Geschiedenis van Wit-Rusland
Wit-Rusland maakte sinds de veertiende eeuw deel uit van Litouwen en viel vanaf de achttiende eeuw onder Russische invloedssfeer.
In de negende eeuw werd het gebied bewoond door verschillende stammen, zoals de Krivitsjen, de Dregovitsjen en de Radimitsjen. Een eeuw later begon er vanuit het Kievse rijk een kerstening van de Russische gebieden. Maar grote delen van Wit-Rusland bleven tot in de veertiende eeuw buiten de christelijke invloedssfeer.
Pools-Litouwse Gemenebest
De Wit-Russische gebieden maakten sinds de veertiende eeuw deel uit van Litouwen en vanaf 1569 hoorde het bij Polen-Litouwen. Het was een verbond tussen de Slavische en Baltische volken ter verdediging tegen de Tataren in het oosten en de Duitse kruisridders in het westen. Het gebied strekte zich uit van de Oostzee tot aan de Zwarte zee en van Smolensk tot aan Brest. De Litouwse grootvorst Jagailo kreeg in 1385 de Poolse kroon. Polen zocht een bondgenoot in de strijd tegen de Duitse orde en de Litouwse vorst wilde zijn machtspositie in het gebied versterken. Zodoende trad Jagailo in het huwelijk met de 11-jarige Poolse koningin Hedwig. In ruil voor de verbintenis moest de vorst zich bekeren tot het katholicisme. In 1569 werd het verbond uitgebreid met de ondertekening van de Unie van Lublin en kwam er een Pools-Litouwse Gemenebest. Het verbond tussen Polen en Litouwen bleef bestaan tot aan de Poolse delingen van 1772, 1793 en 1795. Het gebied werd verdeeld door Oostenrijk, Pruisen en Rusland. De Wit-Russische gebieden kwamen in handen van de Russische Tsarina Catharina II. Dat bleef zo tot aan de Eerste Wereldoorlog.
Culturele autonomie
Wit-Rusland werd niet gerussificeerd door de sterke nationalistische stroming in het land om de eigen cultuur te behouden. Ook na de Russische Revolutie in 1905 bleef het land haar culturele autonomie behouden. In 1917 brak de Oktoberrevolutie uit, waarna Wit-Rusland een afzonderlijke natie bleef en zelfbeschikkingsrecht behield. Een jaar later werd Wit-Rusland korte tijd door Duitse troepen bezet. Nadat de Duitse troepen weer vertrokken waren, werd na de vrede van Riga in 1920 het westelijke deel van Wit-Rusland aan Polen overgedragen. De rest van het land werd in 1922 een deelstaat van de Sovjet-Unie, de Wit-Russische SSR. In 1945 was Wit-Rusland één van de Sovjet-republieken die lid werd van de Verenigde Naties.
Einde Sovjetunie
Eind jaren tachtig begon de Sovjetunie de greep op de lidstaten te verliezen en groeide de nationalistische gevoelens. Na de val van de muur verklaarde Wit-Rusland zich op 27 juli 1990 onafhankelijk. In december 1991 vormde het samen met Oekraïne en de Russische Federatie het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS). De eerste presidentsverkiezingen werden in juni 1994 gehouden en gewonnen door Aleksandr Loekasjenko, die sindsdien het land regeert en daarbij geen tegenstand duldt. Oppositieleden worden regelmatig opgepakt door de regering.
Protest
Er zijn regelmatig protesten tegen de nog steeds zittende president Loekasjenko. De demonstraties werden lang vooral gevoerd door jonge mensen die het niet eens zijn met het beleid van president Loekasjenko en de slechte economische situatie in het land, maar in aanloop naar de verkiezingen van 2020 werd er ook steeds meer in de provincies gedemonstreerd.
Afbeeldingen:
- Afbeelding: Jan Matejko [Public domain], via Wikimedia Commons