Geschiedenis van de haringvangst
Vandaag wordt het nieuwe haringseizoen geopend, traditioneel met de veiling van het eerste vaatje. Haring zit bij Nederlanders in het bloed. Al meer dan duizend jaar is de vis een belangrijk onderdeel van ons menu, en van onze economie.
In Nederland eten we al eeuwenlang haring. De vroegste bewoners visten vooral voor eigen gebruik. Zo rond het jaar 1000 noopte de groei van de bevolking van de Nederlanden tot nieuwe initiatieven, waaronder de haringvisserij. Langs de Vlaamse kust ontwikkelden zich in snel tempo vissersdorpen. Kort daarna ook aan de Zeeuwse en Hollandse kust. Een belangrijke ontwikkeling hierin was uitvinden van het kaken en inzouten van haring.
Haringkaken is ouder
Bij het haring kaken worden kiewen, hart, maag en galblaas van het dier verwijderd, op de rezel, een aanhangsel van de maag, na. Hierin zitten enzymen die voor de rijping van het visvlees zorgen. Traditioneel wordt verteld dat Willem Beukelszoon in de 14e eeuw het haringkaken uitvond. Recente onderzoeken laten zien dat de werkelijkheid anders is. In 1994 onderzocht Archeozoöloge Dr. Inge Bødker Enghoff het 12e eeuwse vissersdorp Selsø-Vestby aan het Roskilde Fjord en vond in een afvalkuil resten van honderden haringen die onmiskenbaar gekaakt waren. Het principe bestond dus al. Maar Beukelszoon was waarschijnlijk wel de eerste die overstapte op kaken en zouten aan boord van het schip in plaats van aan land, waardoor de kwaliteit van de haring met sprongen vooruit ging.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Grote visserij
Het kaken en zouten maakte dat haring kon uitgroeien tot volksvoedsel nummer één, en dat vele eeuwen lang. Het was goedkoop, voedzaam, en redelijk houdbaar. De haringvisserij werd 'grote visserij' genoemd, omdat het een economische factor van belang was. Het vangstseizoen begon op 24 juni (Sint Jan). Vier eeuwen lang, tussen 1415 en 1861, was de haringbuis het schip waarmee op haring gevist werd. Op het hoogtepunt, rond 1609, waren er naar schatting 800 buizen in de vaart. Vaak waren deze schepen eigendom van een aantal investeerders: de zogenaamde partenrederij. De partenrederij kwam ook voor in de handelsvaart en geldt als de voorloper van de beurshandel in aandelen. Buiten het haringseizoen voeren de haringbuizen ook op de kabeljauwvangst en als vrachtvaarder. Daardoor nam de beschikbare scheepsruimte enorm toe.
Aanjager van de economie
De haringvisserij zorgde voor veel werk bij scheepsbouwers en -reparateurs, toeleveranciers als kuipers, touwslagers, nettenboetsters, en zoutzieders Naar schatting werkten voor iedere man op zee twee mannen aan wal. De ervaringen die door de haringvisserij werden opgedaan vonden hun weg naar de grote vrachtvaart. Zo stond deze branche aan de basis van de economische voorspoed van de Gouden Eeuw en van Nederland als grote zeevarende natie.
Afbeeldingen:
- Afbeelding: Willem van de Velde the Younger [Public domain or Public domain], via Wikimedia Commons