Hoe de Romeinen dieren offerden
Er bestaat weerstand vanuit Joodse hoek tegen de commissie die een besluit moet vormen over het Nederlandse beleid omtrent het ritueel slachten. Dit overheidsorgaan moet een compromis sluiten tussen de joodse en islamitische wens om dieren ritueel te kunnen slachten, en over de Nederlandse normen over dierenwelzijn. Ook de Romeinen hadden strikte regels omtrent de rituele slacht.
De relatie tussen de Romeinen en hun goden was als het ware een soort contract. De goden waakten over de Romeinen en hun staat, en de Romeinse burgers verrichten wederdiensten om de goden tevreden te houden. Dat deden ze door middel van gebeden en offers. Aan de ceremonies zaten veel regels verbonden. Als een woord verkeerd werd uitgesproken of een deel van het ritueel verkeerd werd uitgevoerd, moest de hele ceremonie opnieuw beginnen. Soms bestonden de offers die daarbij gemaakt werden uit etenswaren zoals melk, kaas, fruit en wijn. In de meeste gevallen werd echter een levend dier aan de goden geofferd.
Romeinse goden en geofferde dieren
De selectie van het dier was daarbij van groot belang. Niet alleen moest het te offeren dier in een uitstekende toestand verkeren, maar elke god had volgens de Romeinen ook een voorkeur voor een specifiek dier. Zo verlangde de oppergod Jupiter van zijn dienaren een koe, die slechts één kalf had gebaard. Janus, de god van huis en haard, eiste een ram van zijn aanbidders. En aan Mars, de Romeinse oorlogsgod, werd gewoonlijk een drieledig offer gemaakt. Aan hem droegen de Romeinen de zogenaamde ‘suovetaurilia’ op, dat bestond uit een os, een schaap en een varken. Het dier werd versierd met een geborduurd kleed, en men strooide brood en wijn uit over de kop van het beest.
Regels van het slachten
Nadat de voorbereidingen waren getroffen, werd het dier geslacht. Soms verdoofde men het beest door het met een hamer tussen de ogen te slaan. Daarna werd de keel van het offerdier doorgesneden. Voordat het dier geofferd mocht worden, inspecteerden de priesters de ingewanden van het dode dier, om te kijken of het dier in volledige gezondheid verkeerde. Als dit niet het geval was, dan werd het offer afgekeurd. Indien het offer ongeldig was door een ongeschikt dier of omdat er een fout in het ritueel was gemaakt, dan werd een varken geslacht om de betreffende god gerust te stellen. Daarna moest de hele ceremonie dan weer opnieuw beginnen. Wanneer het offer echter succesvol werd voltrokken, werden de belangrijke organen, zoals het hart, verbrand samen met een groot deel van het dier. Vaak at men veel van het vlees op. Dit zag men als het delen van een maal met de goden.
Commissie over ritueel slachten in Nederland
Rituele slacht en dierenoffers waren in de Romeinse tijd aan de orde van de dag. Ze voltrokken deze rituelen vóór belangrijke gebeurtenissen zoals een huldiging van een politicus. Dierenoffers zijn in Nederland omstreden geworden en vormen een lastig discussieonderwerp in de politiek. Veel joodse en islamitische Nederlanders eisen de vrijheid om dieren te kunnen offeren voor hun geloof. Dit verlangen stuit op veel tegenstand door mensen die pleiten voor het welzijn van de dieren. Joodse en islamitische belangenorganisaties zijn ontevreden over de commissie die is gevormd om hier een besluit over te nemen. Een aantal leden van de commissie zou volgens hen het religieuze aspect van de discussie niet genoeg appreciëren.