Hongaarse hyperinflatie van 1945-1946
Het CBS maakte in september 2022 bekend dat de inflatie in Nederland naar 12% gestegen was. In augustus van dat jaar waren de prijzen 12% hoger dan een jaar eerder. Hoge cjifers, maar toch haalt dit het bij lange na niet bij de Hongaarse hyperinflatie van 1945-1946. Op het hoogtepunt van de crisis (juli 1946) verdubbelden de prijzen er zelfs om de 15 uur.
Over de precieze oorzaken van de Hongaarse hyperinflatie van 1945-1946 bestaat nog altijd veel discussie onder economen. Zeker is in ieder geval dat de Tweede Wereldoorlog een grote rol speelde in het geheel. Al voor 1939 verkeerde de Hongaarse landbouw in zwaar weer en moest de nationale munt, de pengő, meerdere malen gedevalueerd worden. Toen Hongarije vervolgens de verkeerde kant koos in de oorlog en zich aansloot bij de asmogendheden, ging alles volledig mis.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Herstelbetalingen
Na de nederlaag tegen de geallieerden in 1945 werd Hongarije door de Sovjet-Unie verplicht om 300 miljoen dollar aan herstelbetalingen te verrichten. De Hongaarse regering had echter geen enkel idee waar ze dit geld vandaan moesten halen, want de nationale economie lag in puin. De totale belastingopbrengsten van het jaar 1945 konden nog niet eens voorzien in tien procent van het overheidsbudget. Om toch te kunnen voldoen aan haar betalingsverplichtingen besloot Hongarije extra geld bij te drukken, met een daling van de waarde van de pengő tot gevolg.
Verlies van vertrouwen
Sommige economen vermoeden inmiddels dat de Hongaarse regering de inflatie bewust stimuleerde, om zo de economie weer op gang te helpen. De lagere waarde van de pengő betekende immers dat de Hongaarse producten goedkoper werden voor het buitenland, met meer export tot gevolg. Na verloop van tijd was de overheid de controle over de inflatie echter volledig kwijt. De Hongaren verloren hun vertrouwen in de pengő en zetten hun spaartegoeden massaal om in fysieke producten. Deze ontwikkelingen resulteerden in een verdere stijging van de prijzen en een nog mindere waarde van de pengő, waarop nog meer mensen het vertrouwen in de geldeenheid verloren.
Hongarije is niet het enige land dat te maken kreeg met hyperinflatie. Na de Eerste Wereldoorlog werd de Duitse Weimarrepubliek ook getroffen door hyperinflatie. In Geschiedenis Magazine 7 van 2022 vertelt Ruud Stevens meer over de hyperinflatie Duitsland ontwrichtte.
Hoogste inflatiecijfer ooit
Deze vicieuze economische cirkel had tot gevolg dat Hongarije tussen augustus 1945 en juli 1946 terechtkwam in de grootste periode van hyperinflatie in de moderne geschiedenis. Op het hoogtepunt van de inflatie (in de maand juli 1946) verdubbelden de prijzen iedere 15,6 uur en kwam de totale inflatie in die maand uit op 41.900.000.000.000.000.000 procent (zie tabel Washington Post). De inflatie in Hongarije in juli 1946 is nog altijd het hoogste inflatiecijfer dat ooit is vastgesteld. Gemiddeld genomen stegen de prijzen in Hongarije tussen augustus 1945 en juli 1946 met 19% per dag. Het gevolg was dat de Hongaarse overheid al snel grotere denominaties van de pengő uit moest gaan geven. Was in 1944 het grootste bankbiljet nog 1.000 pengő waard, tegen de zomer van 1946 was dat opgelopen tot 100.000.000.000.000.000.000 pengő, oftewel 100 triljoen pengő.
Adópengő
De Hongaarse overheid probeerde de hyperinflatie in te perken door de introductie van een tweede munt, de adópengő. Deze valuta was met name bedoeld voor post- en belastingbetalingen en had een dagelijks fluctuerende waarde ten opzichte van de gewone pengő. Bij de introductie op 1 januari 1946 stonden beide eenheden nog gelijk aan elkaar, maar hier kwam snel verandering in. Ruim een half jaar later, tegen het einde van juli, moest de overheid bekend maken dat de waarde van de adópengő inmiddels was opgelopen tot 2 sextiljoen pengő, een bedrag met maar liefst 36 nullen.
Forint
Na meer dan een halfjaar van gierende inflatie kwam de Hongaarse overheid in juli 1946 tot de conclusie dat de pengő niet meer te redden was. De bevolking was vrijwel volledig overgestapt op de ruilhandel en de totale waarde van alle pengőbiljetten in heel Hongarije werd geschat op slechts eenduizendste van één Amerikaanse dollar. Op 1 augustus 1946 introduceerde men daarom een geheel nieuwe munt, de Hongaarse forint (HUF). Wonderbaarlijk genoeg kreeg deze munt wel weer het vertrouwen en kwam Hongarije er daarna relatief snel bovenop. Deze gang van zaken werd in 2000 door econoom Peter Z. Grossman beschreven als ‘een groter mirakel dan het Duitse Wirschaftswunder’.
Bronnen
- Washington Post, Great hyperinflation episodes (...), 21-08-2012- Grossman en Horvath, Dynamics of Hungarian Hyperinflation (PDF), 2000- Hanke en Kwok, On the Measurement (PDF)- Library of Economics, Hyperinflation
Afbeeldingen- Wikimedia Commons, 100 miljoen pengő- Wikimedia Commons, Bankbiljetten op straat