester van het Heilige Land. De christelijke bevolking werd getolereerd, maar er was onderlinge frictie tussen Grieks-orthodoxe en Katholieke christenen om het beheer van de kerk. De Ottomanen bleven eeuwenlang aan de macht, totdat het rijk ten val kwam als gevolg van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Tegenwoordig behoort Bethlehem tot Palestijns grondgebied.
Verschillen binnen het Christendom
Om de hedendaagse situatie binnen het christelijke geloof te begrijpen, moet teruggekeken worden naar Het Grote Schisma van 1054. De paus te Rome zag zichzelf als opvolger van de apostel Petrus en daarom als rechtmatige leider van het christendom. In het oosten werd dit niet erkend. De culturele en theologische verschillen bleken onoverbrugbaar en in 1054 vond de formele scheiding plaats tussen de oostelijke en de westelijke kerk.
Grieks-Orthodox en Armeens-Orthodox
De Oosters-orthodoxe kerk kent geen opperbischop zoals de paus dat is voor de katholieken. Er zijn een groot aantal kerken met elk een eigen hoofd, waarvan velen naar nationale weg werden gevormd in de negentiende eeuw. De Grieks-orthodoxe kerk kwam in 1833 tot stand en wordt geleid door de aartsbisschop van Athene. Naast de Griekse variant is er ook een Armeense orthodoxe kerk, bekend onder de naam Armeens-Apostolische kerk. De term ‘apostolisch’ werd toegevoegd vanwege de prediking van de apostelen Thaddeus en Bartholomeus in Armenië.
Beheer Geboortekerk in Bethlehem
In Bethlehem en Jeruzalem bevinden zich een Griekse en Armeense diaspora die tezamen met de Katholieken de Geboortekerk van Jezus beheren. Elk hebben ze hun eigen vleugen binnen de kerkmuren. Ruzies gaan meestal niet om dogmatische kwesties, maar over de grenzen tussen deze vleugels.
Bekijk hier zelf de ongeregeldheden van afgelopen woensdag.