Ierland tijdens de Tweede Wereldoorlog
De Ierse regering heeft besloten gratie te verlenen aan alle Ierse soldaten die tijdens de Tweede Wereldoorlog deserteerden. Ruim 5.000 Ieren besloten tussen 1939 en 1945 het leger te verlaten om met de Geallieerden tegen nazi-Duitsland en Japan te strijden. Ierland zelf hanteerde namelijk een beleid van strikte neutraliteit en besloot zelfs het woord ‘oorlog’ zoveel mogelijk te vermijden.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Ierland als onderdeel van het Britse Rijk nog verplicht deel te nemen aan Geallieerde zijde. Na afloop van de Ierse onafhankelijkheidsoorlog (1918-1921) werd het land echter een soevereine, onafhankelijke en democratische staat, wat inhield dat het niet langer verplicht was om Groot-Brittannië te assisteren in het geval van een oorlog.
Verdeeldheid in Ierland
Na de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog in 1939 heerste er grote verdeeldheid binnen Ierland. Een kleine minderheid van de bevolking wenste deel te nemen aan Geallieerde zijde om te strijden voor de idealen van vrijheid en democratie. De Ierse minister van Buitenlandse Zaken Joe Walshe wees deze motivatie echter van de hand door te stellen: “Kleine naties als Ierland kunnen zich niet opwerpen als de verdedigers van grote rechtvaardige zaken, behalve dan die van onszelf”. Een ander deel van de bevolking wenste juist nazi-Duitsland te steunen. Zij hoopten hiermee Groot-Brittannië te verzwakken en zo een Verenigd Ierland te kunnen bewerkstelligen.
Noodtoestand
Éamon de Valera
De Ierse president Éamon de Valera gaf echter al snel aan een beleid van strikte neutraliteit voor te staan. Volgens hem zou neutraliteit in een oorlog waar Groot-Brittannië wel aan deel nam nog sterker benadrukken dat Ierland nu volledig onafhankelijk was. Op 2 september 1939 kondigde hij daarom de noodtoestand af, en een dag later kreeg hij van het Ierse parlement verregaande bevoegdheden om de Ierse neutraliteit te bewaken.
The Emergency
De Valera wendde deze nieuwe macht onder meer aan om de pers te censureren. Zo werden alle radiostations verplicht om de nieuwsberichten van beide strijdende partijen zonder enig commentaar over te nemen. Daarnaast waren pleidooien voor deelname aan de oorlog verboden en werden alle weerbulletins geschrapt, zodat de vliegtuigen en schepen van de oorlogvoerende naties hier niet hun voordeel mee konden doen. De Ierse regering besloot zelfs het woord ‘oorlog’ zoveel mogelijk te vermijden en refereerde naar de situatie in Europa als ‘The Emergency’ (Het Noodgeval).
Echte neutraliteit?
Toch betwijfelen steeds meer historici of de Ierse neutraliteit wel zo strikt was als De Valera wilde laten voorkomen. Zo kregen de Britten toegang tot verscheidene Ierse havens en werden Britse piloten die in Ierland neerstortten vrij snel gerepatrieerd, terwijl Duitse verstekelingen juist lange tijd geïnterneerd bleven. Verder was het voor Ierse burgers toegestaan om in dienst te treden bij het Geallieerde leger, een mogelijkheid waar minstens 50.000 Ieren gebruik van maakten. Alleen soldaten van het Ierse leger kregen uiteindelijk geen toestemming om mee te vechten, want dit zou de neutraliteit in gevaar brengen.
Gratie
De Ierse militairen die toch overstapten naar de Geallieerden werden bestempeld als deserteurs en kregen oneervol ontslag. Daarnaast werd bepaald dat ze na afloop van de oorlog minstens zeven jaar niet in dienst mochten treden van de overheid. De Ierse minister van Defensie Alan Shatter heeft nu echter zijn excuses aangeboden voor deze behandeling. Volgens hem mag een regering in principe nooit accepteren dat haar soldaten deserteren, maar hij stelde eveneens dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog sprake was van een uitzonderingssituatie.