Oorlogsmisdadiger Charles Zentai en de moord op Peter Balazs
De van oorlogsmisdaden verdachte Charles Zentai mag niet uitgeleverd worden aan Hongarije, zo heeft het Australische gerechtshof bepaald. Zentai wordt verdacht van betrokkenheid bij de marteling en moord op een 18-jarige Joodse jongen in 1944 in Boedapest. Na de Tweede Wereldoorlog bracht de vader van de jongen, Dezso Balazs, het gruwelijke verhaal aan het licht.
In april 1944 kreeg Peter Balazs, een 18-jarige Joodse jongen uit Hongarije, de oproep om zich te melden voor zijn tewerkstelling in dienst van de Duitse bezetter. Hij besloot het bevel echter te negeren en dook onder in Budapest, waar hij leefde onder een valse christelijke identiteit. Op 8 november 1944 bleek hij echter plots verdwenen. Dezso Balazs, de vader van Peter, kreeg naar eigen zeggen van enkele getuigen al snel te horen wat er gebeurd was.
Zentai en Balazs
“Zentai kende mijn zoon nog van de scouting, waar hij vroeger zijn leider was”, zo herinnerde Dezso zich later voor de rechtbank. “Hij wist ook dat Peter betrokken was bij het verzet en had al meerdere malen tegen andere soldaten gezegd dat hij hem graag te pakken wilde krijgen. Op 8 november 1944 kwam Zentai mijn zoon tegen in een tram op de Bajcsy Zsilinszky Avenue. Hij arresteerde Peter voor het niet dragen van zijn verplichte Joodse ster en bracht hem naar het lokale legerkamp.”
Marteling
“Daar werd hij vervolgens vanaf 3 uur ’s middags door Zentai en Lajos Nagy, een mede-officier, in elkaar geslagen”, zo vervolgde Dezso. “Dit duurde tot ongeveer half 8 ’s avonds, toen Peter nog maar amper in leven was. Zentai, Nagy en Bela Mader, hun bevelhebber, besloten vervolgens wat wijn te gaan drinken. Soldaat Janos Mahr werd achtergelaten bij Peter en kreeg opdracht niemand binnen te laten. Mahr maakte zich echter zorgen over de toestand van zijn gevangene en stelde voor om een dokter te halen, maar Mader verzekerde hem dat dit niet noodzakelijk was, want de jongen zou toch wel sterven.”
Gezang
“Later die avond liet Mader zes Joodse dwangarbeiders op trommelen om getuige te zijn van de marteling. Terwijl Peter op de grond lag te kermen van de pijn, sprak hij: “Luister toch naar die prachtige muziek! Dit is wat er met jullie allemaal zal gebeuren. Jullie zullen ook zo zingen!” Vervolgens plaatste hij zes kogels in zijn revolver en gaf hij de dwangarbeiders opdracht om voor de laatste keer te bidden. Uiteindelijk besloot Mader de zes echter niet te vermoorden, naar eigen zeggen omdat hij te moe was. Een half uur later stierf mijn zoon”, aldus Dezso.
Lichaam
“Op dat moment keerde Zentai terug om het lichaam op te ruimen. Aanvankelijk wilden de twee Peter begraven in de tuin van de legerbasis, maar later veranderden zij hun plannen. Zentai nam uiteindelijk het besluit om het lijk van Peter met een paardenkar naar de Danube te brengen. Daar bond hij vervolgens een aantal stenen aan het lichaam en wierp het in het water”, zo besloot Dezso het verhaal. Na afloop van de Tweede Wereldoorlog zette Dezso alles op alles om de moordenaars van zijn zoon voor het gerecht te brengen.
Rechtszaak
Bevelhebber Mader werd meteen na de oorlog door het Amerikaanse leger uitgeleverd aan Hongarije, waar hij in 1946 veroordeeld werd tot levenslange arbeid. In 1948 maakte de moord van Peter vervolgens onderdeel uit van een rechtszaak tegen Nagy. Hij werd in eerste instantie ter dood veroordeeld, maar later werd de straf omgezet naar levenslange tewerkstelling. Het Hongaarse ministerie van Justitie wilde ook Zentai in deze zaak berechten, maar om onbekende redenen kwam zijn uitlevering uit de Amerikaanse zone in Duitsland nooit tot stand. Zentai zelf ontkende overigens zijn betrokkenheid bij de zaak en beweerde dat hij ten tijde van de moord al niet meer in Boedapest was.
Charles Zentai
Zentai wist uiteindelijk te ontsnappen naar Australië, waar hij lange tijd onopgemerkt bleef. Pas in 2005 wist het Simon Wiesenthal Centrum de oorlogsmisdadiger opnieuw op te sporen, waarna hij direct werd gearresteerd door de Australische politie. Zijn advocaten benadrukten echter dat hij niet uitgeleverd kon worden omdat het delict ‘oorlogsmisdaad’ in 1944 nog niet bestond in Hongarije. Het hooggerechtshof in Australië heeft nu besloten de uitlevering om deze reden te verbieden, en dus mag Zentai in Australië blijven.