Grondwetsherziening van 1848
Den Haag 1844 - “Dit voorstel nooit, al ware het schavot ernaast geplaatst”. In 1844 wijst de conservatieve koning Willem II resoluut een Grondwetsherziening af. Vier jaar later, na een reeks liberale revoluties, ziet hij zich echter alsnog genoodzaakt de democratische hervormingen toe te staan. Op 3 november 1848 presenteert Thorbecke de nieuwe Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden.
Koning Willem II wijst het voorstel af
Op 7 oktober 1840 werd Willem Frederik George Lodewijk van Nassau gekroond tot Willem II, koning der Nederlanden. Evenals zijn vader, Willem I, stond Willem II bekend als een uiterst eigenwijs en conservatief vorst. Hij weigerde dan ook resoluut toen de liberaal Johan Thorbecke samen met acht andere Kamerleden, de zogenaamde Negenmannen, in 1844 vroeg om een meer democratische Grondwet. “Dit voorstel nooit, al ware het schavot ernaast geplaatst”, reageerde Willem. De Eerste Kamer, die volledig door de koning was benoemd, wees het wetsvoorstel van Thorbecke af.
In één nacht
In 1848 braken er echter in verscheidene Europese hoofdsteden liberale opstanden uit; het zogenaamde Revolutiejaar. De revolutie begon in februari in de Franse hoofdstad Parijs, maar verspreidde zich al snel naar onder andere Duitsland, Italië en Oostenrijk. Ook in verschillende Nederlandse steden braken rellen uit. Volgens de overlevering schrok Willem II enorm van deze gebeurtenissen. Naar eigen zeggen was hij erdoor in “één nacht van zeer conservatief naar zeer liberaal” gegaan. Om het gevaar van een revolutie in Nederland af te wenden, besloot de koning zich niet langer tegen een liberale grondwetsherziening te verzetten.
Chantage
Recent onderzoek wees echter uit dat Willem II mogelijk ook andere motieven had voor deze radicale koerswijziging. Volgens biograaf Jeroen van Zanten zou via chantage onder druk zijn gezet om de grondwet aan te passen. Centraal hierin staat Petrus Janssen Deze uit Duitsland afkomstige man was op het paleis van Willem II naar eigen zeggen onheus bejegend door de koning. Janssen dreigde dit openbaar te maken, tenzij de vorst met geld over de brug kwam. Willem wilde dit verhaal niet in de openbaarheid hebben, omdat zijn biseksuele aard dan aan het licht zou komen. Homoseksualiteit was in die tijd immers een misdaad. Daarom de koning hij Janssen opsluiten. Dit had echter weinig effect, want het chanteren ging door, zo blijkt uit door de van Zanten gevonden brieven. Het verhaal van Janssen kwam terecht bij radicaaldemocratische advocaten en journalisten, die het op hun beurt doorgaven aan Thorbecke. Met deze informatie op zak zette de staatsman Willem II onder druk om de grondwet te herzien.
Titel: | Soevereiniteit en Religie - Godsdienstvrijheid onder de eerste Oranjevorsten |
Auteur: | Emo Bos |
ISBN: | 9789087040956 |
Uitgever: | Verloren |
Prijs: | €39,- |
Grondwetswijziging Thorbecke
In maart 1848 benoemde de koning een nieuwe commissie voor een herziening van de Grondwet, met Thorbecke aan het hoofd. Op 3 november werd de nieuwe Nederlandse Grondwet officieel geproclameerd. Eén van de belangrijkste wijzigingen was de invoering van de politieke ministeriële verantwoordelijkheid. Hiermee waren de ministers voortaan verantwoordelijk waren voor het beleid, in plaats van de koning. Verder werd bepaald dat voortaan de Eerste Kamer gekozen zou worden door de Provinciale Staten. Voor de Tweede Kamer zouden er tenslotte rechtstreekse verkiezingen plaatsvinden. Er was echter nog geen sprake van algemeen kiesrecht, want alleen de rijksten mochten stemmen. Desalniettemin wordt de Grondwet van 1848 gezien als de basis voor de huidige parlementaire democratie van Nederland.
Bronnen
www.parlement.com: Grondwetsherziening 1848
www.nos.nl: Willem II overstag door chantage
Afbeelding
Door Nicolaas Pieneman (http://www.rijksmuseum.nl/collectie/SK-A-3852) [Public domain, Public domain undefined CC0], via Wikimedia Commons