Hoofse liefde in de middeleeuwen
In de middeleeuwen werd veel over liefde geschreven. Deze verhalen over hoffelijke ridders en onbereikbare liefdes uit de 12e en 13e eeuw vormen een heel eigen genre: de ‘hoofse liefde’.
De middeleeuwse opvatting van de hoofse liefde ontstond rond het begin van de 12e eeuw in de Provence in Zuid-Frankrijk. Een groep troubadours raakten geïnspireerd door de Arabische erotische lyriek aan de Spaanse hoven en maakten liederen over hun smachtende, maar onbeantwoorde liefde voor een hooggeplaatste dame. Zelfbeheersing en dienstbaarheid aan de vrouw stonden in deze liederen voorop.
Vermogen tot potentie
De opkomende liefdescultus stond in sterk contrast met opvattingen over liefde vóór de 11e eeuw. Voor mannen was het in die tijd onaanvaardbaar hun liefde te uiten. Wanneer zij bekendheid gaven aan hun gevoelens voor een vrouw liepen zij het risico reputatieschade op te lopen. De 12e en 13e eeuwse hoofse cultuur moedigde dit daarentegen juist aan. Het onvermogen om te beminnen werd zelfs als een tekort beschouwd. Anderzijds dienden fatsoenlijke edelenmannen fysieke zelfbeheersing op te brengen en hun lichamelijke behoeftes en driften te onderdrukken. De troubadours waren aanvankelijk erg populair aan de Franse hoven, maar traditionele christenen beschouwden de liederen als ketterij, waarschijnlijk omdat ze de waarde van het kerkelijk huwelijk ondermijnd zagen. In de tweede helft van de 12e eeuw verspreidde de hoofse liefdesopvatting zich echter naar het Noorden van Frankrijk en vervolgens over de rest van West-Europa.
Queestes
De term hoofse liefde werd in de 19e eeuw voor het eerst een gebruikte verzamelnaam voor 12e en 13e eeuwse opvattingen over de liefde tussen mannen en vrouwen uit de hogere standen. De hoofse liefde had betrekking op de bewondering van een edelman of ridder voor een onbereikbare, vaak gehuwde, vrouw. Hoewel het bij hoofse liefde in de meeste gevallen om een platonische relatie ging, kwam seksualiteit wel ter sprake in de bijbehorende romans. Hierbij werd echter de nadruk gelegd op de onmogelijkheid ervan. Vrouwen stonden binnen de hoofse cultuur op een voetstuk: het was de taak van de man om het zijn dame zoveel mogelijk naar haar zin te maken. Belangrijk daarbij waren de zogenaamde queestes, waarbij mannen moeilijke opdrachten vervulden om hun vrouw te plezieren.
Hoofse Roman
Net zoals de troubadourliederen raakten ook de middeleeuwse kronieken, romans en heldendichten sterk verweven met de hoofse cultuur. Vooral de hoofse roman gaf een uitgebreide omschrijving van de hoofse idealen over beschaving, zoals fatsoenlijkheid en het rekening houden met anderen. Ook de hoofse liefde was een belangrijk thema in de roman, waarin de vrouw een prominente rol kreeg toebedeeld. De hoofse literatuur was in de eerste plaats gericht op jonge edelmannen, maar werd vanaf de 13e eeuw ook steeds meer gelezen onder de gegoede burgerij in de steden. Behalve het thema ‘hoofse liefde’ werd in de hoofse literatuur aandacht besteed aan de zoektocht naar zelfkennis, avontuur, het wonderbaarlijke, dienstbaarheid aan God en feodale trouw.
De middeleeuwse hoofse cultuur en de bijbehorende beschavingsidealen zijn voor een deel nog steeds bepalend voor hedendaagse normen en waarden. De sociale gedragscode waarin fatsoenlijkheid en zelfbeheersing centraal stonden geld feitelijk gezien nog steeds. De queestes die edelmannen moesten vervullen om hun dame te plezieren zijn echter niet meer vergelijkbaar met hedendaagse datingsites, die zowel mannen als vrouwen het zo makkelijk mogelijk maken hun grote liefde te vinden.
bronnen
- Volkskrant.nl, ‘Onderzoek liefdesgeluk bij onlinedaters (...)', Tonie Mudde, 5-6-2013.
- Kunst-en-cultuur.infonu.nl, ‘Hoofse literatuur’.
- Dbnl.org, ‘Hoofse liefde’.
afbeelding
- Wikimedia Commons, 'Manessische Liederhandschrift'.
leestip