Kinneging over democratie en verzuiling
Is verzuiling democratie? Meer een aristocratie met democratische elementen
Zo opperde hoogleraar rechtsfilosofie Kinneging gisteren tijdens de nacht van de dictatuur.
Een katholieke jongeman of -dame was lid van een katholieke sportvereniging, ging naar een katholieke school en stemde op de Katholieke Volkspartij (KVP). Nederland was sinds het einde van de negentiende eeuw gesegmenteerd geraakt en de samenleving was opgebouwd uit verticale structuren: de zuilen.
Het grootste deel van de 20e eeuw is Nederland een sterk verzuilde samenleving geweest. Er waren verschillende zuilen: de Protestants-christelijke, de Rooms-katholieke, de sociale en de liberaal/neutrale zuil. Nogal democratisch om zoveel keus te hebben. In de praktijk pakte het echter anders uit. Elke zuil had eigen verenigingen zoals een politieke partij, universiteit, omroep of krant.
Burgers stemden op de leiders van de eigen zuil. Met mensen uit een andere zuil was er weinig interactie. Slechts de politieke leiders hadden op beleidsniveau gesprekken en discussies. Door deze achterkamertjespolitiek hadden burgers geen idee wat zich daar afspeelde. Dus mensen stemden op de leider waar ze op moesten stemmen door de verzuilde samenleving en hadden verder geen idee wat er vervolgens gebeurde op beleidsniveau. Dat is dan ook de reden dat Kinneging het voorbeeld aanhaalde om ter discussie te stellen wat de term democratie precies inhoud.
Tegenwoordig is de verzuiling zo goed als verdwenen. Er zijn nog wel restanten van de verzuiling zichtbaar in de Nederlandse samenleving, zoals de grote verscheidenheid aan publieke omroepen. Zo is de EO van oorsprong een Protestants-christelijke omroep, is de KRO Rooms-katholiek, de VARA socialistisch en de AVRO liberaal.