Nederlands overgewicht
Helft van de Nederlanders te dik
Aldus het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, adviesorgaan voor het ministerie van Volksgezondheid. Minister van Volksgezondheid Edith Schippers neemt deze getallen serieus: het kabinet gaat elk jaar zeventig miljoen euro investeren in sport en bewegen om overgewicht tegen te gaan. Overheidsbemoeienis op het gebied van de volksgezondheid is opgekomen tijdens de Bataafse Republiek (1795-1806).
Hoewel een groot deel van de Nederlandse bevolking al eeuwenlang met ziekten en armoede kampte, werd de volksgezondheid tot aan de Bataafse Republiek uitsluitend aan particulieren overgelaten. Veel rijke burgers bouwden namelijk verzorgingstehuizen om te laten zien hoe rijk ze waren. Ook dachten zij dat deze gezondheids- en armerenzorg hen van een goede plaats in het hiernamaals zou verzekeren. Op 1 mei 1798 kwam hier verandering in met het opstellen van de nieuwe, en tevens eerste, Nederlandse grondwet. Hierin werd de rol van de overheid ten behoeve van de volksgezondheid nadrukkelijk opgenomen. Maar ondanks het streven van de centrale regering om op de gezondheid van het volk te letten, bleef de bemoeienis van de overheid nog beperkt.
Met de groei van de industrie in Nederland verslechterde de leefomstandigheden drastisch. Om goede leefomstandigheden van haar onderdanen te bevorderen, vaardigde de overheid verscheidene sociale wetten uit. In de tweede helft van de 19e eeuw stelde de overheid eisen aan het beroep van arts en apotheker, om kwakzalverij tegen te gaan. Ook werd de gezondheidszorg meer toegankelijk gemaakt. Het overheidsbeleid met betrekking tot de volksgezondheid richtte zich tot de 20e eeuw uitsluitend op de lagere klassen en op mensen die ziek of arm waren. Hier is uiteindelijk de hedendaagse Nederlandse verzorgingsstaat uit gegroeid. Op dit moment is er een discussie gaande over de vraag hoe ver de overheidsbemoeienis mag gaan inzake de gezondheid van de burgers en in hoeverre die de keuze van de burger zelf is.