Nederland schaft slavernij af
Suriname 1863 - Er klinken kanonschoten in Paramaribo, 21 stuks. Ze markeren het startschot van de afschaffing van de slavernij in Suriname en de Antillen. Op deze dag werden 33.000 slaven in Suriname en 12.000 slaven op de Antillen tot vrije mensen verklaard. Nederland is een van de laatste Europese landen die de slavernij afschafte, op 1 juli 1863. Toch wordt ook het jaartal 1873 aangehaald als einde van de slavernij. Hoe zit dat?
Suriname in bezit van Nederland
Suriname werd in 1650 voor het eerst gekoloniseerd door de Engelsman Francis Willoughby. Tijdens de Tweede Engelse oorlog, die duurde van 1665 tot 1667, werd Suriname veroverd door de Nederlanders. De bekende ‘ruil’ van Nieuw-Amsterdam, het huidige Manhattan, tegen Suriname, kwam tot stand na de Derde Engels-Nederlandse Oorlog met de Vrede van Westminister in 1674. In 1683 werd de sociëteit van Suriname opgericht. In het begin waren de aandelen van het land verdeeld onder de West-Indische Compagnie (WIC), de stad Amsterdam en de eerste gouverneur Cornelis van Aerssen van Sommelsdijck. In 1792 ging de WIC failliet en kwam Suriname in het bezit van de Republiek.
Slavernij in de West bleef gehandhaafd
In die tijd was de slavernij al in veel landen afgeschaft. In Frankrijk gebeurde dat tijdens de revolutie in 1794, maar Napoleon draaide de afschaffing korte tijd later weer terug. Denemarken was zodoende in 1803 het eerste Europese land dat de slavernij definitief afschafte. Het Verenigd Koninkrijk verbood de slavenhandel in 1807 en in 1833 de slavernij. Frankrijk volgde in 1848. Nederland had echter nog lang vastgehouden aan de slavernij. In 1859 schafte Nederland wel de slavernij in Oost-Indië af. Een jaar later verscheen het boek Max Havelaar, de aanklacht van Eduard Douwes Dekker, Multatuli, tegen de Nederlandse politiek in Nederlands-Indië. Maar de slavernij in de West bleef gehandhaafd.
Marrons
De slaven waren werkzaam op de plantages in het land. Zo nu en dan wisten slaven te ontsnappen van de plantages waar ze werkzaam waren. Deze marrons vluchtten het oerwoud in. De marrons wisten zich te organiseren, waardoor complete nederzettingen van enkele duizenden marrons in het oerwoud ontstonden. Slaven ontvluchtten de plantages en bouwden diep in het oerwoud eigen gemeenschappen op. Ze vielen zo nu en dan plantages aan om slaven te bevrijden en wraak te nemen op hun voormalige meesters. De Marrons waren de grootste bedreiging van het Nederlandse koloniale gezag in Suriname. Eén van de leiders in het ‘verzet’ was Kapitein Broos. Hij voerde een guerrilla strijd tegen de ‘bezetters’.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Slavernij afgeschaft
De plantage-eigenaren stonden vrijwel machteloos tegenover de groep georganiseerde weggelopen slaven. Ze probeerden verdragen af te sluiten met Broos. De hevige aanvallen van de marrons brachten Suriname op de rand van faillissement. In Nederland groeide het aantal tegenstanders van de slavernij. Onder internationale druk en druk van de Surinaamse onafhankelijkheidsstrijders werd de slavernij uiteindelijk op 1 juli 1863 opgeheven. Nederland was een van de laatste Europese landen die de slavernij afschafte.
De wet die op 1 juli 1863 werd aangenomen, beschreef echter hoe ex-slaven onder staatstoezicht werden gesteld. Dit om te voorkomen dat de Surinaamse plantages en kolonies verdwenen. Pas tien jaar later zou dit toezicht komen te vervallen, met 1 juli 1873 als vervaldatum. Van een echte bevrijding bleek geen sprake, want de vrije mannen en vrouwen moesten tien jaar dwangarbeid verrichten. Wilde men niet werken op de ene plantage, dan mocht men overstappen naar een andere. Als er maar gewerkt werd. En hoewel de voormalige slaven dit keer loon kregen, werkten ze nog onder dezelfde omstandigheden als in de tijd voor de wet. In die zin veranderde er nog niet veel.
Toch zijn beide jaartallen een keerpunt in de geschiedenis van de slavernij. Omdat er in de tien jaar na de wet van 1863 weinig veranderde in de omstandigheden van de slaven, wordt vaak het jaartal 1873 aangehouden als definitief einde van de slavernij.
Leestip:
Visioen van vrijheid – Mémoire sur la liberté des cultes (1827), Proeve eener Verhandeling over den slaavenhandel (1790)
Auteur: Jan Konijnenburg; vertaling, inleiding en commentaar Simon Vuyk, eindredactie Jaap Gruppelaar
Uitgever: Verloren
ISBN: 9789087043766
Prijs: €20,–