Koptische kerk

Kopten, christenen en moslims in Egypte

Waar komt de naam kopten vandaan?


De benaming van de grootste groep christenen in Egypte, de Kopten (Qibṭ in het Arabisch), is afgeleid van het Griekse woord Aegyptos, Egyptenaar. Qibṭ, de Arabische verbastering, werd voor het eerst gebruikt in de 9e eeuw, tweehonderd jaar nadat de Arabieren in Egypte kwamen. Daarvoor werden de Egyptische christenen “de inwoners van het land” of “de mensen van het pact (dhimma)” genoemd.


Sinds de val van president Mubarak in 2011 is het geweld tegen Koptische christenen in Egypte opgelaaid. Hoewel christenen en moslims tijdens de protesten nog samen de straat op gingen, voer president Morsi van de Moslimbroederschap – die na de revolutie aan de macht kwam – een islamitische koers die weinig ruimte liet aan de christelijke minderheid van het land. De huidige president Sisi beloofde het land te verenigen en de Kopten te beschermen, maar deze keer zijn het aanhangers van Islamitische Staat (IS) die het op de christelijke gemeenschap gemunt hebben. Er worden regelmatig gewelddadige aanslagen gepleegd waarbij het de president niet lukt om de beloofde bescherming te bieden. De afgelopen maanden zijn er tientallen doden gevallen bij aanslagen op de Koptische kathedraal in Caïro en kerken in het noorden van het land. In mei 2017 vielen moslimextremisten twee bussen aan waarbij een kleine 30 kopten – waaronder veel kinderen – de dood vonden.


Conflicten tussen christenen en moslims kennen een lange geschiedenis in Egypte. Sinds de komst van de Arabieren in de 7e eeuw is er regelmatig wrijving tussen beide gemeenschappen. Het is echter niet zo dat de twee groepen voortdurend strijd hebben gevoerd. Anders dan de afgelopen gewelddadige jaren doen vermoeden, zijn er  ook perioden geweest waarin Kopten en moslims samenleefden en samenwerkten en van elkaar afhankelijk waren.


Waar wonen de Kopten?


De Kopten vormen de grootste christelijke minderheid in het Midden-Oosten. Hoe groot de bevolkingsgroep precies is, daarover bestaat onenigheid. Claims lopen uiteen van 8% tot 23% Kopten op een bevolking van 95 miljoen Egyptenaren. Buiten Egypte zijn grote groepen Kopten te vinden in Soedan, Libië, de Verenigde Staten en Canada. De negen Koptische Kerken in Nederland hebben een paar duizend leden.


Hoe kwamen de Kopten in Egypte?


De Koptische Kerk zelf schrijft haar stichting toe aan de evangelist Marcus die in 33 n.Chr. in Egypte het evangelie zou hebben gepredikt. In de derde eeuw werd de aanwezigheid van christenen in Egypte merkbaar. Christenen werden vervolgd in het Byzantijnse (Oost-Romeinse) Rijk, waar Egypte deel van uitmaakte vanaf begin van de 4e eeuw. Dit veranderde met het Edict van Milaan in 313. Toen kregen Romeinse burgers de vrijheid om hun eigen religie te kiezen.


Het Concilie van Chalcedon in 451  markeert de eigenlijke oorsprong van de Koptische Kerk. Samen met andere Oosters Orthodoxe kerken verwierp de Koptische Kerk de uitspraak van het Concilie dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur heeft (dyofysisme) en scheidde zich daarmee af van de kerk van Rome en Constantinopel. De Kopten waren aanhangers van het miafysisme (het idee dat goddelijkheid en menselijkheid in Christus ondeelbaar verenigd zijn). Een politiek-religieuze strijd tussen keizerlijke en koptische geestelijken was het gevolg, en de leider van de kerk, de Koptische patriarch, moest onderduiken.


De islamitische verovering


Na de dood van profeet Mohammed in 632 veroverden opvolgers verschillende gebieden buiten het Arabische schiereiland. Egypte werd in 642 bezet door de Arabische generaal ‘Amr b. al-‘As. In eerste instantie stuitten de Arabieren op weinig weerstand van de Koptische bevolking en ‘Amr b. al-‘As leerde al vroeg zijn Koptische onderdanen en hun tradities op waarde te schatten. Het verhaal gaat dat een delegatie van vooraanstaande Kopten hem opzocht in zijn paleis om hem in te lichten over de aanstaande ceremonie rondom de Nijloverstroming. De jaarlijkse toevloed van water en de vruchtbare grond die erdoor ontstond was cruciaal voor de landbouw en daarmee de rijkdom van Egypte. De Kopten legden hun nieuwe heerser uit wat de ceremonie inhield: er zou een maagd, mooi aangekleed en met kostbare sieraden omhangen, aan de Nijl geofferd worden. ‘Amr haastte zich om dit te verbieden. Onder de islam was er geen plaats voor dergelijke barbaarse gewoonten. De Kopten waarschuwden de generaal: zonder offer zou de Nijl niet overstromen en zou het land aan hongersnood ten onder gaan. “Dat wil ik nog wel eens zien,” antwoordde ‘Amr. En hij zag het: toen het overstromingsseizoen aanbrak bleef het water in de Nijl laag staan, de akkers verdroogden, geen gewas kon groeien, de mensen leden honger en begonnen het land te verlaten. Angstig geworden over de gevolgen van zijn beslissing, vroeg ‘Amr de kalief in Medina om raad. De kalief steunde ‘Amr’s beslissing om het mensenoffer te verbieden, schreef hij terug, maar hij raadde hem ook aan om de brief die hij bijgesloten had voor de Nijl, in de rivier te gooien. ‘Amr deed wat hem opgedragen was en de dag nadat de rivier de brief ‘ontvangen’ had, was het water gestegen tot de ideale hoogte van 13 el. De oogst en de toekomst van het land waren gered.


Leren van de Egyptenaren


Deze anekdote is niet zomaar een verhaal. Er valt uit af te leiden welk beeld de vroege moslims van de Egyptenaren hadden. Ze komen erin naar voren als vertegenwoordigers van een rijke, eeuwenoude én welvarende beschaving. Egypte was voor de moslims het land waar Mozes, Jozef en Jezus vertoefd hadden - ook profeten in de Koran -  en waar magische en esoterische kennis bewaard was gebleven. In het verhaal over het offeren van de Nijlmaagd bezitten de Kopten belangrijke kennis die nodig is om het land goed te laten functioneren. Zij zijn bekend met de magische kant van Egypte waar rivieren brieven lezen en waar bovenmenselijke krachten bedwongen dienen te worden die de agrarische welvaart van het land en daarmee van het islamitische rijk waarborgen. De Arabische veroveraars beseften dat hun kalifaat de vruchten zou plukken van een welvarend Egypte en dat ze hiervoor gebruik moesten maken van de kennis van de oorspronkelijke – christelijke en, in mindere mate, joodse – bewoners van Egypte.


Verbetering onder de islamitische overheersing


Tegelijkertijd wordt er met de komst van de Arabieren een nieuw tijdperk ingeluid, waarin Egyptische krachten onderdanig zijn aan de islamitische God en zijn vertegenwoordigers in de nieuwe hoofdstad Fustat (het huidige Caïro). De Arabieren die in de 7e eeuw in Egypte de macht overnamen vormden met hun nieuwe, zich nog uitkristalliserende religie een numerieke minderheid tegenover een meerderheid christenen en joden. De Arabische veroveraars leefden in garnizoenssteden in afzondering van de lokale bevolking. Hier was hun identiteit en religie beter beschermd tegen invloeden van buitenaf. Zij waren er niet op uit om mensen te bekeren tot de islam, hun doel was om een zo groot mogelijk islamitisch rijk te stichten voordat de dag des oordeels, die spoedig zou komen, zou plaatsvinden. Niet-moslims die zich overgaven behielden als dhimmis hun bezittingen en konden hun godsdienst vrij belijden in ruil voor de betaling van een hoofdelijke belasting. De nieuwe heersers inden deze belasting direct na de verovering met een aan de draagkracht van de betaler aangepast bedrag.


Zo verbeterde de positie van de Kopten  zelfs onder de islamitische overheersing. Onder de moslims waren de Kopten gelijkgesteld aan andere niet-islamitische groepen in Egypte en werden zij niet langer vervolgd door de keizerlijke dyofisieten in Constantinopel. De Koptische patriarch kwam uit zijn schuilplaats, werd in zijn functie hersteld en nieuwe Arabische gouverneurs brachten een bezoek aan Alexandrië om de patriarch in zijn zetel te begroeten.


Arabisering en islamisering


Rond het jaar 700 was het duidelijk dat de moslims in Egypte zouden blijven. Egyptische christelijke ambtenaren werden vervangen door Arabische moslims en de Kopten moesten meer belasting gaan betalen. Moslims begonnen zich te vestigen buiten de garnizoenssteden. De eerste Koptische opstanden vonden plaats, waaraan ook moslims deelnamen die zich verzetten tegen de uitbreiding van de taken en aanwezigheid van het islamitische gezag. Hoewel het merendeel van de bevolking nog steeds christelijk was, spraken de meeste Egyptenaren vanaf de 9e eeuw Arabisch.


Omars pact


In het Pact van Omar staan de leefregels waaraan niet-moslims (dhimmis) zich moesten houden in ruil voor bescherming van hun leven en bezit. De tweede kalief Omar zou de overeenkomst in 717 hebben opgesteld, maar waarschijnlijker is dat het Pact uit de 9e eeuw stamt. De voorschriften lijken er vooral op gericht om de islamitische identiteit te beschermen tegen assimilatie met de oudere en beter gevestigde niet-islamitische tradities. Zo mogen niet-moslims niet openlijk hun religie belijden en moeten zij trouw zweren aan de moslimleiders. Het Pact van Omar is bij tijd en wijle in de daaropvolgende eeuwen gebruikt om beperkende maatregelen aan niet-moslims op te leggen.


Gezichtssluier en kruizen verplicht


Met het Pact van Omar als uitgangspunt, kondigde de controversiële Fatimiedische kalief al-Hakim (985-1021) een aantal maatregelen af die christenen en joden in hun geloofsuitingen belemmerden. Wijn drinken werd verboden, religieuze festivals mochten niet meer gevierd worden en er kwamen voorschriften voor kleding en andere uiterlijke kenmerken. Zo moesten christenen houten kruizen gaan dragen. Hierdoor was het meteen duidelijk of je met een moslim of niet-moslim te maken had. Kalief al-Hakim verordonneerde echter ook beperkende maatregelen voor moslims . Zo mochten vrouwen niet meer zonder gezichtssluier in het openbaar verschijnen.


Hoge posities voor Kopten


Ondanks deze inperkingen in de persoonlijke leefsfeer konden Kopten maar ook joodse Egyptenaren opklimmen tot hoge posities in de ambtenarij. De Fatimieden (909-1171) hoorden namelijk zelf tot een islamitische minderheid en boden zo dhimmis dee kans om tegenwicht te bieden aan de andere moslims. Bovendien erkenden moslims dat de Kopten cruciale kennis bezaten om het land te besturen. Christelijke ambtenaren bleven nog eeuwen een belangrijke rol spelen, ook toen die concurrentie met andere moslimgroepen niet meer zo'n punt was. Ook in de handel en agrarische sector werkten christenen en moslims veel samen.


Antichristelijk geweld onder de Mamlukken


Onder de Mamlukse dynastie (1250-1517) verzwakte de positie van de christelijke dhimmis in Egypte. Met name in de 14e eeuw kwamen antichristelijke sentimenten op. De redenen hiervoor waren divers, zoals de grote rol die de jihad of heilige oorlog tegen niet-moslims in de Mamlukse militaire retoriek speelde, mede als gevolg van de kruistochten en competitie over overheidsposities en sociaal-economische veranderingen, met name na de uitbarsting van de pest in 1349. De antichristelijke gevoelens kwamen tot uiting in stedelijke onrusten en opstanden, soms aangewakkerd door lokale leiders die hun positie probeerden te versterken. De Mamlukse sultans grepen soms hard in tegen dergelijke antichristelijke uitingen van geweld. Veel christenen bekeerden zich tot de islam wat uiteindelijk tot een islamitische meerderheid leidde. De Kopten waren voortaan in de minderheid, al bleven ze tot eind 18e eeuw een belangrijke leverancier van ambtenaren voor de belastingdienst.


Kloosters gerestaureerd


In de 19e en 20e eeuw was Egypte achtereenvolgens deel van het Ottomaanse Rijk, een Brits protectoraat, een zelfstandig koninkrijk en een republiek. Gedurende die tijd hebben Europese machten zich met Egypte bemoeid, en aangaande de Kopten een dubbelzinnige houding gehad. Religieuze solidariteit met de christenen in Egypte werd afgewisseld met het streven om de Koptische Kerk terug te brengen bij de Katholieke. Missiescholen boden Egyptische christenen kansen zich te ontwikkelen en er vond met buitenlandse hulp een ware christelijke renaissance plaats: kloosters werden gerestaureerd en zelfs uitgebreid. Ze boden groeiende, levendige geloofsgemeenschappen een thuis. Tegelijkertijd kwam vanaf midden 20e eeuw het radicale islamisme op, wat druk uitoefende op de relatie tussen moslims en christenen, met tot toenemende emigratie van Kopten tot gevolg.


Geen eeuwige strijd tussen moslims en Kopten


Sinds de gewelddadige aanslagen tegen Kopten, opgeëist door IS, lijkt de relatie tussen moslims en christenen in Egypte tot een dieptepunt gedaald. Maar terugdenkend aan met name de eerste zeven eeuwen na de Arabische verovering, kunnen we concluderen dat deze relatie betere tijden heeft gekend. Van een eeuwige strijd tussen de twee religieuze bevolkingsgroepen is geen sprake.


Literatuur


  • Maged Mikhail, From Byzantine to Islamic Egypt: Religion, Identity, and Politics after the Arab Conquest (London and New York: I.B. Tauris, 2014). Paperback 2016
  • Wim Jurg, De lange zevende eeuw of hoe Christendom en islam de macht verdeelden. Uitgeverij Damon, 2014.

 


Afbeelding:


Over Petra Sijpestijn


Petra Sijpesteijn hoogleraar Arabisch. Haar onderzoek richt zich op de reconstructie van het dagelijks leven van moslims en niet-moslims in de begintijd van de islam. In dit filmpje vertelt zij samen met drie collega’s waarom hun onderzoek belangrijk is. Daarnaast is Petra Sijpesteijn ook directeur van LUCIS. In dit filmpje vertelt ze meer over haar werk:



https://www.youtube.com/watch?v=TqVpEYDglIQ


 

Landen: 

Religie: 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Het ‘sterrenkamp’ in Bergen-Belsen

Lees het aankomende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Geschiedenis Magazine 4

Het komende nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 30 mei. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement om dit nummer zonder verzendkosten te ontvangen. 

Nieuw-Guinea, 1942: de bloedige strijd om de Kokoda-trail

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Geschiedenis magazine 3 van 2024 nu in de winkel

Het derde nummer van 2024 is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Olympias, moeder van Alexander de Grote

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.